aan de Hebreeën
- Hebreeën
- Commentaar op Jakobus
- Commentaar op de Brieven
- De Canon
- Hebreeën 1:2-3
- Δια
- Hebreeën 1:2
- Jezus is God als Schepper
- Hebreeën 1:3
- Jezus' heilsdaad
- Redding als reiniging
- Hebreeën 1:3a
- Jezus is God zichtbaar
- Hebreeën 1:4
- Jezus' ονομα
- Hebreeën 1:5-6
- Προσκυνησις van de Zoon
- Hebreeën 1:5
- Aanhalingen betreffende de Messias
- Hebreeën 1:6
- Overige aanhalingen
- Patroon-cliëntverhoudingen
- Hebreeën 1:7
- Engelen
- Hebreeën 1:8-9
- Aanhalingen over God slaan op Jezus
- Hebreeën 1:9
- Δια
- Χριω
- Hebreeën 1:9z
- Ελαιον
- Hebreeën 1:10-12
- Aanhalingen over God slaan op Jezus
- Gods eeuwigheid
- Hebreeën 1:10
- De aanvang der schepping
- Jezus is God als Schepper
- Κυριος
- Hebreeën 1:13
- Aanhalingen over God slaan op Jezus
- Hebreeën 1:14
- Engelen
- Δια
- Διακονω
- Hebreeën 2:1-2
- Δια
- Hebreeën 2:2-4
- Argument a fortiori
- De verkondigingsopdracht
- Hebreeën 2:2
- Het Mozaïsch verbond
- Hebreeën 2:3-4
- Profetie toetsen aan het uitkomen ervan
- Hebreeën 2:3
- Wij moeten de heilsnodiging aanvaarden
- Κυριος
- Hebreeën 2:4
- Heilige Geest met mate
- Hebreeën 2:6
- De opzieners
- Verwerping
- Hebreeën 2:6z-8a
- Jezus is mens
- Hebreeën 2:9-11
- Δια
- Hebreeën 2:9
- Jezus stierf voor allen
- Hebreeën 2:11
- Patroon-cliëntverhoudingen
- Hebreeën 2:12
- Patroon-cliëntverhoudingen
- Ονομα
- Hebreeën 2:13
- Patroon-cliëntverhoudingen
- Hebreeën 2:14-15
- Satans werken
- Hebreeën 2:14
- Satan — ongesorteerd
- Δια
- Hebreeën 2:14a
- Jezus is mens
- Hebreeën 2:14z
- „Macht”
- Hebreeën 2:17
- Aanhalingen over God slaan op Jezus
- Gods trouw
- Hebreeën 2:18
- Jezus' verzoekingen
- Hebreeën 3:1-6
- De gemeente als tempel
- Hebreeën 3:1-2
- Gods trouw
- Hebreeën 3:1
- Aandacht als kijken en zien
- Hebreeën 3:2
- Overige aanhalingen
- Hebreeën 3:3-4
- Jezus is God
- Hebreeën 3:5
- „Dienaar”
- Hebreeën 3:6z
- Standvastigheid
- Hebreeën 3:7-4:11
- De Sabbat
- Hebreeën 3:7-11
- De Heilige Geest is God sprekend
- De Heilige Geest spreekt
- Hebreeën 3:7a
- De Heilige Geest is geen individu
- Hebreeën 3:8
- Verstokken
- Hebreeën 3:10
- Nederlandse woorden
- Γενεα
- Hebreeën 3:13
- Vermaning
- Verstokken
- Hebreeën 3:14
- Standvastigheid
- Hebreeën 3:15
- Verstokken
- Hebreeën 3:16
- Δια
- Hebreeën 3:19
- Δια
- Hebreeën 4:1-3
- De verkondigingsopdracht
- Hebreeën 4:2-3
- Geloof
- Hebreeën 4:3
- De Heilige Geest is God sprekend
- Hebreeën 4:4
- Overige aanhalingen
- Hebreeën 4:6
- Δια
- Hebreeën 4:7
- Verstokken
- Hebreeën 4:11
- Wij mogen actief aan onze redding werken
