Plaatsnamen met „Beth” in het overjordaanse gebied

In Rubens erfdeel.

Jozua 13:20
Beth-Peor, de hellingen van de Pisga, Beth-Jesimoth,
Ezechiël 25:9z
Het sieraad des lands: Beth-Jesimoth, Baäl-Meon en Kirjathaïm.
Beth-Baäl-Meon
„Huis van Baäl-Meon” (Jozua 13:17). Veel naamvarianten: Baäl-Meon (Numeri 32:38, 1 Kronieken 5:8), Beon (Numeri 32:3), Beth-Meon (Jeremia 48:23).
Beth-Jesimoth
(eigenlijk Beth-haJesimoth, „Huis van de woestijnen”) Numeri 33:49, Jozua 12:3.
Beth-Peor
„Huis van Peor” (Baäl-Peor; „Peor” betekent „kloof”) Deuteronomium 3:29, Deuteronomium 4:46, Deuteronomium 34:6.

In Gads erfdeel.

Jozua 13:27a
en in de vallei: Beth-Haram, Bet-Nimra, Sukkoth en Zafon,
Beth-Haram
„Huis van de hoogte”. Hoogstwaarschijnlijk gelijk aan Beth-Haran uit Numeri 32:36a.
Beth-Nimra
„Luipaardenhuis” Numeri 32:36b. Gelijk aan Nimra uit Numeri 32:3.