Jeremia

Jeremia 1:1-3: De structuurzin
Jeremia 1:5: De uitverkiezingsgrond
Jeremia 1:11-12: Het anagram
Jeremia 1:17: Het anagram
Jeremia 1:17z: Verstokken
Jeremia 1:18: Overdrijving met synecdoche
Jeremia 2:2: Het Oude Verbond als huwelijk
Jeremia 2:5: Het anagram
Jeremia 2:10: Volkeren
Jeremia 2:13: De Geest als water
Jeremia 2:16: Steden in Egypte
Jeremia 2:18: De Geest als water
Jeremia 2:22: Symbolische wassingen
Jeremia 2:24: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 2:30: Lijden tot groei
Jeremia 2:31-32: Combinaties van rhetorische vragen
Jeremia 2:34-35: Kennis en strafwaardigheid
Jeremia 2:34: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 3:1-9: Verbondsafval als overspel
Jeremia 3:3: De mens kan kiezen
Jeremia 3:8-9: Aanhalingen omtrent het huwelijk
Jeremia 3:11: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 3:12-14a: De logische drogreden
Jeremia 4:2: De Godseed
Jeremia 4:4: Besnijdenis des harten
Jeremia 4:10: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 4:14: De affectieve ziel
Jeremia 4:19: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 4:23: De aanvang der schepping
Jeremia 4:28: Gods aard
Jeremia 4:29: Jezus als fundament; Rots
Jeremia 4:29a: Overdrijving met synecdoche
Jeremia 4:30: De ziel — ongesorteerd; Χριω
Jeremia 5:2: De Godseed
Jeremia 5:3: Sela
Jeremia 5:7m: De eedformule
Jeremia 5:9: Gods affectieve ziel
Jeremia 5:18: Woordspel — de keer in het lot
Jeremia 5:23: Het anagram
Jeremia 5:24: Gods zorgbestuur
Jeremia 5:25: Zonde scheidt ons van God
Jeremia 5:29: Gods affectieve ziel
Jeremia 6:1: Beth; Het anagram
Jeremia 6:8: Gods affectieve ziel
Jeremia 6:16: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 6:26: Daadbeelden; Het anagram; Het klaaglied; Rouwtekenen; „Één”
Jeremia 6:28: Het anagram
Jeremia 6:29: Doodstraf
Jeremia 7:1: De structuurzin
Jeremia 7:11a: Overige aanhalingen
Jeremia 7:13: Commentaar op Johannes
Jeremia 7:18: Afgoden
Jeremia 7:19: Combinaties van rhetorische vragen
Jeremia 7:26: Verstokken
Jeremia 7:28: Lijden tot groei
Jeremia 7:29: Daadbeelden; Rouwtekenen
Jeremia 7:30-33: Kinderoffers
Jeremia 7:30-31: Offerhoogten
Jeremia 7:31-32: Ben-Hinnom
Jeremia 7:31: Offerhoogten
Jeremia 7:33: De formule
Jeremia 8:8: Gevaarlijke traditie
Jeremia 8:13: Het anagram
Jeremia 8:16: Parallellie
Jeremia 8:16m: Overdrijving met synecdoche
Jeremia 8:22: Ziekenzalving
Jeremia 9:9: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 9:17-18: Het klaaglied
Jeremia 9:20: Het klaaglied
Jeremia 9:21-22: Het klaaglied
Jeremia 9:23-24: Bezit: andere passages; Overige aanhalingen
Jeremia 9:24: Gods goedertierenheid
Jeremia 9:25: Besnijdenis des harten
Jeremia 10:3-5: Bespotting van afgoden
Jeremia 10:6: Gods positie
Jeremia 10:8-9: Bespotting van afgoden
Jeremia 10:10a: Jezus is de heerser
Jeremia 10:10z: Commentaar op 2 Koningen
Jeremia 10:11: De aanvang der schepping; Het Aramees; Het anagram
Jeremia 10:12: De aanvang der schepping
Jeremia 10:13: De drievoudige schepping
Jeremia 10:16: Ongesorteerd
Jeremia 10:20: Lichaam als woning
Jeremia 10:23: De mens kan kiezen
Jeremia 10:24: Lijden tot groei
Jeremia 11:1: De structuurzin
Jeremia 11:5: Commentaar op Jesaja
