De affectieve ziel

De ziel is de zetel van de gevoelens, en behelst wat intens doorleefd wordt (liefde, haat, angst). In die betekenis wordt het soms vertaald als ‚hart’. Zie ook „hart” in Genesis 6:5, Genesis 8:21a, Spreuken 6:18, Spreuken 27:19, Jeremia 4:14, Marcus 7:21 en vele andere verzen.)

Genesis 42:21
Zij nu deden aldus en zeiden tot elkander: Voorwaar, nu boeten wij voor wat wij onze broeder aangedaan hebben: wij zagen zijn zielsbenauwdheid, toen hij ons om erbarming smeekte, maar wij hoorden niet; daarom is deze benauwdheid over ons gekomen.
Genesis 44:30
En nu, wanneer ik bij uw knecht, mijn vader, kom, en de jongen is niet bij ons, aan wiens ziel zijn eigen ziel nauw verbonden is,
Numeri 21:4
Toen zij van de berg Hor opgebroken waren in de richting van de Schelfzee ten einde om het land Edom heen te trekken, werd {de ziel van} het volk onderweg ongeduldig.
Job 10:1z
ik wil mijn klacht de vrije loop laten, spreken in de bitterheid mijner ziel.
Psalmen 107:5
hongerig waren zij, ja dorstig, hun ziel versmachtte in hen.
Psalmen 107:9
omdat Hij de dorstende ziel heeft gelaafd en de hongerende ziel met het goede vervuld.
Psalmen 107:26
zij rezen ten hemel, zonken neer in de waterdiepten, hun ziel verging van ellende;
Spreuken 13:19a
Een vervulde begeerte is zoet voor de ziel,
Jesaja 38:15z
Ik zal al mijn jaren voortschrijden na dit bittere zieleleed.
Jesaja 66:3z
Zoals zij hun eigen wegen verkozen hebben en hun ziel in hun gruwelen behagen schept,
Jeremia 31:25
want Ik verkwik de vermoeide ziel, elke versmachtende ziel verzadig Ik.

Daarom kan de ziel ook verkwikt worden.

Ruth 4:15
En hij zal uw ziel verkwikken en u in uw ouderdom verzorgen; want uw schoondochter, die u liefheeft, heeft hem gebaard, zij, die u meer waard is dan zeven zonen.
Psalmen 19:8
De wet des Heren is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis des Heren is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de onverstandige.
Psalmen 23:3
Hij verkwikt mijn ziel. Hij leidt mij in de rechte sporen om zijns naams wil.
Psalmen 94:19
Bij de veelheid van mijn gedachten in mijn binnenste verkwikten uw vertroostingen mijn ziel.
Spreuken 11:25
De zegenende ziel wordt overvloedig verkwikt, wie laaft, wordt ook zelf gelaafd.
Spreuken 25:13
Gelijk de koelte der sneeuw in de oogsttijd, is een betrouwbare bode voor wie hem zendt; hij verkwikt de ziel van zijn heer.
Klaagliederen 1:16
Daarom moet ik wenen, mijn oog, mijn oog vliet van water, want verre van mij is de trooster die mijn ziel verkwikken zou; mijn zonen zijn verbijsterd; zo machtig is de vijand!

De ziel kan daarmee ook staan voor het gevoelsleven zelf.

Exodus 23:9
De vreemdeling zult gij niet benauwen, want gij kent de gemoedsgesteldheid van de vreemdeling, omdat gij vreemdelingen zijt geweest in het land Egypte.
1 Samuël 1:15
Doch Hanna antwoordde: Neen, mijn heer, ik ben een diepbedroefde vrouw; wijn noch bedwelmende drank heb ik gedronken, maar ik heb mijn hart uitgestort voor het aangezicht des Heren.
Psalmen 35:25
dat zij in hun hart niet zeggen: Ha! onze wens! dat zij niet zeggen: Wij hebben hem verslonden!
Psalmen 105:22
om zijn vorsten te binden naar zijn goeddunken, en zijn oudsten leerde hij wijsheid.