Γυναιꜛ
Mevrouwꜛ: het is de respectvolle maar afstandelijke aanspreekvorm voor een man jegens een hem onbekende vrouw. Het woord is de vocativusꜛ, de aanspreeknaamvalꜛ, van γυνηꜛ, vrouwꜛ.
Mensen en engelen gebruiken γυναι.
-
Lukas 22:57
- Maar hij loochende het en zeide: Vrouw, ik ken Hem niet!
- (Petrus)
- Maar hij loochende het en zeide: Vrouw, ik ken Hem niet!
- Johannes 20:13
- En zij zeiden tot haar: Vrouw, waarom weent gij?
- (De grafengelen)
- 1 Korinthiërs 7:16a
- Want hoe kunt gij weten, vrouw, dat gij uw man zult redden?
- (Paulus. De corresponderende aanspreektitel ανηρꜛ, manꜛ, komt enkel in dit vers voor. Waarschijnlijk gebruikt Paulus deze ongewone term om de symmetrie tussen man en vrouw te benadrukken.)
Ook Jezus gebruikt die term veel.
- Mattheüs 15:28a
- Toen antwoordde Jezus en zeide tot haar: O, vrouw, groot is uw geloof, u geschiede gelijk gij wenst!
- Lukas 13:12
- Toen Jezus haar zag, sprak Hij haar toe en zeide tot haar: Vrouw, gij zijt verlost van uw zwakheid;
- Johannes 4:21
- Jezus zeide tot haar: Geloof Mij, vrouw, de ure komt, dat gij noch op deze berg, noch te Jeruzalem de Vader zult aanbidden.
- Johannes 8:10a
- En Jezus richtte Zich op en zeide tot haar: Vrouw, waar zijn zij?
- Johannes 20:15a
- Jezus zeide tot haar: Vrouw, waarom weent gij?
Tweemaal gebruikt Hij hem om verwantschap tussen Hem en Zijn moeder te ontkennen.
- Johannes 2:4a
- En Jezus zeide tot haar: Vrouw, wat heb Ik met u van node?
- (Als geestelijk zwaard door haar ziel.)
- Johannes 19:26
- Toen dan Jezus zijn moeder zag en de discipel, die Hij liefhad, bij haar staande, zeide Hij tot zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon.
- (Als Hij Zijn aardse zoonschap overdraagt om haar verdriet te verminderen.)