Jeremia 11:20: De geest als nieren; Gods rechtsbestuur; Gods rechtvaardigheid erkend; Εγω ειμι
Jeremia 11:21: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 12:2z: De geest als nieren
Jeremia 12:7: Gods affectieve ziel
Jeremia 12:16: De Godseed
Jeremia 13:1-7: Profetisch zinnebeeldig handelen
Jeremia 13:4: Sela
Jeremia 13:9-11: Profetisch zinnebeeldig handelen
Jeremia 13:17: Ziel als ogen
Jeremia 13:24: Vergankelijkheid als kaf
Jeremia 14:1: De structuurzin
Jeremia 14:5: Isolatie
Jeremia 14:14: Gezichten
Jeremia 14:15-16: Profetie toetsen
Jeremia 14:19m: Gods affectieve ziel
Jeremia 14:22: Gods zorgbestuur
Jeremia 15:1: Gods affectieve ziel
Jeremia 15:3: De hond
Jeremia 15:6: Gods berouwelijkheid
Jeremia 15:7: Doodstraf
Jeremia 15:8: Overdrijving
Jeremia 15:8a: Overdrijving van de grootte van Gods volk
Jeremia 15:9: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 15:16: Commentaar op Openbaring
Jeremia 16:6-7: Het avondmaal
Jeremia 16:6: Daadbeelden; Rouwtekenen
Jeremia 16:14-15: De Godseed
Jeremia 16:16: Sela
Jeremia 17:1-4: Hoornen van het altaar
Jeremia 17:5-6: Het klimaat
Jeremia 17:7-8: Het klimaat
Jeremia 17:9-10: Bedrieglijke gevoelens
Jeremia 17:9a: Iedereen is zondig
Jeremia 17:10: De geest als nieren; Gods wezen; Εγω ειμι
Jeremia 17:12-13: De Geest als water
Jeremia 17:21: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 17:23: Verstokken
Jeremia 17:24: De vrije wil
Jeremia 17:27: De vrije wil
Jeremia 18:1-6: Lichaam als aardewerk
Jeremia 18:1: De structuurzin
Jeremia 18:7-10: Gods berouwelijkheid
Jeremia 18:14: Tsur
Jeremia 18:20: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 18:21-23: Theodicee
Jeremia 19:1-13: Kinderoffers
Jeremia 19:1-2: Het anagram
Jeremia 19:1: Profetisch zinnebeeldig handelen
Jeremia 19:2: Ben-Hinnom
Jeremia 19:5: Offerhoogten
Jeremia 19:6: Ben-Hinnom
Jeremia 19:7: De ziel — ongesorteerd; Het anagram
Jeremia 19:9: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 19:10-11: Profetisch zinnebeeldig handelen
Jeremia 19:10: Het anagram
Jeremia 19:13: De Natuur
Jeremia 19:14: Commentaar op Jeremia
Jeremia 19:15: Verstokken
Jeremia 20:12: De geest als nieren; Gods rechtvaardigheid erkend; Εγω ειμι
Jeremia 20:13: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 20:14: Ongesorteerd
Jeremia 20:18: Ongesorteerd; Open rhetorische vragen
Jeremia 21:1-2: De structuurzin
Jeremia 21:2: Nebukadnezar
Jeremia 21:5: Commentaar op 2 Koningen
Jeremia 21:7: De ziel — ongesorteerd; Nebukadnezar
Jeremia 21:9: De ziel — ongesorteerd; Ziel als buit
Jeremia 21:11: De structuurzin
Jeremia 21:13: Tsur
Jeremia 21:13a: Ellips
Jeremia 22:5: Gods Zelfeed
Jeremia 22:17: Aandacht als kijken en zien
Jeremia 22:22: Het anagram
Jeremia 22:24: Gods Zelfeed
Jeremia 22:25: De ziel — ongesorteerd; Nebukadnezar
Jeremia 22:27: De begerende ziel
Jeremia 23:1: Gods zorg als herderschap
Jeremia 23:5-6: De naam JHWH
Jeremia 23:5: Gods rechtvaardigheid
Jeremia 23:7-8: De Godseed
Jeremia 23:9: De structuurzin
Jeremia 23:16: Gezichten; Profetie toetsen
Jeremia 23:18: Jezus is God
Jeremia 23:23-24: Combinaties van rhetorische vragen; Gods wezen
Jeremia 23:28a: De profetiegave
Jeremia 23:28z: Vergankelijkheid als gras
Jeremia 23:29: Doodstraf; Negatieve rhetorische vragen; Sela