- Wij mogen de heilsnodiging aanvaarden
- Διακονω
- Hebreeën 4:12-13
- Gods Woord als zwaard
- Hebreeën 4:12
- De aard van de mens
- De kracht van Gods Woord
- Het gevaar van systematische theologie
- Hebreeën 4:12a
- Commentaar op 2 Timotheüs
- Hebreeën 4:12z
- „Overleggen”
- Hebreeën 4:13
- Gods wezen
- Hebreeën 4:15
- Jezus' verzoekingen
- Hebreeën 4:16
- Wij mogen de heilsnodiging aanvaarden
- Hebreeën 5:3
- Δια
- Hebreeën 5:5-10
- Typen
- Hebreeën 5:5-6
- Aanhalingen betreffende de Messias
- Hebreeën 5:7
- Het smeekgebed
- „Bidden”
- Hebreeën 5:8
- Jezus is gelijkwaardig aan God
- Hebreeën 5:9
- De hemelbeloning
- Hebreeën 5:12-14
- De Christen als groeiend
- Hebreeën 5:12
- De leraarschapsgave
- Δια
- Hebreeën 5:14
- Δια
- Hebreeën 6:1
- Geloof
- Jezus als fundament
- Hebreeën 6:2
- Handoplegging
- Hebreeën 6:2a
- Inzettingen voor de kerk
- Hebreeën 6:2z
- De eeuwige hellestraf
- Hebreeën 6:4-6
- Heilsverlies door Jezus loochenen
- Hebreeën 6:4
- Heilige Geest met mate
- Hebreeën 6:7-8
- De wereld als akker
- Hebreeën 6:7
- Δια
- Hebreeën 6:10
- God schenkt terug
- Διακονω
- Ονομα
- Hebreeën 6:10a
- Gods rechtvaardigheid
- Hebreeën 6:11-20
- Hoop en volharding
- Hebreeën 6:11-12
- De vermenigvuldigingsopdracht
- Hebreeën 6:11
- Begeerte
- Het initiatief tot redding
- Hebreeën 6:12
- Voorgangers en navolgers
- Δια
- Hebreeën 6:13-15
- Overdrijving van de grootte van Gods volk
- Hebreeën 6:13
- Gods Zelfeed
- Hebreeën 6:16
- De eedformule
- Hebreeën 6:18
- Gods aard
- Δια
- Παρακλητος
- Hebreeën 6:19-7:3
- Jezus is de Eeuwige
- Hebreeën 7:1-17
- Typen
- Hebreeën 7:1-3
- Aanhalingen betreffende de Messias
- Hebreeën 7:1-2
- Overige aanhalingen
- Hebreeën 7:1
- God de Allerhoogste
- Hebreeën 7:9
- Δια
- Hebreeën 7:11
- Δια
- Hebreeën 7:12
- Leven in vrijheid
- Hebreeën 7:14
- Κυριος
- Hebreeën 7:15-16
- „Vlees”
- Hebreeën 7:17
- Aanhalingen betreffende de Messias
- Jezus is de Eeuwige
- Hebreeën 7:18-19
- Leven in vrijheid
- Hebreeën 7:18
- Δια
- Hebreeën 7:20-22
- Aanhalingen betreffende de Messias
- Hebreeën 7:21
- Δια
- Κυριος
- Hebreeën 7:23-24
- Jezus is de Eeuwige
- Δια
- Hebreeën 7:25-27
- Vertrouw Jezus voor heil
- Hebreeën 7:25
- Wij mogen actief aan onze redding werken
- Δια — doorheen
- Hebreeën 7:28
- Jezus is de Eeuwige
- Hebreeën 8:2
- Κυριος
- Hebreeën 8:5
- Overige aanhalingen
- Tempeldienst als ontzondiging
- Hebreeën 8:8-12
- Leven in vrijheid
- Hebreeën 8:8-10
- Κυριος
- Hebreeën 8:10-11
- Ons leven in Christus
- Hebreeën 8:10
- God en volk
- Hebreeën 8:11
- Κυριος
