Ονομαꜛ
Naam in de betekenis van titel, functieomschrijving (εις ονομα + genitivusꜛ.)
- Mattheüs 10:41-42
- Wie een profeet ontvangt [tot naam van] profeet, zal het loon van een profeet ontvangen; en wie een rechtvaardige ontvangt [tot naam van] rechtvaardige, zal het loon van een rechtvaardige ontvangen. En wie een van deze kleinen, [tot naam van] discipel, ook maar een beker koud water te drinken geeft, voorwaar, Ik zeg u, zijn loon zal hem geenszins ontgaan.
Naam als reputatie.
- Openbaring 3:1z
- Ik weet uw werken, dat gij de naam hebt, dat gij leeft, maar gij zijt dood.
De naam des Heren.
- Kolossenzen 3:17
- En al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de naam des Heren Jezus, God, de Vader, dankende door Hem!
- 2 Timotheüs 2:19
- En toch staat ongeschokt het hechte fundament Gods met dit merk: De Here kent de zijnen, en: Een ieder, die de naam des Heren noemt, breke met de ongerechtigheid.
- Zie ook
- De Verlosser voor de overige voorkomens.
Ongesorteerde verwijzingen
- Mattheüs 6:9
- Bidt gij dan aldus: Onze Vader die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd;
- Mattheüs 28:19
- Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb.
- Lukas 1:49
- omdat grote dingen aan mij gedaan heeft de Machtige. En heilig is zijn naam,
- Lukas 10:20
- Evenwel, verheugt u niet hierover, dat de geesten zich aan u onderwerpen, maar verheugt u, dat uw namen staan opgetekend in de hemelen.
- Lukas 11:2
- Hij zeide tot hen: Wanneer gij bidt, zegt: Vader, uw naam worde geheiligd; uw Koninkrijk kome;
- Johannes 10:3
- Voor hem doet de deurwachter open en de schapen horen naar zijn stem en hij roept zijn eigen schapen bij name en voert ze naar buiten.
- Johannes 12:28
- Vader, verheerlijk uw naam! Toen kwam een stem uit de hemel: Ik heb hem verheerlijkt, en Ik zal hem nogmaals verheerlijken!
- Johannes 17:6
- Ik heb uw naam geopenbaard aan de mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij behoorden U toe en Gij hebt hen Mij gegeven en zij hebben uw woord bewaard.
- Johannes 17:26
- en Ik heb hun uw naam bekend gemaakt en Ik zal hem bekend maken, opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij in Ik in hen.
- Handelingen 1:15
- En in die dagen stond Petrus op onder de broeders (en er was een groep van ongeveer honderd twintig [namen] bijeen) en hij sprak:
- Handelingen 15:14
- Simeon heeft uiteengezet, hoe God van meet aan erop bedacht geweest is een volk voor zijn naam uit de heidenen te vergaderen.
- Handelingen 15:17
- opdat het overige deel der mensen de Here zoeke, en alle heidenen, over welke mijn naam is uitgeroepen, spreekt de Here, die deze dingen doet,
- Handelingen 18:15
- maar nu het geschillen zijn over een woord en namen en de wet, die bij u geldt moet gij het zelf maar uitmaken; hierover wil ik geen rechter zijn.
- Romeinen 2:24
- Want de naam Gods wordt om u gelasterd onder de heidenen, gelijk geschreven staat.
- Romeinen 9:17
- Want het schriftwoord zegt tot Farao: Daartoe heb Ik u doen opstaan, opdat Ik in u mijn kracht zou tonen en mijn naam verbreid zou worden over de gehele aarde.
- Romeinen 15:9
- en dat de heidenen God ter wille van zijn ontferming gaan verheerlijken, gelijk geschreven staat: Daarom zal ik U loven onder de heidenen en uw naam met snarenspel prijzen.
- 1 Korinthiërs 1:13
- Is Christus gedeeld? Is Paulus dan voor u gekruisigd, of zijt gij in de naam van Paulus gedoopt?
- 1 Korinthiërs 1:15
- zodat niemand kan zeggen, dat gij in mijn naam gedoopt zijt.
- Efeziërs 1:21
- boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw.
- Filippenzen 4:3
- Ja, ik vraag ook u, mijn trouwe metgezel: wees haar behulpzaam. Want zij hebben tezamen met mij in de prediking van het evangelie gestreden, naast Clemens en mijn overige medearbeiders, wier namen staan in het boek des levens.
- 1 Timotheüs 6:1
- Allen, die onder een slavenjuk zijn, moeten hun meesters alle eer waardig achten, opdat de naam Gods en de leer geen smaad lijden.
- Hebreeën 2:12
- en Hij zegt: Uw naam zal ik aan mijn broeders verkondigen, in het midden der gemeente zal ik U lofzingen;
- Hebreeën 6:10
- Want God is niet onrechtvaardig, dat Hij uw werk zou vergeten en de liefde, die gij voor zijn naam getoond hebt door de diensten, welke gij de heiligen bewezen hebt en nog bewijst.
- Hebreeën 13:15
- Laten wij dan door Hem Gode voortdurend een lofoffer brengen, namelijk de vrucht onzer lippen, die zijn naam belijden.
