Schrijven en schrift

Opschrijven betekent permanent en/of publiek maken.

Job 19:23-24
Och, of mijn woorden toch werden opgeschreven, och, of zij kwamen in een boek, met een ijzeren stift in lood werden gegrift, voor eeuwig gehouwen in een rots!
Jesaja 8:1
De Here zeide tot mij: Neem u een groot schrijfbord en schrijf daarop met schrift, dat voor ieder leesbaar is: Haastig buit, spoedig roof.
Jesaja 30:8
Ga nu, schrijf het in hun bijzijn op een tafel en teken het op in een boek, opdat het diene voor latere dagen, voor immer en altoos.
Habakuk 2:2
Toen antwoordde de Here mij; Schrijf het gezicht op en zet het duidelijk op tafelen, opdat men het in het voorbijlopen zal kunnen lezen.
1 Korinthiërs 10:11
Dit is hun overkomen tot een voorbeeld (voor ons) en het is opgetekend ter waarschuwing voor ons, over wie het einde der eeuwen gekomen is.

Dus moeten maatregelen genomen worden als iets niet bekend mag worden.

Jesaja 29:11-12
Zo werd het gezicht van dit alles voor u als de woorden van een verzegeld boek, dat men aan iemand geeft, die lezen kan, terwijl men zegt: Lees dit eens; maar hij antwoordt: Ik kan niet, want het is verzegeld. Of het boek wordt gegeven aan iemand die niet lezen kan, terwijl men zegt: Lees dit eens; maar hij antwoordt: Ik kan niet lezen.
Daniël 12:4
Maar gij, Daniël, houd de woorden verborgen, en verzegel het boek tot de eindtijd; velen zullen onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen.
Openbaring 10:4
En toen de zeven donderslagen gesproken hadden, wilde ik het opschrijven, maar ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: Verzegel hetgeen de zeven donderslagen gesproken hebben en schrijf het niet op.

Mensen schrijven in opdracht van God. Mozes.

Exodus 17:14
En de Here zeide tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek, en prent het Jozua in, dat Ik de herinnering aan Amalek onder de hemel volledig zal uitwissen.
(Het „dit” is Exodus 17:8-13. Dit boek is mogelijk het in Numeri 21:14 genoemde Boek van de oorlogen des Heren: dat zou dan een reisverslag zijn dat Mozes bijhield (Numeri 33:2). De Egyptenaren hadden de gewoonte journaals te laten bijhouden van hun veldtochten, en die na afloop te gebruiken als bron voor hun verslagen.)
Exodus 24:4a
En Mozes schreef al de woorden des Heren op.
Deuteronomium 31:19
Nu dan, schrijf dit lied op en leer het de Israëlieten, leg het hun op de lippen, opdat dit lied Mij tot getuige zij tegen de Israëlieten.
Deuteronomium 31:22
Toen schreef Mozes dit lied op en leerde het de Israëlieten.

Jeremia middels Baruch.

Jeremia 30:2
Zo zegt de Here, de God van Israël: Schrijf alle woorden die Ik tot u gesproken heb, in een boek.
Jeremia 36:1-2
In het vierde jaar van Jojakim, de zoon van Josia, de koning van Juda, kwam dit woord van de Here tot Jeremia: Neem een boekrol en schrijf daarop al de woorden die Ik tot u over Israël, Juda en alle volken gesproken heb, sedert de dag dat Ik tot u gesproken heb sedert de tijd van Josia tot op heden.
Jeremia 36:4
Toen riep Jeremia Baruch, de zoon van Neria, en Baruch schreef uit Jeremia's mond al de woorden die de Here tot hem gesproken had, op een boekrol.
Jeremia 36:32
Jeremia nam een andere rol en gaf die aan de schrijver Baruch, de zoon van Neria, en deze schreef daarop uit de mond van Jeremia al de woorden uit het boek dat Jojakim, de koning van Juda, in het vuur verbrand had; en nog vele dergelijke woorden werden daaraan toegevoegd.
Jeremia 36:27-28
Toen kwam het woord des Heren tot Jeremia, nadat de koning de rol met de woorden die Baruch had opgetekend uit de mond van Jeremia, verbrand had, aldus: Neem weer een andere rol en schrijf daarop al de vorige woorden die op de eerste rol stonden, welke Jojakim, de koning van Juda, verbrand heeft;
Jeremia 51:60-64a
Jeremia dan schreef al het onheil dat over Babel komen zou, in een boek, al deze woorden die over Babel geschreven zijn, en Jeremia zeide tot Seraja: Wanneer gij in Babel komt, zie dan toe en lees al deze woorden en zeg: Here, Gij hebt aangaande deze plaats gesproken, dat Gij haar zult uitroeien, zodat er geen inwoner in zijn zal, mens noch dier, maar dat zij een eeuwige woestenij zal zijn. En wanneer gij dit boek uitgelezen hebt, bind er dan een steen aan en werp het midden in de Eufraat, en zeg: Evenzo zal Babel zinken en niet weer bovenkomen, ten gevolge van het onheil dat Ik erover ga brengen.
(Dus ook een boek kan een beeld zijn. Het „al deze woorden” slaat op ‥)

Het Wetboek = het Boek des Verbonds.

