De best mogelijke wereld

Het bestaan van kwaad is geen reden aan te nemen dat wij niet in een optimale wereld wonen. Zie het volgende model, dat toont dat ook immanent geen tegenspraken ontstaan. Redeneren over transcendente relaties is moeilijker, maar volgt op deze wijze met een a-fortiori­argument.

((Te doen.))

Let's suppose a certain number of potential souls, whom God has given both freedom (i.e.they rather than God are the ultimate source of their choices) and the right to be actualised. God Himself is completely free, as there is literally nothing to constrain Him (hence the omnis). He freely chooses to be good, just, loving, and so forth — which is why these traits are laudable.

Initially, souls are only constrained by Him, so freedom of will merely means that God refrains from steering. Many of these souls would never reject Him, but a finite number would, given the chance (they are free, after all, so their behaviour is not deducible from external factors). Of this second group, some would repent under certain circumstances, but others wouldn't. God, of course, knows this in full detail.

Een immanent model hiervoor is: direct na de schepping van die zielen confronteert God die met iedere mogelijke toestand (in ruime zin, dus inclusief de volledige voorgeschiedenis van die toestand) en laat hen beslissen wat te doen in die toestand. Die beslissingen worden vastgelegd.

Souls freely choosing the good (= God) is good, so His aim is as many as possible of those, that is: all the non-sinners and all those who may repent. He intends to grant those a heavenly paradise.

God, being perfectly good, can't be in communion with sinners; being perfectly just, would never allow a non-sinner other than Himself to suffer; and being perfectly loving, would minimise the suffering even of sinners.

Derhalve voegt hij een beginstadium toe, zó opgezet dat de best mogelijke wereld ontstaat.

Na dit beginstadium worden de verstokten, naar hun wil, in een situatie buiten alle gemeenschap met God geplaatst, en de bekeerders, die nu hun bekering verwezenlijkt hebben, in de hemel.

Ik beweer nadrukkelijk niet dat dit model waar zou zijn — al was het maar omdat het God onwaarschijnlijk anthropomorf maakt. Om de genoemde tegenwerpingen te weerleggen behoeft het slechts mogelijk te zijn.

Het feit dat dit scenario mogelijk is bewijst dat Molinisme (de leer van Luis de Molina), libertaire wils­vrijheid, kwaad, een zondeloze hemel, een maximaal groot God (met alwetendheid, almacht en algoedheid) en onze wereld als de best mogelijke samen kunnen gaan.

Tegenwerping (Molinisme fnuikt wilsvrijheid):
Als God weet dat persoon p in situatie s keuze k zou maken, is er geen mogelijke wereld waarin p in situatie s een andere keuze zou maken. Zij W(f) de relatie over uitspraken „God weet dat f”, en zij K(p, s) functie die de keuze van persoon p in situatie s aangeeft. Dan:
[∀p, s: ∃k: ∀w: W(K(p, s) = k)] → [∀p, s: ∃k: ∀w: W(K(p, s) = k)] → [□K(p, s) = k]. Derhalve is mijn wil niet vrij.
Antwoord:
Dat is onjuist. In iedere mogelijke wereld weet God wat iedereen in iedere situatie zou doen. Zij K(p, s, w) de functie die de keuze van persoon p in situatie s in wereld w aangeeft. Dan:
[∀p, s, w: ∃k: W(K(p, s, w) = k)] → [∀p, s, w: ∃k: K(p, s, w) = k] → [□K(p, s, w) = k]. Maar doordat w figureert in die formule is dit geen restrictie op vrijheid.
((Dit samenvoegen met dit.))