- Jakobus 2:7
- Zijn zij het niet, die de goede naam, welke over u aangeroepen is, lasteren?
- 3 Johannes 14
- maar ik hoop u spoedig te zien; dan zullen wij van mond tot mond spreken. Vrede zij u! De vrienden groeten u. Groet de vrienden bij name.
- Openbaring 2:17
- Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik geven van het verborgen manna, en Ik zal hem een witte steen geven en op die steen een nieuwe naam geschreven, welke niemand weet, dan die hem ontvangt.
- Openbaring 3:4
- Doch gij hebt enkele personen te Sardes, die hun klederen niet hebben bezoedeld, en zij zullen met Mij in witte klederen wandelen, omdat zij het waardig zijn.
- Openbaring 3:5
- Wie overwint, zal aldus bekleed worden met witte klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor mijn Vader en voor zijn engelen.
- Openbaring 3:12
- Wie overwint, hem zal Ik maken tot een zuil in de tempel mijns Gods en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven de naam mijns Gods en de naam van de stad mijns Gods, het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel nederdaalt van mijn God, en mijn nieuwe naam.
- Openbaring 6:8
- En ik zag, en zie, een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood, en het dodenrijk volgde achter hem. En hun werd macht gegeven over het vierde deel der aarde om te doden, met het zwaard, met de honger, met de zwarte dood en door de wilde dieren der aarde.
- Openbaring 8:11
- En de naam der ster wordt genoemd Alsem. En het derde deel der wateren werd alsem en vele van de mensen stierven van het water, omdat het bitter geworden was.
- Openbaring 9:11
- Zij hadden over zich als koning de engel des afgronds; zijn naam is in het Hebreeuws Abaddon en in het Grieks heeft hij tot naam Apollyon.
- Openbaring 11:13m
- en zevenduizend personen werden door de aardbeving gedood,
- (Letterlijk: „namen van mensen”.)
- Openbaring 11:18
- en de volkeren waren toornig geworden, maar uw toorn is gekomen en de tijd voor de doden om geoordeeld te worden en om het loon te geven aan uw knechten, profeten, en aan de heiligen en aan hen, die uw naam vrezen, aan de kleinen en de groten en om te verderven wie de aarde verderven.
- Openbaring 13:1
- en hij bleef staan op het zand der zee. En ik zag uit de zee een beest opkomen met tien horens en zeven koppen; en op zijn horens tien kronen en op zijn koppen namen van godslastering.
- Openbaring 13:6
- En het beest opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tent en hen, die in de hemel wonen.
- Openbaring 13:8
- En allen, die op de aarde wonen, zullen het beest aanbidden, ieder, wiens naam niet geschreven is in het boek des levens van het Lam, dat geslacht is sedert de grondlegging der wereld.
- Openbaring 13:17
- en dat niemand kan kopen of verkopen, dan wie het merkteken, de naam van het beest, of het getal van zijn naam heeft.
- Openbaring 14:1
- En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met Hem honderdvierenveertigduizend, op wier voorhoofden zijn naam en de naam zijns Vaders geschreven stonden.
- Openbaring 14:11
- En de rook van hun pijniging stijgt op in alle eeuwigheden, en zij hebben geen rust, dag en nacht, die het beest en zijn beeld aanbidden, en al wie het merkteken van zijn naam ontvangt.
- Openbaring 15:2
- En ik zag iets als een zee van glas met vuur vermengd, en de overwinnaars van het beest en van zijn beeld en van het getal van zijn naam, staande aan de glazen zee, met de citers Gods.
- Openbaring 15:4
- Wie zou niet vrezen, Here, en uw naam niet verheerlijken? Immers, Gij alleen zijt heilig. Want alle volken zullen komen en zullen voor U nedervallen in aanbidding, omdat uw gerichten openbaar zijn geworden.
- Openbaring 16:9
- En de mensen werden verzengd door de grote hitte en zij lasterden de naam van God, die de macht heeft over deze plagen, en zij bekeerden zich niet om Hem eer te geven.
- Openbaring 17:3
- En hij voerde mij in de geest weg naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol was van godslasterlijke namen, en het had zeven koppen en tien horens.
- Openbaring 17:5
- En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde.
- Openbaring 17:8
- Het beest, dat gij zaagt, was en is niet, en het zal opkomen uit de afgrond en het vaart ten verderve; en zij, die op de aarde wonen, wier naam niet geschreven is in het boek des levens van de grondlegging der wereld af, zullen zich verbazen, als zij zien, dat het beest was en niet is en er toch zal zijn.
- Openbaring 19:16
- En Hij heeft op zijn kleed en op zijn dij geschreven de naam: Koning der koningen en Here der heren.
- Openbaring 21:12
- En zij had een grote en hoge muur en zij had twaalf poorten en op de poorten twaalf engelen, en namen op de poorten geschreven, welke zijn die van de twaalf stammen der kinderen Israëls.
- Openbaring 21:14
- En de muur der stad had twaalf fundamenten en daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen des Lams.
- Openbaring 22:4
- en zij zullen zijn aangezicht zien en zijn naam zal op hun voorhoofden zijn.