Jeremia 23:30-32: Profetie toetsen
Jeremia 23:30a: Ellips
Jeremia 23:31a: Ellips
Jeremia 23:32a: Ellips
Jeremia 23:33: Het anagram
Jeremia 23:36: Het anagram
Jeremia 23:37: Het anagram
Jeremia 23:38: Het anagram
Jeremia 23:39: Het anagram
Jeremia 24:1-2: Visioenbeelden
Jeremia 24:1: Nebukadnezar
Jeremia 24:3: Visioenbeelden
Jeremia 24:5-10: Visioenbeelden
Jeremia 24:6a: Aandacht als kijken en zien
Jeremia 24:7: God en volk
Jeremia 24:9: Tot spreekwoord worden; Versterkende overdrijving in profetie
Jeremia 25:1-2: De structuurzin
Jeremia 25:1: Nebukadnezar
Jeremia 25:3-8: Verstokken
Jeremia 25:9: Nebukadnezar
Jeremia 25:9a: Versterkende overdrijving in profetie
Jeremia 25:15-29: De beker als lot
Jeremia 25:25: De Elamieten
Jeremia 25:26: Codering
Jeremia 25:27: Spuwen als woordbeeld
Jeremia 25:34: Lichaam als aardewerk
Jeremia 26:3: Gods berouwelijkheid; Handelingsvrijheid
Jeremia 26:13: Gods berouwelijkheid
Jeremia 26:18: Bâmâh; Commentaar op de Kleine Profeten
Jeremia 26:19: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 26:19m: Gods berouwelijkheid
Jeremia 26:20-23: De Canon
Jeremia 26:22-23: De canon van het Oude Testament
Jeremia 27:2-3: Profetisch zinnebeeldig handelen
Jeremia 27:4-8: Profetisch zinnebeeldig handelen
Jeremia 27:5a: De schepping van Adam
Jeremia 27:6: Nebukadnezar
Jeremia 27:8: Nebukadnezar
Jeremia 27:9-10: Profetie toetsen
Jeremia 27:12: Profetisch zinnebeeldig handelen
Jeremia 27:14-17: Profetie toetsen
Jeremia 27:20: Nebukadnezar
Jeremia 28:2-4: Profetisch zinnebeeldig handelen
Jeremia 28:3: Nebukadnezar
Jeremia 28:8-9: Profetie toetsen aan het uitkomen ervan
Jeremia 28:10: Profetisch zinnebeeldig handelen
Jeremia 28:11: Nebukadnezar; Profetisch zinnebeeldig handelen
Jeremia 28:12: Profetisch zinnebeeldig handelen
Jeremia 28:13-14: Profetisch zinnebeeldig handelen
Jeremia 28:14: Nebukadnezar
Jeremia 28:15-17: Profetie toetsen aan het uitkomen ervan
Jeremia 29:1-3: De structuurzin
Jeremia 29:1: Nebukadnezar
Jeremia 29:3: Nebukadnezar
Jeremia 29:6: Het huwelijksleven
Jeremia 29:8-9: Profetie toetsen
Jeremia 29:11: Gods Heilswil
Jeremia 29:18: Overdrijving
Jeremia 29:21: Nebukadnezar
Jeremia 30:1: De structuurzin
Jeremia 30:2: Schrijven en schrift
Jeremia 30:3: Woordspel — de keer in het lot
Jeremia 30:7: Eschatologie
Jeremia 30:11: Lijden tot groei
Jeremia 30:18: Lichaam als woning
Jeremia 31:3: Gods goedertierenheid
Jeremia 31:12: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 31:14: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 31:15: De symbolische vervulling
Jeremia 31:18: De logische drogreden; Lijden tot groei
Jeremia 31:23: Woordspel — de keer in het lot
Jeremia 31:25: De affectieve ziel
Jeremia 31:29-30: Gods rechtvaardigheid jegens nakroost
Jeremia 31:31-34: Leven in vrijheid
Jeremia 31:33-34: De Heilige Geest is God sprekend
Jeremia 31:33: God en volk; Ons leven in Christus
Jeremia 31:35a: De vierde dag
Jeremia 31:38-40: Herstel van de tempeldienst
Jeremia 32:1: De structuurzin; Nebukadnezar
Jeremia 32:2-3: De structuurzin
Jeremia 32:6-8: Profetie toetsen aan het uitkomen ervan
Jeremia 32:7: Lossing
Jeremia 32:10-15: Commentaar op Openbaring
Jeremia 32:17-18: Gods rechtvaardigheid jegens nakroost
Jeremia 32:17: De aanvang der schepping; Gods almacht