- Hebreeën 8:13
- Leven in vrijheid
- Hebreeën 9:3
- Het heilige der heiligen
- Hebreeën 9:4
- Commentaar op Numeri
- Hebreeën 9:8
- De Heilige Geest is geen individu
- Hebreeën 9:9-12
- Tempeldienst als ontzondiging
- Hebreeën 9:11
- Δια
- Hebreeën 9:13-14
- Argument a fortiori in een monoloog
- De Heilige Geest
- Redding als reiniging
- Vrijheid niet misbruiken
- Hebreeën 9:14
- De Heilige Geest is grammaticaal een persoon
- Hebreeën 9:14m
- Δια
- Hebreeën 9:15
- De hemelbeloning
- Leven in vrijheid
- Hebreeën 9:15a
- Δια — reden
- Hebreeën 9:16-17
- Het verbond als huwelijk
- Hebreeën 9:18-22
- Redding als reiniging
- Hebreeën 9:19
- Nederlandse woorden
- Hebreeën 9:20
- Overige aanhalingen
- Hebreeën 9:23-24
- Tempeldienst als ontzondiging
- Hebreeën 9:26z
- Δια
- Hebreeën 9:27
- De straf op de zonde
- Hebreeën 10:1
- Tempeldienst als ontzondiging
- Hebreeën 10:2
- Δια — reden
- Hebreeën 10:5-7
- Overige aanhalingen
- Hebreeën 10:7
- Nederlandse woorden
- Hebreeën 10:10
- Δια
- Hebreeën 10:14
- Goede werken
- Hebreeën 10:15-17
- De Heilige Geest getuigt
- De Heilige Geest is God sprekend
- Hebreeën 10:15
- De Heilige Geest is geen individu
- Hebreeën 10:16-17
- Leven in vrijheid
- Hebreeën 10:16
- Κυριος
- Hebreeën 10:19-22
- Geloof
- Wij mogen actief aan onze redding werken
- Wij mogen de heilsnodiging aanvaarden
- Hebreeën 10:20
- Δια — doorheen
- Hebreeën 10:22
- De doop
- Vrijheid niet misbruiken
- Hebreeën 10:22z
- Redding als reiniging
- Hebreeën 10:23
- Gods trouw
- Hebreeën 10:24
- Vermaning
- Hebreeën 10:25
- Samenleven als Christen
- Hebreeën 10:26-29
- Heilsverlies door Jezus loochenen
- Hebreeën 10:28
- Het Mozaïsch verbond
- Hebreeën 10:29
- Deelgeesten binnen God
- Ἡγεομαι
- Hebreeën 10:30
- Straf
- Κυριος
- Hebreeën 10:32-34
- Voorbeelden van lijden
- Hebreeën 10:32-33
- Medelijden
- Hebreeën 10:36
- Keuzevrijheid
- Standvastigheid
- Hebreeën 10:37-11:1
- Geloof tot hoop
- Hebreeën 10:37-38
- De bron van ons behoud
- Hebreeën 10:38
- Terugval is mogelijk
- Hebreeën 10:38z
- Gods affectieve ziel
- Hebreeën 10:39
- Standvastigheid
- Απωλεια
- Hebreeën 11:2
- De opzieners
- Hebreeën 11:4-31
- Geloofsgetuigen
- Hebreeën 11:4z
- Δια
- Hebreeën 11:5
- Overige aanhalingen
- Hebreeën 11:6
- Vrijheid niet misbruiken
- Hebreeën 11:7
- De wateren
- Hebreeën 11:7z
- Δια
- Hebreeën 11:10
- Jezus als fundament
- Hebreeën 11:11
- Ἡγεομαι
- Hebreeën 11:11a
- De Natuur
- Hebreeën 11:12
- Overdrijving van de grootte van Gods volk
- Hebreeën 11:13
- De Christen als vreemdeling
- Hebreeën 11:15
