Gezichten

Één vorm waarop profetische leiding ontvangen kan worden is in gezichten. Deze komen in twee vormen.

Dromen. Naast de beeldende droom komt ook de directe droom voor.

Genesis 20:3-7
Maar God kwam des nachts in een droom tot Abimelek en zeide tot hem: Zie, gij zijt een kind des doods, omdat gij die vrouw genomen hebt, want zij is gehuwd. Abimelek nu was niet tot haar genaderd. En hij zeide: Here, zult Gij dan een rechtvaardig volk doden? Heeft hij zelf niet tot mij gezegd: Zij is mijn zuster? En zij heeft zelf ook gezegd: Hij is mijn broeder; in onschuld mijns harten en reinheid mijner handen heb ik dit gedaan. En God zeide tot hem in de droom: Ik weet ook, dat gij het in onschuld uws harten gedaan hebt, Ik heb u dan ook ervan weerhouden tegen Mij te zondigen daarom heb Ik u niet toegelaten haar aan te raken. En nu breng de vrouw van deze man terug, want hij is een profeet; dan zal hij voor u bidden, opdat gij in het leven moogt blijven; maar indien gij haar niet terugbrengt, weet, dat gij voorzeker zult sterven, gij en al de uwen.
Genesis 31:24
En God kwam in een droom des nachts tot de Arameeer Laban en zeide tot hem: Neem u wel in acht, dat gij met Jakob niet ten goede of ten kwade spreekt.
1 Koningen 3:5-14
Te Gibeon verscheen de Here aan Salomo des nachts in een droom, en God zeide: Vraag; wat zal Ik u geven? Toen zeide Salomo: Gij hebt uw knecht, mijn vader David, grote goedertierenheid bewezen, evenals hij voor uw aangezicht in trouw en rechtvaardigheid en oprechtheid van hart jegens U gewandeld heeft; en Gij hebt aan hem deze grote goedertierenheid bevestigd door hem een zoon te geven, die op zijn troon zit, zoals heden het geval is. En nu, Here, mijn God, Gij zelf hebt uw knecht in de plaats van mijn vader David koning gemaakt, hoewel ik een jonge man ben; ik weet niet uit te gaan of in te gaan. Zo staat uw knecht te midden van uw volk, dat Gij uitverkoren hebt, een groot volk, dat niet te tellen of te schatten is vanwege de menigte. Geef dan uw knecht een opmerkzaam hart, opdat hij uw volk richte, door te onderscheiden tussen goed en kwaad, want wie zou in staat zijn dit uw talrijk volk te richten? En het was goed in de ogen des Heren, dat Salomo dit gevraagd had. En God zeide tot hem: Omdat gij dit gevraagd hebt, en voor u geen lang leven hebt gevraagd, en geen rijkdom, en ook niet gevraagd hebt het leven uwer vijanden, maar voor u inzicht hebt gevraagd om een rechtszaak te kunnen horen, zie, Ik doe naar uw woord; zie, Ik geef u een wijs en verstandig hart, zodat uws gelijke voor u niet geweest is, noch na u zal opstaan. En ook wat gij niet gevraagd hebt, geef Ik u, zowel rijkdom als eer, zodat onder de koningen uws gelijke niet zal zijn geweest al uw dagen. En indien gij op mijn wegen wandelt en mijn inzettingen en geboden bewaart, zoals uw vader David gewandeld heeft, dan zal Ik uw leven verlengen.
Mattheüs 1:20-23
Toen die overweging bij hem opkwam, zie, een engel des Heren verscheen hem in de droom en zeide: Jozef, zoon van David, schroom niet Maria, uw vrouw, tot u te nemen, want wat in haar verwekt is, is uit de heilige Geest. Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het die zijn volk zal redden van hun zonden. Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zeide: Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuel geven, hetgeen betekent: God met ons.
Mattheüs 2:13
Toen zij weggetrokken waren, zie, een engel des Heren verschijnt Jozef in de droom en zegt: Sta op, neem het kind en zijn moeder en vlucht naar Egypte, en blijf aldaar, totdat Ik het u zeg; want Herodes zal alles in het werk stellen om het kind om te brengen.
Mattheüs 2:19-20
Toen Herodes gestorven was, zie, een engel des Heren verschijnt in de droom aan Jozef in Egypte, en zegt: Sta op, neem het kind en zijn moeder en reis naar het land Israël want zij, die het kind naar het leven stonden, zijn gestorven.
Zie ook
Genesis 31:10-13.