Jeremia 32:18: Gods goedertierenheid
Jeremia 32:22: Commentaar op Jesaja
Jeremia 32:23: Overdrijving
Jeremia 32:27: Het gevaar van systematische theologie
Jeremia 32:28: Nebukadnezar
Jeremia 32:30: Overdrijving
Jeremia 32:34-35: Kinderoffers; Offerhoogten
Jeremia 32:35: Ben-Hinnom; Offerhoogten
Jeremia 32:37: Commentaar op 2 Koningen
Jeremia 32:38: God en volk
Jeremia 32:41: Gods affectieve ziel
Jeremia 32:44: Commentaar op Openbaring; Woordspel — de keer in het lot
Jeremia 33:7: Woordspel — de keer in het lot
Jeremia 33:11: Gods goedertierenheid in keerverzen; Het prijzen; Woordspel — de keer in het lot
Jeremia 33:17-22: Herstel van de tempeldienst
Jeremia 33:20: De vierde dag
Jeremia 33:22: Overdrijving van de grootte van Gods volk
Jeremia 33:25: De vierde dag
Jeremia 33:26: Woordspel — de keer in het lot
Jeremia 34:1: De structuurzin; Nebukadnezar
Jeremia 34:1z: Overdrijving: de gehele wereld
Jeremia 34:8: De structuurzin
Jeremia 34:9-11: De structuurzin
Jeremia 34:16: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 34:17z: Overdrijving: de gehele wereld
Jeremia 34:18-19: Landen en steden
Jeremia 34:20: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 35: Commentaar op Jeremia
Jeremia 35:1-11: Introductie
Jeremia 35:1: De structuurzin
Jeremia 35:11: Nebukadnezar
Jeremia 35:12-16: Introductie
Jeremia 35:15: Verstokken
Jeremia 35:17-19: Introductie
Jeremia 36:1-2: Schrijven en schrift
Jeremia 36:2-3: Handelingsvrijheid
Jeremia 36:4: Schrijven en schrift
Jeremia 36:6-7: Handelingsvrijheid
Jeremia 36:26: Eigennamen met Ezer
Jeremia 36:27-28: Schrijven en schrift
Jeremia 36:30: Het klimaat
Jeremia 36:32: Schrijven en schrift
Jeremia 37:1: Nebukadnezar
Jeremia 37:7: Eigennamen met Ezer
Jeremia 37:9: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 38:2: De ziel — ongesorteerd; Ziel als buit
Jeremia 38:16: De Godseed; De ziel — ongesorteerd
Jeremia 38:17: Vrijwilligheid
Jeremia 38:20: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 39:1: Nebukadnezar
Jeremia 39:3: Afgoden
Jeremia 39:5: Jericho; Nebukadnezar
Jeremia 39:9-11: Afgoden
Jeremia 39:11: Nebukadnezar
Jeremia 39:13a: Afgoden
Jeremia 39:13z: Afgoden
Jeremia 39:18: De ziel — ongesorteerd; Ziel als buit
Jeremia 40:1: Afgoden; De structuurzin
Jeremia 40:10: Afgoden
Jeremia 40:14: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 41:1z-2: Het avondmaalsbrood
Jeremia 42:1-43:8: Commentaar op Jakobus
Jeremia 42:10: Gods berouwelijkheid
Jeremia 42:20: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 42:22: De mens kan kiezen
Jeremia 43:2: Eigennamen met Ezer
Jeremia 43:6: Afgoden; De ziel — ongesorteerd
Jeremia 43:7: Commentaar op Jeremia
Jeremia 43:10: Nebukadnezar
Jeremia 43:13: Beth in Naftali's erfdeel
Jeremia 44:1: De structuurzin; Steden in Egypte
Jeremia 44:4-6: Verstokken
Jeremia 44:7: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 44:14: De begerende ziel; Overdrijving
Jeremia 44:17-19: Afgoden
Jeremia 44:24: Overdrijving
Jeremia 44:25: Afgoden
Jeremia 44:26: Gods Zelfeed; Overdrijving
Jeremia 44:27-28: Overdrijving
Jeremia 44:30: De ziel — ongesorteerd; Egypte; Nebukadnezar
Jeremia 45:1: De structuurzin
Jeremia 45:5: De ziel — ongesorteerd; Ziel als buit