- Handelingsvrijheid
- Hebreeën 11:16
- Begeerte
- De Christen als vreemdeling
- Hebreeën 11:17-18a
- Aanhalingen betreffende Abraham
- Hebreeën 11:17
- Griekse woorden
- „Één”
- Hebreeën 11:18
- Commentaar op Genesis
- Hebreeën 11:21
- Προσκυνησις van God
- Hebreeën 11:26
- Aandacht als kijken en zien
- Ἡγεομαι
- Hebreeën 11:27z
- Jezus is God zichtbaar
- Hebreeën 11:29a
- Δια — doorheen
- Hebreeën 11:30
- Jericho
- Hebreeën 11:31
- Bijbelse personen
- Hebreeën 11:31a
- Πορνη
- Hebreeën 11:32-40
- Geloofsgetuigen
- Hebreeën 11:33
- Δια
- Hebreeën 11:34z
- Μαχαιρα
- Hebreeën 11:35a
- Commentaar op Lukas
- Hebreeën 11:35z-38
- Voorbeelden van lijden
- Hebreeën 11:37-38
- Μαχαιρα
- Hebreeën 11:39
- Δια
- Hebreeën 12:1-3
- Christenleven als strijd
- Hebreeën 12:1
- Δια
- Hebreeën 12:2-3
- Aandacht als kijken en zien
- Hebreeën 12:2
- Geloof tot hoop
- Σταυρος
- Hebreeën 12:4-11
- Lijden tot groei
- Hebreeën 12:5-6
- Lijden tot groei
- Κυριος
- Hebreeën 12:5
- Διαλεγομαι
- Παρακλητος
- Hebreeën 12:7-10
- Tucht
- Hebreeën 12:11
- Δια
- Καρπος
- Hebreeën 12:14
- Ook redding zonder heiliging
- Κυριος
- Hebreeën 12:14a
- De Christen in de wereld
- Hebreeën 12:15
- De opzieners
- Δια
- „Volk”
- Hebreeën 12:16-17
- Theodicee
- Hebreeën 12:16a
- Reinheid
- Πορνος
- Hebreeën 12:20
- Overige aanhalingen
- Hebreeën 12:22-24
- Geesten van overledenen
- Het laatste oordeel
- Hebreeën 12:25
- Argument a fortiori in een monoloog
- De heil in Jezus
- Wij moeten de heilsnodiging aanvaarden
- Hebreeën 12:26
- Overige aanhalingen
- Hebreeën 12:28
- Δια
- Hebreeën 12:29
- God
- Hebreeën 13:1
- Het liefdesgebod
- Hebreeën 13:2
- Δια
- Hebreeën 13:3
- Medelijden
- Hebreeën 13:4
- Reinheid
- Hebreeën 13:4z
- Πορνος
- Hebreeën 13:5
- Geld en rijkdom
- God verlaat ons niet
- Hebreeën 13:6
- God verlaat ons niet
- Κυριος
- Hebreeën 13:7
- Geloof
- Voorgangers en navolgers
- Ἡγουμενος
- Hebreeën 13:8
- Jezus is de Eeuwige
- Hebreeën 13:9
- Vormen van Christelijke vrijheid
- Hebreeën 13:10
- Commentaar op 1 Korinthiërs
- Hebreeën 13:11
- Δια
- Hebreeën 13:12-13
- Doel van het lijden
- Hebreeën 13:12
- Δια
- Hebreeën 13:15
- Het prijzen
- Δια
- Καρπος
- Ονομα
- Hebreeën 13:16
- Geven
- Hebreeën 13:17
- Het kerkbestuur
- Ἡγουμενος
- Hebreeën 13:20-21a
- De God van vrede
- Redding als vondst door de Herder
- Hebreeën 13:20-21
- Keuzevrijheid
- Hebreeën 13:20
- Jezus blijkt God in de verrijzenis
- Κυριος
- Hebreeën 13:21
- Het tijdperk der tijdperken
- Δια
- Hebreeën 13:22
- Δια
- Παρακλητος
- Hebreeën 13:24
- Ἡγουμενος
- Hebreeën 13:25
- Δια