Soms is niet aangegeven of de droom direct of in beeld is.

Mattheüs 2:12
En van Godswege in de droom gewaarschuwd om niet tot Herodes terug te keren trokken zij langs een andere weg naar hun land terug.
Mattheüs 2:22z
En van Godswege in de droom gewaarschuwd, ging hij naar het gebied van Galilea,
Mattheüs 27:19z
want ik heb heden in een droom veel om Hem geleden.

Dan zijn er nachtgezichten, die volgens Job 20:8, Job 33:15, Jesaja 29:7 (chazon) dromen zijn (ook volgens Job 4:13?). Dit blijkt ook uit Daniël 7:7 en Daniël 7:13, nachtgezichten die onderdeel zijn van de droom genoemd in Daniël 7:1 (zie ook ‚gezicht’ in Daniël 7:2).

Genesis 46:2a
En God sprak tot Israël in nachtgezichten {marah}, en Hij zeide: Jakob, Jakob.
Daniël 2:19a
Toen werd de verborgenheid aan Daniël in een nachtgezicht geopenbaard.

Visioenen. Ook hiervan bestaat, naast een beeldende vorm, de directe vorm.

Ezechiël 1:1
In het dertigste jaar, in de vierde maand, op de vijfde der maand, toen ik te midden der ballingen aan de rivier de Kebar was, werd de hemel geopend en zag ik gezichten {marah} van Godswege.
(Beschrijving van het gezicht in Ezechiël 1:4-3:14.)
Handelingen 9:10-16
Nu was er te Damascus een discipel, genaamd Ananias; en de Here zeide tot hem in een gezicht: Ananias! En hij zeide: Zie, hier ben ik, Here. En de Here zeide tot hem: Sta op en ga naar de straat, die de Rechte heet, en vraag ten huize van Judas naar iemand uit Tarsus, genaamd Saulus, want zie, hij is in gebed en hij heeft [in een gezicht] een man, genaamd Ananias, zien binnenkomen en hem de handen opleggen, opdat hij weer zien kon. En Ananias antwoordde: Here, ik heb van velen over deze man gehoord, hoeveel kwaad hij uw heiligen te Jeruzalem aangedaan heeft; en hier heeft hij volmacht van de overpriesters om allen, die uw naam aanroepen, gevangen te nemen. Maar de Here zeide tot hem: Ga, want deze is Mij een uitverkoren werktuig om mijn naam te brengen voor heidenen en koningen en de kinderen Israëls; want Ik zal hem tonen, hoeveel hij lijden moet ter wille van mijn naam.
Handelingen 10:3-6
Hij zag in een gezicht, omstreeks het negende uur van de dag, duidelijk een engel Gods bij zich binnenkomen en tot hem zeggen: Cornelius! Hij staarde hem aan en werd zeer bevreesd en zeide: Wat is er, heer! En hij zeide tot hem: Uw gebeden en uw aalmoezen zijn voor God in gedachtenis gekomen. En nu, zend mannen naar Joppe en nodig een zekere Simon uit, die bijgenaamd wordt Petrus: deze is de gast van een Simon, een leerlooier, wiens huis bij de zee ligt.
2 Korinthiërs 12:1-4
Er moet geroemd worden; het dient wel tot niets, maar ik zal komen op gezichten en openbaringen des Heren. Ik weet van een mens in Christus, veertien jaar is het geleden — of het in het lichaam was, weet ik niet, of dat het buiten het lichaam was, weet ik niet, God weet het — dat die persoon weggevoerd werd tot in de derde hemel. En ik weet van die persoon — of het in het lichaam of buiten het lichaam was, weet ik niet, God weet het — dat hij weggevoerd werd naar het paradijs en onuitsprekelijke woorden gehoord heeft, die het een mens niet geoorloofd is uit te spreken.