Jeremia 46:1: De structuurzin
Jeremia 46:2-12: Egypte
Jeremia 46:2: Nebukadnezar
Jeremia 46:2a: De structuurzin
Jeremia 46:4: Verdedigingswapenen
Jeremia 46:11: Ziekenzalving
Jeremia 46:13: De structuurzin; Nebukadnezar
Jeremia 46:14: Steden in Egypte
Jeremia 46:17: Egypte
Jeremia 46:18: Gods Zelfeed
Jeremia 46:19: Steden in Egypte
Jeremia 46:23: Overdrijving
Jeremia 46:25a: Steden in Egypte
Jeremia 46:26: De ziel — ongesorteerd; Nebukadnezar
Jeremia 47:1-49:27: De structuurzin
Jeremia 47:1: De structuurzin
Jeremia 47:2: Parallellie
Jeremia 47:4: Azar
Jeremia 47:5: Daadbeelden; De Refaieten; Rouwtekenen
Jeremia 48:1a: De structuurzin
Jeremia 48:1m: Afgoden
Jeremia 48:2: Het anagram
Jeremia 48:6: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 48:7: De Moabieten
Jeremia 48:9: Het anagram
Jeremia 48:13: De Moabieten
Jeremia 48:22: Beth
Jeremia 48:23: Beth; Beth in het overjordaanse
Jeremia 48:25: Koningschap als hoorn
Jeremia 48:28: Sela
Jeremia 48:35: Offerhoogten
Jeremia 48:37: Daadbeelden; Rouwtekenen
Jeremia 48:38: Het klaaglied; Lichaam als aardewerk
Jeremia 48:43-44: Het anagram
Jeremia 48:46: De Moabieten
Jeremia 48:47: Woordspel — de keer in het lot
Jeremia 48:47z: De structuurzin
Jeremia 49:1-15: Schrijven en schrift
Jeremia 49:1: De Ammonieten
Jeremia 49:1a: De structuurzin
Jeremia 49:3: De Ammonieten
Jeremia 49:6: Woordspel — de keer in het lot
Jeremia 49:7a: De structuurzin
Jeremia 49:12-13: De beker als lot
Jeremia 49:13: Gods Zelfeed
Jeremia 49:16: Sela
Jeremia 49:17: Overdrijving
Jeremia 49:23a: De structuurzin
Jeremia 49:28-33: Hazor
Jeremia 49:28: Nebukadnezar
Jeremia 49:28a: De structuurzin
Jeremia 49:30: Nebukadnezar
Jeremia 49:34-39: De Elamieten
Jeremia 49:34: De structuurzin
Jeremia 49:36z: Overdrijving
Jeremia 49:37: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 49:39: Woordspel — de keer in het lot
Jeremia 50:1: De structuurzin
Jeremia 50:2: Afgoden
Jeremia 50:6: Gods zorg als herderschap
Jeremia 50:13: Commentaar op 2 Koningen; Overdrijving
Jeremia 50:17: Nebukadnezar
Jeremia 50:19: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 50:23a: Overdrijving: de gehele wereld
Jeremia 50:31a: Ellips
Jeremia 50:39: De struisvogel
Jeremia 51:2: Het anagram
Jeremia 51:6: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 51:7: De beker als lot
Jeremia 51:7a: Overdrijving met synecdoche
Jeremia 51:8z: Ziekenzalving
Jeremia 51:9: Keuzevrijheid
Jeremia 51:14: Gods affectieve ziel
Jeremia 51:15: De aanvang der schepping
Jeremia 51:16: De drievoudige schepping
Jeremia 51:20: Het anagram
Jeremia 51:25: Sela
Jeremia 51:25a: Ellips; Overdrijving: de gehele wereld
Jeremia 51:34: Lichaam als aardewerk; Nebukadnezar
Jeremia 51:41: Codering
Jeremia 51:41a: Overdrijving met synecdoche
Jeremia 51:44: Afgoden
Jeremia 51:45: De ziel — ongesorteerd
Jeremia 51:47: Overdrijving met synecdoche
Jeremia 51:48: Overdrijving
Jeremia 51:49: Overdrijving: de gehele wereld
Jeremia 51:60-64a: Schrijven en schrift
Jeremia 52:4: Nebukadnezar
Jeremia 52:8: Jericho
Jeremia 52:12: Afgoden; Nebukadnezar
Jeremia 52:15-16: Afgoden
Jeremia 52:26: Afgoden
Jeremia 52:28-30: De ziel als teleenheid; Nebukadnezar
Jeremia 52:28: Commentaar op Jeremia
Jeremia 52:30: Afgoden