De Xjes

We hebben het al vaker gezegd: een schatkaart is anders dan andere kaarten. Op een gewone kaart kan iemand een weg vinden om een zelfbepaald doel te bereiken, maar op een schatkaart staat ergens een X, en daar moet je heen. En de vele schatkaarten van de denkwereld spreken elkaar tegen: alle hebben ze weer een andere plaats waar het kruis staat.

Onder deze tab worden de populaire schatkaarten bekeken, waarbij we ons steeds dezelfde vragen stellen. Waar zou volgens hen de schat te vinden moeten zijn? Zou de schat daar werkelijk kunnen liggen? Kunnen we daaromtrent zekerheid krijgen?

Een schatkaart kan op drie manieren afvallen. Ten eerste kan de X staan op een plaats waarvan we al eerder hebben gezien dat de schat daar niet zou kunnen liggen. Ten tweede kan de informatie op de kaart zelf onjuist zijn. En ten derde kan bij graven blijken dat de schat niet ligt waar die volgens de X zou moeten liggen. Zouden er op die manier kaarten overblijven, of zijn alle schatkaarten bedrieglijke vervalsingen? Laten we het gaan ontdekken!

((Nog te doen.))

Ons onderzoek heeft laten zien dat er maar erg weinig mogelijkheden zijn voor een houdbaar wereldbeeld.

Significatief nihilisme
Er is geen betekenis, kennis, of waarde. Dit kan het geval zijn, maar wij kunnen niet in dit wereldbeeld geloven — zonder betekenis is er namelijk ook geen geloof of overtuiging.
Solipsisme
Dit lijkt verstandelijk onweerlegbaar, maar komt niet overeen met onze ervaring dat wij niet almachtig zijn.
Rechter-God
Dit wereldbeeld, met een betaling eisende God, zal dieper dienen te worden beschouwd.
Tegenwerping (Primitief atheïsme):
Er zijn zeer primitieve atheïstische volkeren, zoals de Pirahã. Dat toont aan dat godsgeloof een latere ontwikkeling is. Als er werkelijk een God bestond zouden juist de meest primitieve volkeren die nog moeten kennen.
Antwoord:
Die redenering bevat een heel rijtje fouten.
  1. De Pirahã zijn het enige volk waarvan geclaimd wordt dat ze atheïstisch zijn — maar ook zij kennen „geesten die boven de wolken leven” zoals Xigagaí. Hun bijzondere claim is dat al zulke wezens werkelijk „ontmoetbaar” moeten zijn, niet dat ze niet zouden bestaan.
  2. Onze informatie omtrent de Pirahã hebben we enkel van Daniel Leonard Everett, die zelf een moeizame relatie met het geloof heeft — van atheïst werd hij Christen toen hij een Christelijk meisje leerde kennen, maar keerde na een paar jaar weer terug tot het atheïsme. Het is onduidelijk hoeveel invloed er tussen hem en het volk in beide richtingen is geweest.
  3. De Pirahã lijken geen oorspronkelijk primitief volk, maar teruggevallen van een eerder tuinbouwstadium tot jager-verzamelaars. Daarbij kan gemakkelijk veel verloren zijn geraakt, en een weerzin tegen het verleden zijn ontstaan (de Pirahã staan opvallend afwijzend tegenover alles wat naar geschiedenis — van voor hun eigen heugenis — zweemt.)
  4. De Pirahã zijn een zeer klein volk, zonder sociale structuren — mogelijk een gevolg van verval. Wetenschap gaat gemakkelijk verloren in zulke los-zandgemeenschappen.
  5. Alle volkeren, ongeacht hun ontwikkelingsstadium, zijn even ver verwijderd van het begin. Waarom zouden primitieve volkeren, met minder gelegenheid tot vastlegging en wijsgerige onderbouwing, meer moeten hebben behouden van het oorspronkelijke gedachtengoed dan meer ontwikkelde volkeren?