Αγγελος

Het woord αγγελος betekent boodschapper, bode. Hoewel meestal gebruikt voor een boodschapper van God (engel), kan het evenzeer een menselijke boodchapper betekenen.

Mattheüs 11:10
Deze is het, van wie geschreven staat: Zie, Ik zend mijn bode voor uw aangezicht uit, die uw weg voor U heen bereiden zal.
Marcus 1:2
Gelijk geschreven staat bij de profeet Jesaja: Zie, Ik zend mijn bode voor uw aangezicht uit, die uw weg bereiden zal;
Lukas 7:24
Toen de boden van Johannes vertrokken waren, begon Hij tot de scharen te zeggen van Johannes: Wat zijt gij in de woestijn gaan aanschouwen? Een riet door de wind bewogen?
Lukas 7:27
Deze is het, van wie geschreven staat: Zie, Ik zend mijn bode voor uw aangezicht uit, die uw weg voor u heen bereiden zal.
Lukas 9:52
en Hij zond boden voor Zich uit. En zij gingen heen en kwamen in een dorp der Samaritanen om alles voor Hem gereed te maken.
Jakobus 2:25
En is niet evenzo Rachab, de hoer, uit werken gerechtvaardigd, toen zij de boodschappers in huis nam en langs een andere weg liet heengaan?

Of een door de duivel gezondene.

2 Korinthiërs 12:7
en ook om het buitengewone van de openbaringen. Daarom is mij, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen, een doorn in het vlees gegeven, een engel des satans, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen.

Ook de „engelen” uit het lied in de eerste brief aan Timotheüs zijn wellicht de getuigen van de opstanding, die vervolgens de predikers van het geloof werden.

1 Timotheüs 3:16
En buiten twijfel, groot is het geheimenis der godsvrucht: Die Zich geopenbaard heeft in het vlees, is gerechtvaardigd door de Geest, is verschenen aan de engelen, is verkondigd onder de heidenen, geloofd in de wereld, opgenomen in heerlijkheid.

Zo kunnen de briefengelen uit de Openbaring aan Johannes (Openbaring 1:20) heel goed boden zijn geweest die die brieven moesten bezorgen (Openbaring 1:11). Ook zou het kunnen verwijzen naar leraren binnen die gemeenten.