Het kwaadꜛ
((Het materiaal correct verdelen tussen elders en hier.))
Het is helemaal niet gezegd dat één reden voor het kwaad bestaat. Misschien is sommig kwaad een oorzaak van groter goed (honger vóór de maaltijd), ander kwaad een gevolg van groter goed (wilsvrijheid), weer ander kwaad zelf moreel juist (straf), en zo voort.
Kwaad dat te verrekenen valt met een verdiende straf („aftrek van voorarrest”) is niet laakbaar, dus het kwaad maakt God niet onrechtvaardig.
- Kwaad is veel meer dan lijden, en niet alle lijden is kwaad.
- Het is niet vanzelfsprekend dat God alle lijden wil [sterke betekenis] wegnemen.
- Sommig kwaad houdt verband met goed
- Noodzakelijk neveneffect
- verliezer naast winnaar.
- Moreel
- straf.
- Gevolg
- wilsvrijheid, regelmaat der natuurwetten.
- Oorzaak
- genot na deprivatie.
- Het bestaan van kwaad op zich is dus onvoldoende grond God te verwerpen.
- Sommig kwaad houdt verband met goed
- Lijden dat niet aan goed gekoppeld is.
- De verdeling en de aard van het kwaad zijn van belang.
- Lijden zonder verband met moraal, met verband met rijkdom en maatschappij.
- Valt ooit te bewijzen dat een kwaad X niet gekoppeld is aan een groter goed?
- Het feit dat wij zo'n goed niet kennen zegt weinig, want wij weten nagenoeg niets van de aan ons transcenderende geest(en) en/of wereld(en), en wat de Christen weet (bij voorbeeld het grote goed van Jezus' lijden) erkent de niet-Christen niet.
- Als het waar mogelijk feitelijk vermijden van kwaad goed is, is dat ethisch consequentialisme.
- Onder andere ethische principes zou moreel juist gedrag ook tot groter lijden kunnen leiden.
- Tegenwerping (Scheidbaar kwaadꜛ):
- Goed, er zijn verschillende soorten kwaad. Laten we dan moreel kwaad en natuurlijk kwaad afzonderlijk behandelen.
- Antwoord:
- Het feit dat die twee onderscheidbaar zijn wil niet zeggen dat ze onafhankelijk zijn. Alle kwaad is een gevolg van onze zonde. Als wij niet tegen God gekozen hadden had Hij Zich niet hoeven terugtrekken en deze wereld aan het kwaad overlaten.
- Tegenwerping (Vermijdbaar kwaadꜛ):
- Als God weet wat iedereen gaat doen kan Hij enkel die personen scheppen die anderen niet hevig doen lijden. Hij had in plaats van Hitler een zachtaardig jongetje geboren kunnen laten worden.
- Antwoord:
- Wellicht zou dat verkeerd zijn geweest op dezelfde wijze waarop abortus van gehandicapten verkeerd is — beslissen dat sommigen geen recht op bestaan hebben. Dat zou ook feitelijk op een ontkenning van de wilsvrijheid neerkomen: enkel wiens wil met die van God overeenkomt mag bestaan. God neemt mensen, ook hen die Hem niet willen kennen, juist heel serieus: wie Hem niet wil komt uiteindelijk in een wereld zonder Hem (oorspronkelijk enkel voor de duivel en de zijnen bedoeld — Mattheüs 25:41).
- Tegenwerping (Kwaad toont Gods onmachtꜛ):
- Als God geen kwaad wil, en een schepsel toch kwaad in de wereld kon brengen, is de wil van dat schepsel blijkbaar machtiger dan Gods wil, en staat God onmachtig tegenover kwaadꜛ.
- Antwoord:
- ((Te doen. Wilsvrijheid is gegeven en wordt vrijelijk gerespecteerd door God.))
((Te doen.))
Lijden is slechts een allereerste benadering van het kwaad.
- Wie daar blijft hangen ziet niet dat het stiekem en nooit ontdekt lezen van andermans privépost verkeerd is, want het maakt mij (laten we aannemen) gelukkiger, en de ander niet minder gelukkig.
- Veel lijden, zeker licht lijden, is zelfs goed: een stevige honger vóór het eten is beter dan geen honger. ((We zouden ons kunnen voorstellen dat voor een groter goed ook een groter voorafgaand lijden waarde heeft — en dat voor een oneindig goed zelfs ieder lijden waarde heeft.))