De verkiezingsgrond

God verkiest niet willekeurig, maar op grond van zijn „voor”kennis.

Romeinen 8:29-30
Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen; en die Hij tevoren bestemd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt.
1 Petrus 1:2a
de uitverkorenen naar de voorkennis van God, de Vader,
Zie ook
Jeremia 1:5 — een andere context waar verkozen wordt op grond van voorkennis.

Een direct voorbeeld van uitverkiezing op voor­kennis vinden we in de roeping van Abraham:

  1. Eerst wordt Abraham uitverkoren en gezegend:
    Genesis 12:1-3
    De Here nu zeide tot Abram: Ga uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis naar het land, dat Ik u wijzen zal; Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn. Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken, en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden.
  2. Daarbij wordt gesteld dat de rechtvaardiging op grond van geloof is:
    Genesis 15:6
  3. Vervolgens zien we Abraham herhaaldelijk zijn ongeloof tonen:
    Genesis 16:3
    Genesis 17:17
    (Het eerste voorkomen van ROTFL in de geschiedenis.)
    Genesis 20:2
  4. Pas veel later, na Gods trouw aan den lijve te hebben ondervonden in de geboorte van Izaäk, toont hij zijn geloof:
    Genesis 22:9-10
    Toen zij aan de plaats die God hem genoemd had, gekomen waren, bouwde Abraham daar een altaar, schikte het hout, bond zijn zoon Isaak en legde hem op het altaar boven op het hout. Daarop strekte Abraham zijn hand uit en nam het mes om zijn zoon te slachten.
  5. Uiteindelijk legt God uit dat dat geloof de reden was van die uitverkiezing:
    Genesis 22:16-18
    Ik zweer bij Mijzelf, luidt het woord des Heren: omdat gij dit gedaan hebt, en uw zoon, uw enige, Mij niet onthouden hebt, zal Ik u rijkelijk zegenen, en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren des hemels en als het zand aan de oever der zee, en uw nageslacht zal de poort zijner vijanden in bezit nemen. En met uw nageslacht zullen alle volken der aarde gezegend worden, omdat gij naar mijn stem gehoord hebt.
  6. Jakobus uiteindelijk legt uit dat die belofte en die geloofstoning samenhangen:
    Jakobus 2:21-23

Iets vergelijkbaars speelt bij de uitverkiezing van Jakob boven Esau.

Romeinen 9:11-13
Eerst kiest God (Genesis 25:23, Maleachi 1:2-3).
Genesis 25:31-33
Dan handelt Esau, daarmee Gods gelijk in Diens keuze bewijzend.