De stijlfiguur der Codering

Codering is een techniek om een boodschap over te brengen zonder die uit te spreken. Er zijn talloze vormen van codering, met bijbehorend verschillende toepassingen. Enkele vormen worden in de Bijbel gebruikt.

Eenduidige codering, waarbij de bedoelde ontvanger geacht wordt de gecodeerde boodschap weer terug te kunnen vertalen tot de oorspronkelijke. (Mogelijke effecten: geheimhouding voor buitenstaanders — om voor wel ingewijden, maar niet voor buitenstaanders verstaanbaar te zijn; om aan te tonen dat men „er bij” hoort — zoals jongerengroepen altijd hun eigen taalgebruik hebben ontwikkeld en gekoesterd.)

Letter­substitutie
Jeremia gebruikt dit om de naam Babel te coderen tot Sesach — door de letters BBL van achteraf het Hebreeuwse alfabet te tellen in plaats van van voren. In het Nederlands zou zo de A een Z worden, de B een IJ, enzovoort.
Jeremia 25:26
aan alle koningen van het Noorden, die nabij of veraf zijn, de een na de ander; aan alle koninkrijken der aarde, die op de aardbodem zijn, en de koning van Sesak zal na hen drinken.
Jeremia 51:41
Ach, hoe is Sesak veroverd en de roem der gehele aarde ingenomen! Ach, hoe is Babel onder de volken tot een voorwerp van ontzetting geworden!
Betekenis­substitutie
Hieronder valt ook beeldspraak. Zie voor enige voorbeelden Eufemistische codering.
Zo stond bij de vroege kerk Rome bekend als „Babylon”.
1 Petrus 5:13
U laat de medeuitverkorene te Babylon groeten, en mijn zoon Marcus.
Openbaring 14:8
En een andere, een tweede engel, volgde, zeggende: Gevallen, gevallen is het grote Babylon, dat van de wijn van de hartstocht zijner hoererij al de volkeren heeft doen drinken.
Openbaring 16:19
En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden der volken stortten in. En het grote Babylon werd voor God in gedachtenis gebracht, om daaraan de beker met de wijn van de gramschap zijns toorns te geven.
Openbaring 17:5
En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde.
Openbaring 18:2-3
En hij riep met sterke stem, zeggende: Gevallen, gevallen is de grote [stad] Babylon en zij is geworden een woonplaats van duivelen, een schuilplaats van alle onreine geesten en een schuilplaats van alle onrein en verfoeid gevogelte, omdat van de wijn van de hartstocht harer hoererij al de volken gedronken hebben en de koningen der aarde met haar gehoereerd hebben en de kooplieden der aarde rijk geworden zijn uit de macht harer weelderigheid.
Openbaring 18:10
van verre staande uit vrees voor haar pijniging, zeggende: Wee, wee, gij grote stad, Babylon, gij sterke stad, want in een uur is uw oordeel gekomen.
Openbaring 18:21
En een sterke engel nam een steen op als een grote molensteen en wierp hem in de zee, zeggende: Zo zal Babylon met geweld geworpen worden, de grote stad, en zij zal nooit meer gevonden worden.

Ook meerduidige codering leent zich tot verschillende doeleinden.

Voor mededelingen die pas achteraf begrepen mogen worden.
Zo is het mogelijk dat in de citaten uit de Openbaring aan Johannes met „Babylon” een andere stad of een ander rijk wordt bedoeld, dat wij pas achteraf mogen inzien. Nauw verwant hiermee is Mattheüs 13:10-16.
Om te kunnen ontkennen dat dat bedoeld was.
Wellicht is de 666-codering zo bedoeld, om vervolging te ontlopen.