Denkwijzen

Er zijn verschillende manieren om over de vragen en hun beantwoordbaarheid te denken. Hier worden er enige behandeld.

Onverschilligheid — het gebrek aan interesse in de zijnsvraag — is ook een mogelijke houding, maar wel een domme. Voor wie de intelligentie of de informatie mist de vraag te doordenken kan het redelijk zijn te geloven op gezag, maar dat is nog geen desinteresse. Wie doorheeft hoe belangrijk het antwoord is, en er vervolgens toch niet in geïnteresseerd is is dom.

((Te doen.))

Atheïsme, agnosticisme, de overtuiging dat nog geen antwoord gevonden is, verdienen alle respect. De gedachte dat het antwoord niet belangrijk is verspeelt het recht op dat respect. Wie niet zeker weet of een waardevolle zaak een gift is of toeval, dient dat uit te zoeken. De eredienst heet „eucharistie” — dank.))

Laten zien dat zuiver rationalisme en empirisme zelfstrijdig zijn. Zoals Kant liet zien zijn apriori en ervaring beide nodig.

De empirist:
Er is geen synthetisch a priori. Als het ondenkbaar is dat een gebeurtenis geen oorzaak heeft, dan zit „heeft een oorzaak” blijkbaar in de definitie van „gebeurtenis” — en is de wetenschap dat iedere gebeurtenis een oorzaak heeft dus analytisch.
Antwoord:
Als dat zo was zouden we geen gebeurtenissen kunnen herkennen totdat we de oorzaak (en als dat een gebeurtenis is, regressief) hebben herkend.
Empirist:
Wellicht is een gebeurtenis zonder oorzaak wel denkbaar. Dan is algehele causatie wel synthetisch, maar niet a priori, want niet noodzakelijk.
Antwoord:
Dan is algehele causatie niet af te leiden, want we hebben veel te weinig voorbeelden voor een gedegen inductie. Misschien geldt causatie alleen voor gebeurtenissen die een bewustzijn beïnvloeden, bijvoorbeeld.
Empirist:
Dat is een vreemd voorbeeld — dan is alles veroorzaakt, op voorwaarde dat ik het waarneem, en als ik opeens besluit iets waar te nemen zou het plotseling veroorzaakt blijken?
Antwoord: de „schil” om ons heen kan ruimer genomen worden — feit blijft dat er niet-waargenomen onveroorzaakte zaken kunnen zijn, en dat de universaliteit van causatie derhalve niet vast te stellen valt.

De empirist kan woorden als „synthetisch” niet definiëren, want voor definities is synonymie nodig, en dat begrip kan niet empirisch gekend worden — en natuurlijk ook niet gedefinieerd worden, op straffe van circulariteit. „betekenis” lijdt aan hetzelfde euvel.

De empirist Neil Tennant geeft het probleem toe in zijn Philosophical Theology. Daar schrijft hij dat het goed mogelijk is dat „synthetische vormen beschouwd moeten worden als louter de ‚spelregels’ van het denkspel uitdrukkend”. En zoals hij stelt, „in dat geval zijn deze denkwetten niet noodzakelijk ook wetten der werkelijkheid”.

Als alle weten a priori analytisch is, dan moet het ofwel in termen van andere waarheden bestaan (en niet alle waarheden kunnen zo doorrefereren), hetzij uit de aard van de definities volgen. Die definities zijn ofwel arbitrair (maar dan kunnen ze geen meedeelbare informatie geven — hoe kan ik weten of ik hetzelfde bedoel als jij als ik „betekenis” zeg), ofwel vastgelegd.

„Alle betekenissen zijn arbitrair” kan niet synthetisch zijn, want het is een universele uitspraak (en het zou zichzelf tegenspreken als het wel synthetisch was). Analytisch kan echter ook niet, want daartoe moet eerst de betekenis van „betekenis” vastgesteld zijn — en die mag niet arbitrair zijn.

Als de betekenis echter vastligt, hoe ligt die dan vast? Analytisch, vanuit meer basale uitspraken? Dat leidt tot een regressie naar een betekenis die niet zo vastligt — en dus synthetisch is als het om zaken in de wereld gaat (zoals causaliteit bijvoorbeeld, of het bestaan van een buitenwereld). Neem „Er bestaat een buitenwereld.” Indien analytisch, dan moet het bestaan in de vaste betekenis van buitenwereld besloten liggen — maar hoe kan ik dan het begrip buitenwereld begrijpen voordat ik weet dat die bestaat? EN dit is nog maar een eenvoudige samenhang — uitgebreide netwerken van betekenissen zijn soms nodig om een begrip te kunnen vatten. Zo bevat ons idee van een buitenwereld ook ruimte en tijd, causaliteit, en zo voort.