Gods aardꜛ
God is, anders dan de wisselvallige mens, volkomen eerlijk.
- Numeri 23:19
- God is geen man, dat Hij liegen zou; of een mensenkind, dat Hij berouw zou hebben. Zou Hij zeggen en niet doen, of spreken en niet volbrengen?
- 1 Samuël 15:29
- Ook liegt de Onveranderlijke Israëls niet en Hij kent geen berouw; want Hij is geen mens, dat Hij berouw zou hebben.
- Psalmen 89:36
- Eenmaal heb Ik bij mijn heiligheid gezworen: Hoe zou Ik tegenover David liegen!
- Lukas 21:33
- De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
- Romeinen 11:29
- Want de genadegaven en de roeping Gods zijn onberouwelijk.
- Titus 1:2
- in de hoop des eeuwigen levens, dat God, die niet liegt, voor eeuwige tijden beloofd heeft, terwijl Hij te zijner tijd zijn woord heeft openbaar gemaakt in de verkondiging,
- Hebreeën 6:18
- opdat door twee onveranderlijke dingen, waarbij het onmogelijk is, dat God liegen zou, wij, die (tot Hem de) toevlucht genomen hebben, een krachtige aansporing zouden hebben om de hoop te grijpen, die voor ons ligt.
- Zie ook
- Psalmen 110:4a, Jeremia 4:28, Zacharia 8:14.
Zijn onveranderlijkheidꜛ (zie ook Gods eeuwigheid en Jezus' eeuwigheid).
- Jesaja 43:13a
- Ook voortaan ben Ik dezelfde en niemand redt uit mijn hand.
- Jesaja 46:4
- Tot de ouderdom ben Ik dezelfde en tot de grijsheid toe zal Ik u torsen; Ik heb het gedaan en Ik zal dragen, Ik zal torsen en redden.
- Maleachi 3:6
- Voorwaar, Ik, de Here, ben niet veranderd, en gij kinderen van Jakob, zijt niet verteerd.
- Jakobus 1:17
- Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer.
De Korachieten erkenen dit.
- Psalmen 48:15a
- Waarlijk, zo is God, onze God, voor eeuwig en altoos;