Regressie?

Net zoals de natuurwetenschappen een theorie van alles zoeken, die alles verklaart maar zelf geen verklaring behoeft, zo zou de transcendente geest alles moeten verklaren maar zelf geen verklaring behoeven. Als die theorie niet onmogelijk is zou zo'n geest toch zeker niet onmogelijk moeten zijn.

Tegenwerping (Regressie verklaart niet):
„Dit is geen verklaring, maar een petitio principii: alle problemen worden gewoon een niveau omhoog geschoven.”
Antwoord:
Het is een gedeeltelijke verklaring. Sommige zaken, zoals de structuur van de wereld, anthropie, de universele wetten, het identiteitsprobleem, worden opgelost door de verwijzing naar de intentie van de hogere geest. Het is waar dat sommige andere zaken, die de natuur van die geest betreffen, niet worden opgelost, en dan in die gevallen soms regressie optreedt, zoals wanneer ons bewustzijn, onze wilsvrijheid en intentie worden „verklaard” uit dezelfde eigenschappen van de hogere geest. Zie voor meer details de behandeling van de problemen van de naturalistische positie.
Wel is mogelijk dat niet alleen op lagere, maar ook op hogere transcendentieniveaus cycli mogelijk zijn, en dat God benevens ons ook Zichzelf kan dromen (een regressie­cykel). Dat zou een verklaring geven van Gods totale vrijheid en contingentie: zowel Zijn bestaan als Zijn aard zijn Zijn vrije keuze. Binnen onze eindigheid is het echter onmogelijk.
Tegenwerping (Metagod nodig):
„Als er nog een geest boven ons bestaat, waarom dan niet meteen een hele wereld met zulke geesten, en een geest (een Metagod) daar weer boven?”
Antwoord:
Ja, dat kan natuurlijk, maar dat maakt niet uit, want op ieder niveau spelen alle hogere niveaus mee. Als ik een verhaal schrijf waarin Marietje een droom heeft, ben ik indirect ook de auteur van die droom — dus hoeveel lagen er ook zijn, de hoogste laag is altijd God voor ons.
Overigens behoeft een verklaring geen metaverklaring (een verklaring van het explanandum, de verklarende aanname) om overtuigend te zijn. Het SETI-­project zoekt naar signalen die op buitenaards intelligent leven duiden. Archeologen die potscherven vinden op een plaats waarvan men niet wist dat ze ooit bewoond was geweest zullen een groep bewoners vooronderstellen. In beide gevallen is de voorgestelde intelligentie een volslagen onbekende; enkel het (vage in het SETI-geval) type is bekend. Hetzelfde geldt voor de transcendente geest: op enigerlei wijze bestaat die geest zoals wij als auteurs van onze dromen bestaan, en dat volstaat voor plausibiliteit. Eisen dat iedere verklaring een metaverklaring behoeft leidt tot een oneindige regressie voor alle verklaringen. Charles Darwins evolutietheorie verklaart ook zonder dat er een verklaring is voor de kansreken- en andere wetten die maken dat het mechanisme werkt.
Tegenwerping (Neven­goden):
„Maar die andere geesten in de wereld boven ons dan? God heeft collegae?”
Antwoord:
Daar hebben wij niets mee te maken, net zoals iemand in mijn droom niets met mijn moeder te maken heeft, of iemand in haar droom met mij.
Tegenwerping (God niet origineel):
Maar misschien is onze wereld helemaal niet de oorspronkelijke schepping van de geest direct boven ons, maar bevat hij elementen uit de wereld boven ons (zoals wij in onze verhalen en dromen ook meestal zaken als tijd en ruimte, licht en kleur, materie en haar eigenschappen, overnemen), of zaken die door een andere geest in zijn wereld verzonnen zijn (zoals wij een fantasie over Narnia kunnen hebben zonder zelf de creativiteit te bezitten een dergelijke wereld te kunnen verzinnen).
Antwoord:
Dat verandert niets aan de eigenschappen die we God kunnen toekennen. Het verandert enkel de denotatie van het begrip „God” — dat wordt dan de geest boven die geest, of nog hoger.
(Voor wiskundigen: bij een oneindige regressie, van welke cardinaliteit ook, kunnen we het gehele pad boven ons zinvol „God” noemen. Voor deze optie hoeven we dus helemaal niet aan te nemen dat er überhaupt een wortel bestaat — de boom kan naar boven eventueel oneindig doorgroeien.)
Tegenwerping (Meta­schepper):
„Wie schiep de schepper? Een schepper vergt een metaschepper.”
Antwoord:
Die vraag veronderstelt een geschapen schepper, maar als een transcendente schepper geschapen is zou dat zijn omdat hij in een wereld bestaat, en nog wel in één waarin schepping noodzakelijk is voor bestaan. De meeste geloven in een transcendente schepper wijzen geloof in een geschapen God of geschapen goden (afgoden) af, dus de vraag is nogal academisch.
Wat flauwer, voor wie verward is betreffende transcendentie: bestaan materie, wiskundige waarheden, of andere zaken van eeuwigheid? Zo ja, waarom zou God dan niet van eeuwigheid kunnen bestaan, en zo neen, wie schiep die, als ontstaan een schepper vergt?