De best mogelijke wereldꜛꜛ
Het bestaan van kwaad is geen reden aan te nemen dat wij niet in een optimale wereldꜛꜛ wonen. Zie het volgende model, dat toont dat ook immanent geen tegenspraken ontstaan. Redeneren over transcendente relaties is moeilijker, maar volgt op deze wijze met een a-fortioriargumentꜛ.
((Te doen.))
Let's suppose a certain number of potential souls, whom God has given both freedom (i.e.they rather than God are the ultimate source of their choices) and the right to be actualised. God Himself is completely free, as there is literally nothing to constrain Him (hence the omnis). He freely chooses to be good, just, loving, and so forth — which is why these traits are laudable.
Initially, souls are only constrained by Him, so freedom of will merely means that God refrains from steering. Many of these souls would never reject Him, but a finite number would, given the chance (they are free, after all, so their behaviour is not deducible from external factors). Of this second group, some would repent under certain circumstances, but others wouldn't. God, of course, knows this in full detail.
Een immanent model hiervoor is: direct na de schepping van die zielen confronteert God die met iedere mogelijke toestand (in ruime zin, dus inclusief de volledige voorgeschiedenis van die toestand) en laat hen beslissen wat te doen in die toestand. Die beslissingen worden vastgelegd.
Souls freely choosing the good (= God) is good, so His aim is as many as possible of those, that is: all the non-sinners and all those who may repent. He intends to grant those a heavenly paradise.
God, being perfectly good, can't be in communion with sinners; being perfectly just, would never allow a non-sinner other than Himself to suffer; and being perfectly loving, would minimise the suffering even of sinners.
Derhalve voegt hij een beginstadium toe, zó opgezet dat de best mogelijke wereld ontstaat.
- All souls are actualised, as denying actualisation to some souls would be unjust (zielen verwerkelijking ontzeggen louter omdat ze anders hun wilsvrijheid uit zouden oefenen zou een soort Frankfurtgevalꜛ scheppen, naar Harry Gordon Frankfurtꜛ).
- The non-sinners are actualised (as angels) in heaven, but the sinners are actualised (as angels or humans) in another realm, the universe — so that no non-sinner unjustly suffers under the effects of the sins of the sinners. God bouwt die wereld zo, dat iedere persoon deterministisch precies datgene doet wat de ziel van die persoon besloten had in die toestand te doen.
- Verder zorgt God ervoor dat allen die mogelijk berouw zouden hebben precies die omstandigheden zullen beleven (waaronder de inwerking des Heiligen Geestes) waaronder ze zich inderdaad zullen bekeren — thus maximising the number of enjoyers of the infinite bliss He has in store for repentors. Semitranscendent kan Hij die wereld samenstellen uit een selectie van de toestanden en beslissingen die Hij die zielen heeft laten ondergaan: Voor iedere ziel vormt Hij alle ketens die tot een optimaal resultaat leiden, en stelt een samenhangende wereld samen uit per ziel één zo'n keten. Met een immanent model: Hij heeft die vrijheid door Robinsoniseringꜛ, en de enorme hoeveelheid levenloos heelal die invloed uitoefent op onze leefwereld.
- Dit kan betekenen dat mensen plotseling sterven — omdat juist dan het moment is dat ze voor het heil zullen kiezen.
- Dit kan betekenen dat mensen sterven in pijn — als die pijn de enige manier is hen tot die keuze te krijgen.
- Dit kan betekenen dat mensen lijden opdat anderen gered zullen worden — misschien veel later, door een chaotisch vlindereffectꜛ — of om het (onverdiende) goed te maximaliseren.
- Daarbuiten volgt Hij enigerlei rechtvaardige maatstaf (is het lijden van bekeerders erger dan het lijden van verstokten?).
- Dit kan betekenen dat mensen lijden opdat anderen het beter zullen hebben — wederom mogelijkerwijs door een vlindereffect — of om het (onverdiende) goed anderszins te maximaliseren.
- Hier doet God geen kwaad opdat het goede moge volgen, maar gebruikt Hij ons kwaad volgens het principe van Romeinen 8:28.
Na dit beginstadium worden de verstokten, naar hun wil, in een situatie buiten alle gemeenschap met God geplaatst, en de bekeerders, die nu hun bekering verwezenlijkt hebben, in de hemel.
- In this scenario the apparent contradiction between man having free will and each man being a sinner on earth, or no man being a sinner in heaven, disappears under factor analysis.
- The problem of evil also disappears, because while this universe is far from the best of all possible universes, it is the best universe in which repentors can live, and together with heaven it makes for the best possible world. For non-repentors, each day here is a day of unmerited bounty, as some of God's goodness reaches them indirectly through the repentors.
- Finally man being fully responsible for his choices, the smear that God somehow is ultimately responsible for evil, suffering and reprobation, or that He allows/uses/does evil that good may follow, won't stick.
- As a bonus, it explains why Adam sinned — because only sinners were placed in the universe —; and did so before procreating — if God hadn't chosen a soul that would, a mixture of sinners and non-sinners would have resulted, in which the latter would have unjustly suffered from the former.
Ik beweer nadrukkelijk niet dat dit model waar zou zijn — al was het maar omdat het God onwaarschijnlijk anthropomorf maakt. Om de genoemde tegenwerpingen te weerleggen behoeft het slechts mogelijk te zijn.
Het feit dat dit scenario mogelijk is bewijst dat Molinismeꜛ (de leer van Luis de Molinaꜛ), libertaire wilsvrijheidꜛ, kwaad, een zondeloze hemelꜛ, een maximaal groot God (met alwetendheidꜛ, almachtꜛ en algoedheidꜛ) en onze wereld als de best mogelijke samen kunnen gaan.
- Tegenwerping (Molinisme fnuikt wilsvrijheidꜛ):
- Als God weet dat persoon p in situatie s keuze k zou maken, is er geen mogelijke wereld waarin p in situatie s een andere keuze zou maken. Zij W(f) de relatie over uitspraken „God weet dat f”, en zij K(p, s) functie die de keuze van persoon p in situatie s aangeeft. Dan:
- [∀p, s: ∃k: ∀w: W(K(p, s) = k)] → [∀p, s: ∃k: ∀w: W(K(p, s) = k)] → [□K(p, s) = k]. Derhalve is mijn wil niet vrij.
- Antwoord:
- Dat is onjuist. In iedere mogelijke wereld weet God wat iedereen in iedere situatie zou doen. Zij K(p, s, w) de functie die de keuze van persoon p in situatie s in wereld w aangeeft. Dan:
- [∀p, s, w: ∃k: W(K(p, s, w) = k)] → [∀p, s, w: ∃k: K(p, s, w) = k] → [□K(p, s, w) = k]. Maar doordat w figureert in die formule is dit geen restrictie op vrijheid.
- ((Dit samenvoegen met dit.))
- [∀p, s, w: ∃k: W(K(p, s, w) = k)] → [∀p, s, w: ∃k: K(p, s, w) = k] → [□K(p, s, w) = k]. Maar doordat w figureert in die formule is dit geen restrictie op vrijheid.