De Ammonieten

De god der Ammonieten is Milkom. Het woord betekent waarschijnlijk ‚koning’, en is dus niet zozeer een naam alswel een titel.

1 Koningen 11:5-6
Zo liep Salomo Astarte, de godin der Sidoniërs, achterna, en Milkom, de gruwel der Ammonieten, en Salomo deed wat kwaad is in de ogen des Heren, en hij volgde de Here niet ten volle, zoals zijn vader David.
1 Koningen 11:30z-33
Toen greep Achia de nieuwe mantel die hij droeg, en scheurde die in twaalf stukken; hij zeide tot Jerobeam: Neem voor u tien stukken, want zo zegt de Here, de God van Israël: zie, Ik ga het koninkrijk van Salomo afscheuren, en Ik geef u de tien stammen — maar één stam zal voor hem zijn, ter wille van mijn knecht David en van Jeruzalem, de stad die Ik uit alle stammen van Israël verkoren heb —, omdat hij Mij heeft verlaten, en zich neergebogen heeft voor Astarte, de godin der Sidoniërs, voor Kamos, de god van Moab, en voor Milkom, de god der Ammonieten, en niet in mijn wegen gewandeld heeft en niet gedaan heeft wat recht is in mijn ogen; mijn inzettingen en mijn verordeningen, zoals zijn vader David.
2 Koningen 23:13
De hoogten ten oosten van Jeruzalem, ten zuiden van de berg der Verwoesting welke Salomo, de koning van Israël, gebouwd had voor Astoreth, de gruwel der Sidoniërs, voor Kamos, de gruwel van Moab, en voor Milkom, de afschuw der Ammonieten, ook die verontreinigde de koning.
Jeremia 49:1
Over de Ammonieten. Zo zegt de Here: Heeft Israël geen kinderen, heeft het geen erfgenaam? Waarom heeft Milkom Gad in bezit genomen en diens volk zich in zijn steden gevestigd?
Jeremia 49:3
Jammer, Chesbon, want het is verwoest, een puinhoop; krijt, dochters van Rabba; gordt u rouwgewaad om, weeklaagt en zwerft rond tussen de akkermuren want Milkom zal in ballingschap gaan, zijn priesters en vorsten tezamen.