Overigens is als God werkt de grens tussen gedachte en daad niet altijd duidelijk. Zo is ook de verheerlijking op de berg een gezicht.

Mattheüs 17:9
En terwijl zij van de berg afdaalden, gebood Jezus hun, zeggende: Vertelt niemand dit gezicht, voordat de Zoon des mensen uit de doden is opgewekt.

Roëh — eigenlijk „ziener”, maar ook éénmaal „gezicht”.

Jesaja 28:7
En ook dezen waggelen van wijn en tuimelen van bedwelmende drank: priester en profeet waggelen van bedwelmende drank, zijn verward door wijn, tuimelen van bedwelmende drank, waggelen bij een gezicht, wankelen bij een rechtspraak.
Ezechiël 11:24
En de Geest hief mij op en bracht mij naar het land der Chaldeeën, naar de ballingen, in een gezicht door de Geest Gods; en toen het gezicht dat ik gezien had, van mij opgetrokken was,

Marah (10x) — hoe iets er uitziet. Ook spiegel (Exodus 38:8).

1 Samuël 3:15
Samuël nu bleef liggen tot de morgen; toen opende hij de deuren van het huis des Heren. Samuël zag ertegen op Eli het gezicht mee te delen.
Ezechiël 8:3
En Hij strekte iets uit, dat de vorm had van een hand, en greep mij bij een lok van mijn hoofdhaar. Toen hief de Geest mij op tussen aarde en hemel en bracht mij in gezichten Gods naar Jeruzalem, bij de ingang van de binnenste poort, die op het noorden uitziet, waar het afgodsbeeld zich bevond, het voorwerp van naijver, dat naijver opwekt.
Ezechiël 40:2
in gezichten Gods bracht Hij mij naar het land van Israël en zette mij neer op een zeer hoge berg; daarop was iets als een stad gebouwd aan de zuidzijde.
Ezechiël 43:3
Het gezicht {mareh mareh} dat ik zag, was als het gezicht {mareh} dat ik gezien had, toen Hij kwam om de stad te vernielen, en het waren gezichten {marah} als het gezicht {mareh} dat ik gezien had bij de rivier de Kebar. Ik viel op mijn aangezicht.
Daniël 10:7-8
Alleen ik, Daniël, zag dat gezicht, maar de mannen die bij mij waren, zagen het niet; doch een grote schrik overviel hen, zodat zij vluchtten en zich verborgen; zo bleef ik alleen over. Toen ik dat grote gezicht zag, bleef er in mij geen kracht meer; alle kleur week van mijn gelaat, en ik had geen kracht meer over.

Chaza — meestal gewoon ‚zien’; in het meervoud „chazoth” soms ‚gezicht’.

2 Kronieken 9:29
Het overige van de geschiedenis van Salomo, uit vroeger en later tijd, is dat niet beschreven in de geschiedenis van de profeet Natan, in de profetie van de Siloniet Achia en in de gezichten van de ziener Jedo over Jerobeam, de zoon van Nebat?
Jesaja 21:2
Een dreigend gezicht is mij geopenbaard: een verrader, die verraderlijk handelt en een verwoester, die verwoest. Trek op, Elam! Sla het beleg, Medië! Alle zuchten doe Ik ophouden.
Jesaja 29:11
Zo werd het gezicht van dit alles voor u als de woorden van een verzegeld boek, dat men aan iemand geeft, die lezen kan, terwijl men zegt: Lees dit eens; maar hij antwoordt: Ik kan niet, want het is verzegeld.

Valse gezichten (Chazon).

