Αιωνꜛ
((Gedaan tot Johannes 4:14.))
Een αιων is een tijdperkꜛ, een eraꜛ, een eeuwꜛ in de oorspronkelijke betekenis van dat woord. Het heeft overtonen van bestelꜛ.
Het huidige tijdperk is dat van de wereld met zijn verleidingen.
- Mattheüs 13:33
- Mattheüs 13:39-40, Mattheüs 13:49
- Dit tijdperk eindigt met het oordeel.
- Mattheüs 24:3
- De tekenen van het einde van dit tijdperk.
- Mattheüs 28:20
- Marcus 4:19
- Lukas 16:8
Εις τον αιωνα betekent „tot het (volgende) tijdperk”, dus zolang dit bestel bestaat, en vandaar ook „eeuwig”ꜛ.
- Mattheüs 21:19, Marcus 11:14
- Marcus 3:39
- In dit bestel geen vergeving, en daarmee in het volgende het oordeel.
- Lukas 1:55
- Lukas 20:34
Εις τους αιωνας betekent „tot (en met) de (volgende) tijdperken”, dus voor altijd.
- Lukas 1:33
Omgekeerd betekent απ αιωνος „vanaf het begin van dit bestel”
- Lukas 1:70
We leven in het op één na laatste tijdperk; wat in het huidige en het volgende niet gebeurt zal nooit gebeuren.
- Mattheüs 12:32
Het volgende is het tijdperk van straf of beloning.
- Marcus 10:30
- Lukas 18:30
- Lukas 20:35
- Johannes 4:14
- Αιωνιοςꜛ is het bijvoeglijk naamwoord.
De αιων αιωνων, letterlijk het tijdperk der tijdperken, is het laatste, nooit meer eindigende tijdperk.
Gods eer reikt tot het αιων αιωνων.
- 1 Timotheüs 1:17
Die eeuwigheid duurt ook onze straf of beloning.