Deuteronomium 31:24-26
Toen Mozes gereed was met de woorden dezer wet volledig in een boek op te schrijven, gebood hij de Levieten, die de ark van het verbond des Heren droegen: Neemt dit wetboek en legt het naast de ark des verbonds van de Here, uw God opdat het daar tot getuige tegen u zij.
Jozua 24:26
Jozua schreef deze dingen in het wetboek Gods, en hij nam een grote steen en richtte die aldaar op, onder de terebint, op de heilige plaats des Heren.
2 Kronieken 34:14-16a
Toen zij het geld dat in het huis des Heren gebracht was, te voorschijn haalden, vond de priester Hilkia het boek van de wet des Heren, gegeven door Mozes. En Hilkia nam het woord en zeide tot de schrijver Safan: Ik heb het wetboek gevonden in het huis des Heren. Daarop gaf Hilkia het boek aan Safan, en Safan bracht het boek naar de koning.
2 Kronieken 34:30z-31
Hij las te hunnen aanhoren al de woorden van het boek des verbonds dat in het huis des Heren gevonden was. Toen ging de koning staan op zijn plaats en sloot een verbond voor het aangezicht des Heren, dat men de Here zou volgen en met zijn ganse hart en zijn ganse ziel zijn geboden, getuigenissen en inzettingen zou houden, en de woorden van het verbond die in dit boek geschreven waren, zou volbrengen.

De vazalsverdragen in dit wetboek bevatten vloeken.

Deuteronomium 29:20-21
dan zal de Here die man niet willen vergeven, maar zullen de toorn en de ijver des Heren tegen hem branden; heel de vloek, die in dit boek opgetekend staat, zal op hem rusten, en de Here zal zijn naam uitwissen onder de hemel. De Here zal hem uit alle stammen van Israël afzonderen ten verderve overeenkomstig alle vervloekingen van het verbond, dat in dit wetboek beschreven is.
Deuteronomium 29:27
daarom is de toorn des Heren tegen dit land ontbrand om daarover heel de vervloeking te brengen, die in dit boek opgetekend staat:
Daniël 9:11z
Daarom is over ons uitgestort de met een eed bekrachtigde vloek, welke geschreven staat in de wet van Mozes, de knecht Gods, want wij hebben tegen Hem gezondigd.
Daniël 9:13
Zoals geschreven staat in de wet van Mozes, is al dit onheil over ons gekomen, en wij hebben de Here, onze God, niet vermurwd door ons te bekeren van onze ongerechtigheden en acht te slaan op uw waarheid.
Jozua 1:8
Jozua 8:31-34
Jozua 23:6
1 Koningen 2:3
2 Koningen 14:6
2 Kronieken 23:18
2 Kronieken 25:4
2 Kronieken 34:14
2 Kronieken 34:30-31
2 Kronieken 35:12
Ezra 3:2
Ezra 6:18
Ezra 7:6
Nehemia 8:2
Nehemia 8:15
Nehemia 13:1

Raadplegen.

Jesaja 34:16a
Zoekt na in het boek des Heren en leest;
Daniël 9:2
in het eerste jaar van zijn koningschap lette ik, Daniël, in de boeken op het getal van de jaren, waarover het woord des Heren tot de profeet Jeremia gekomen was, dat Hij over de puinhopen van Jeruzalem zeventig jaar zou doen verlopen.
Spreuken 25:1
Ook dit zijn spreuken van Salomo, welke de mannen van Hizkia, de koning van Juda, hebben bijeengebracht.
(1 Koningen 4:32: Hij sprak immers drieduizend spreuken, en liederen van hem waren er duizend vijf.)

Andere boeken. (Het Boek van de oorlogen des Heren is hierboven al genoemd.)

Jozua 10:13, 2 Samuël 1:18
Het boek des Oprechten.
1 Koningen 11:41
Boek der geschiedenissen v Salomo.
2 Koningen 16:19
en passim. Boek der kronieken der koningen van Juda.
2 Kronieken 25:26
enz. Boek der koningen van Juda en Israël.

((Te doen.))

Kroniekschrijven: Esther 10:2 (meteen een formule en een rhetorische vraag).

Het cultuurniveau van Genesis 4:19-22; Genesis 6:5 — maakt schrift waarschijnlijk. Deuteronomium 32:7-8: Genesis 1-10 is niet later ingevoegd. En Genesis 5 zou in de 8e eeuw niet met zulke lange leeftijden verzonnen zijn.

Overnemen: Obadja 1:1-9 = Jeremia 49:1-15.