Jeremia 14:14
Maar de Here zeide tot mij: Leugenachtig profeteren de profeten in mijn naam, Ik heb hen niet gezonden, hun geen opdracht gegeven, en niet tot hen gesproken; een leugengezicht, ijdele waarzeggerij en bedriegerij van hun eigen hart profeteren zij u.
Jeremia 23:16
Zo zegt de Here der heerscharen: Hoort niet naar de woorden der profeten, die u profeteren; zij maken, dat gij u aan een ijdele waan overgeeft, zij spreken het gezicht van hun eigen hart, niet uit des Heren mond.
Ezechiël 13:16
de profeten van Israël, die tot Jeruzalem profeteerden en daarvoor een gezicht van vrede schouwden, zonder dat er vrede is, luidt het woord van de Here Here.

Chazon

1 Samuël 3:1
De jonge Samuël was in de dienst des Heren onder toezicht van Eli. Nu was in die dagen het woord des Heren schaars; gezichten waren niet talrijk.
2 Kronieken 32:32
Het overige van de geschiedenis van Jechizkia, en zijn vrome daden, zie, zij zijn beschreven in het Gezicht van de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, in het boek der koningen van Juda en van Israël.
Psalmen 89:20
Gij hebt weleer in een gezicht gesproken tot uw gunstgenoten en gezegd: Aan een held heb Ik hulp toebedeeld, Ik heb een verkorene uit het volk verheven;
Spreuken 29:18
Jesaja 1:1
Het gezicht van Jesaja, de zoon van Amoz, dat hij heeft gezien over Juda en Jeruzalem in de dagen van Uzzia, Jotam, Achaz en Jechizkia, koningen van Juda.
Klaagliederen 2:9
Ezechiël 7:13
Ezechiël 7:26
Ezechiël 12:22-24
Mensenkind, wat is dat voor een zegswijze bij u in het land van Israël: de tijd verstrijkt, maar geen enkel gezicht komt uit? Daarom zeg tot hen: zo zegt de Here Here: Ik zal aan deze zegswijze een einde maken, en men zal ze niet langer gebruiken in Israël. Zeg daarentegen tot hen: de tijd is nabij en de vervulling van elk gezicht! Want er zal geen bedrieglijk gezicht noch verleidende waarzeggerij meer zijn onder het huis Israëls.
Ezechiël 12:27
Mensenkind, zie, het huis Israëls zegt: het gezicht dat hij schouwt, heeft betrekking op een verwijderde toekomst, en hij profeteert aangaande verre tijden.
Daniël 1:17
En aan deze vier knapen gaf God kennis en verstand van allerlei geschriften en wijsheid, terwijl Daniëlss inzicht had in allerlei gezichten en dromen.
[[En verder‥]]

Machazeh (4x).

Genesis 15:1a
Hierna kwam het woord des Heren tot Abram in een gezicht:
Numeri 24:4
de spreuk van hem, die de woorden Gods hoort, die het gezicht des Almachtigen schouwt, nederliggende met ontsloten ogen.
Numeri 24:16
de spreuk van hem, die de woorden Gods hoort, en die de wetenschap des Allerhoogsten kent, die het gezicht des Almachtigen schouwt, nederliggende met ontsloten ogen.
Ezechiël 13:7
Hebt gij dan geen bedrieglijk gezicht geschouwd en leugenachtige waarzeggerij gesproken, toen gij zeidet: zo luidt het woord des Heren, terwijl Ik niet gesproken had?

Chizzajon — incompleet!

2 Samuël 7:17, 1 Kronieken 17:15
Geheel overeenkomstig deze woorden en dit gezicht, heeft Natan tot David gesproken.
(In 2Sa chizzajon — 2384; in 1Kr chazon — 2377.)
Job 7:14
dan verschrikt Gij mij door dromen en beangstigt mij door gezichten,
Jesaja 22:1
De Godsspraak over het dal van het gezicht. Wat hebt gij toch, dat gij met u allen op de daken klimt,
Jesaja 22:5
Want de Here, de Here der heerscharen, houdt in het dal van het gezicht een dag van verwarring, verwoesting en ontzetting: omverhalen van muren en geschreeuw naar het gebergte.
Joël 2:28
Zacharia 13:4

(Alles vanaf Daniël nog doen‥)