Steden in Egypte

Ezechiël 30:13-16
Zo zegt de Here Here: Ja, Ik zal de afgoden vernietigen en de schijngoden uit Nof doen verdwijnen; er zal geen Egyptische vorst meer zijn. En Ik zal vrees brengen over het land Egypte, Patros verwoesten, vuur leggen in Soan en gerichten voltrekken aan No. Ik zal mijn grimmigheid uitstorten over Sin, de vesting van Egypte, en Ik zal de menigte van No uitroeien. Vuur zal Ik leggen in Egypte. Sin zal hevig beven; in No zullen bressen geslagen worden; en wat Nof betreft: vijanden bij dag!

No.

Deze stad wordt tweemaal genoemd in de Bijbel.
Jeremia 46:25a
De Here der heerscharen, de God van Israël, zegt: Zie, Ik doe bezoeking aan Amon van No
Nahum 3:8
Zijt gij beter dan No-Amon, dat gelegen was aan de stromen, door water omgeven, welks voorwal een zee, welks muur water was?
De naam „No” is het Egyptisch Nioet, dat eenvoudigweg ‚stad’ betekent, een afkorting van „Nioet Imen”, ‚stad van Amon’. (Het Egyptisch amon betekent ‚de verborgene’.) Het gaat hier om Thebe, waarvan Homeros schreef dat slechts het aantal zandkorrels groter was dan zijn rijkdom. Het komt overeen met de huidige plaatsen Luxor, waar Amon als de vruchtbaarheidsgod Min vereerd werd, en Karnak, waar de tempel voor Amon als de opper- en zonnegod Amon-Re stond.
Farao Sjesjonq (Sisak, tweeëntwintigste dynastie, 945-924, 1 Koningen 11:40) viel in 926 Israël en Juda binnen, verwoestte daar enige steden, maar trok zich daarna weer terug (1 Koningen 14:25-26, 2 Kronieken 12:2-10). Een reliëf van deze oorlog is te vinden in de tempel in Karnak.

Nof.

Jesaja 19:13, Jeremia 2:16, Jeremia 44:1, Jeremia 46:14
Nof is een verkorting van de Egyptische naam Mennoffri, zelf weer een verkorting van de naam van de nabijgelegen pyramide van farao Pepi I, die „Men-neferoe-Pepi”, ‚de schoonheid van Pepi blijft’, luidde. De stad is beter bekend onder de Griekse naam Memphis.
Volgens de traditie was de stad, die precies op de grens van Opper- en Neder-Egypte ligt, gesticht door Menes, de farao die beide landen verenigde. Deze zou met een dam de Nijl hebben omgeleid en op het aldus drooggelegde land de stad hebben gesticht. Memphis heeft een enorme rijkdom gekend, zodanig dat zelfs nadat de stad tot ruïne vervallen was en eeuwenlang als steengroeve gebruikt was, Abd el-Latif in de twaalfde eeuw nog schrijft: „De puinhopen bieden aan de toeschouwers een verzameling wonderen die het verstand verbijstert en die de welsprekendste mens tevergeeft zou proberen te beschrijven”.
Onder de Mamelukken braken ten gevolge van verwaarlozing de dijken, en sindsdien werd door overstromingen jaarlijks een laag slib afgezet, totdat Memphis niets meer was dan een enorme verlaten vlakte waaruit hier en daar nog een eenzame ruïne opstak. Het woord van Jeremia was bewaarheid geworden.
Jeremia 46:19
Maak u toebereidselen voor de ballingschap, gij inwoonster, dochter van Egypte, want Nof zal tot een woestenij worden, vernietigd, zonder inwoner.

On.

Genesis 41:45, Genesis 41:50, Genesis 46:20
De schamele ruïnes van deze stad, in het Egyptisch Ioenoe, liggen een goede tien kilometer ten noord-oosten van Caïro. Ioenoe werd beschouwd als de woonplaats van de zonnegod Re, om welke reden de Grieken haar Heliopolis, ‚zonnestad’, noemden.