De Verlosser

Wie is de Verlosser van Israël en van ons?

Psalmen 130:7-8
Israël hope op de Here, want bij de Here is goedertierenheid, bij Hem is veel verlossing; Hij zelf zal Israël verlossen van al zijn ongerechtigheden.
Jesaja 43:11-12
Ik, Ik ben de Here, en buiten Mij is er geen Verlosser.
Mattheüs 1:21
Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het die zijn volk zal redden van hun zonden.

(Stukje over σῳζω toevoegen, met verwijzing naar σωτηρ.

De naam des Verlossers (en de betekenis van ‚Heer’).

Psalmen 25:2-3
mijn God, op U vertrouw ik; laat mij niet beschaamd worden, laten mijn vijanden niet over mij juichen. Ja, allen die U verwachten, worden niet beschaamd, beschaamd worden wie trouweloos handelen zonder oorzaak.
Joël 2:32
En het zal geschieden, dat ieder die de naam des HEREN aanroept, behouden zal worden, want op de berg Sion en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HERE gezegd heeft; en tot de ontkomenen zullen zij behoren, die de HERE zal roepen.
Handelingen 2:21
En het zal zijn, dat al wie de naam des Heren aanroept, behouden zal worden.
Romeinen 10:9-13
Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden; want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. Immers het schriftwoord zegt: Al wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen.
Want er is geen onderscheid tussen Jood en Griek. Immers, één en dezelfde is Heer over allen, rijk voor allen, die Hem aanroepen; want: al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden.
Zie ook
behoudenis in de naam van Jezus.

Wie bewijst Zijn liefde jegens ons door voor ons te sterven?

Romeinen 5:7-8
Want niet licht zal iemand voor een rechtvaardige sterven — maar misschien heeft iemand nog de moed voor een goede te sterven — God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is.

((Moehlmann heeft laten zien dat σωτηρ in de klassieke Joodse literatuur (inclusief het Oude Testament) feitelijk enkel voor God werd gebruikt.))