Immanentisme

((Dit onderdeel behandelde ooit enkel het naturalisme. Nog steeds zijn er veel teksten die specifiek het naturalisme betreffen — ik hoop dit in de loop van de tijd uit te sorteren.))

We gebruiken de term „immanentie” voor geloof dat de werkelijkheid op haar hoogste niveau bestaat uit een veelheid, dus niet bevat is in een enkele geest. Er is meer dan enkel mijn geest, maar er staat geen transcendente geest boven die veelheid. Die veelheid kan bestaan uit materie, energie, ruimte en tijd, maar eventueel ook uit geesten en machten van allerlei aard.

In termen van de transcendentieboom is immanentie een vreemde optie. Zij houdt in dat ik weliswaar niet de wortel ben, maar dat er ook geen geest boven ons bestaat. Onze werkelijkheid is een wereld van volstrekt andere aard dan alle andere werelden in de boom, en de verklaringen die voor die andere werelden gelden gelden niet voor de werkelijkheid. Daarmee gaat het naturalisme regelrecht in tegen Ockham's scheermes. Feitelijk is er ook geen sprake meer van een boom, maar van een bos: ieder van ons is de stam van een eigen boom, en alle zijn wij op de één of andere wijze geworteld in „de werkelijkheid”, wat dat dan ook zijn moge, want per definitie van naturalisme is dat geen transcendente geest, zoals de wortel van alle andere werelden.

((Monistische immanentie heeft dit probleem niet, maar kan, daar het waarheid en onwaarheid niet kan onderscheiden, geen basis voor onze rede geven.))

Als immanentie niet door zoveel mensen verdedigd was zou het hier waarschijnlijk niet eens behandeld hoeven worden.

((Om argumenten voor immanentie te beoordelen is de contraire toets handig.))

Tegenwerping (Transcendente generalisatie onredelijk):
Geen transcendente geest voor onze wereld aannemen is frugaler dan er wel een aannemen — en volgens Ockham moeten we er dan dus geen aannemen.
Antwoord:
Dat is niet zo frugaal, want het maakt deze wereld anders dan alle anderen, en vergt een grote hoeveelheid verklaring voor verschijnselen in deze wereld. Daarenboven is die benadering niet consequent als we wel — op basis van één enkel geval, namelijk onszelf, in anderen bewustzijn aannemen. Hier hebben we talloze werelden met transcendente geest, en generaliseren vandaaruit naar nog ééntje meer; daar generaliseren we vanuit één persoon met bewustzijn naar talloze meer.
Tegenwerping (Leefwereld speciaal):
Al die andere werelden zijn droomwerelden: dromen, fantasieën, verhalen, en zo voort — ideeën. Onze leefwereld is werkelijk, materieel, en dus heel anders. Het is dus ook redelijk voor onze leefwereld andere verklaringen te verwachten.
Antwoord:
Datzelfde zou iemand in mijn droom kunnen zeggen, dus hier speelt de contraire toets. Vroeger meende men dat de aarde, het ondermaanse speciaal was, en anders dan alles wat zich in de rest van het heelal afspeelde. Het inzicht dat dezelfde wetten onder en boven de maan gelden was een grote vooruitgang. Het inzicht dat onze leefwereld niet speciaal is is van vergelijkbaar kaliber.