Entropie

Een moderne versie van het bewijs uit gradaties kwam op toen de tweede hoofdwet der thermodynamica ontdekt werd: wanorde neemt altijd toe.

Beschouw nu de verbijsterende hoeveelheid orde in de levende natuur — als dat „vanzelf” ontstaan zou zijn zou dat tegen de thermodynamica ingaan. Dit is niet helemaal correct gesteld, want de aarde is geen gesloten systeem: de zon straalt er continu op, en de wanorde die door de verbranding in de zon ontstaat zou in principe groter kunnen zijn dan de orde die door evolutie gecreëerd is. (Ik moet preciezer zijn: die wanorde is zeker groter, maar de vraag is of de hoeveelheid wanorde die ontstaan is door de verbranding die leidde tot precies die straling die op haar beurt weer leidde tot het ontstaan van evolutieorde groter is dan die ontstane evolutieorde zelf. Ben je er nog?)

Sterker is het argument voor een schepping van het universum als geheel.

Het eerste stelt dat de entropie eindig is (er is orde in het heelal), en als het heelal al oneindig lang bestaan heeft zou dat niet kunnen. Er is dus een schepping geweest. Die stelling is in de eerste helft van de vorige eeuw hevig aangevallen, maar inmiddels geven de meeste sterrenkundigen toe dat een oerknal mogelijk is geweest, in ieder geval meer is dan een wanhoopstheorie van een paar Christenen.

Overigens hangt de vraag of het heelal een begin heeft af van de keuze van de tijdmaat. Bij een geschikte maat (juist gebruik van een logaritme of inverse) is het heelal altijd te beschouwen als eindig of juist oneindig, en dit heeft praktische betekenis, omdat de klassieke tijdmeting een pool heeft bij de oerknal, en dus onbruikbaar is.

(Een derde, geheel ander onder meer op entropie gebaseerd bewijs is het anthropisch bewijs.)

Tegenwerping (Teleologische regressie):
Als iets ordelijks alleen maar kan ontstaan uit iets nog ordelijkers, dan heeft God ook een meta-God nodig om te kunnen bestaan.
Antwoord:
Voor een immanente god klopt dat, maar niet voor een transcendente geest.
Tegenwerping (Entropie varieert):
De tweede hoofdwet van de thermodynamica is een statistische wet: er zijn veel meer toestanden met een hogere dan met een lagere entropie, dus bijna altijd zal een verandering een toename van entropie inhouden. Gegeven een voldoend lange tijdsspanne zal echter zo af en toe ook een toestand met lage entropie ontstaan, en misschien leven wij (relatief) kort na zo'n moment, en is de entropie weer aan het toenemen.
Antwoord:
In dat geval zou die tweede hoofdwet helemaal niet gelden. Zet in gedachten de entropie uit tegen de tijd, en trek een lijn op een bepaald entropieniveau. De grafiek zal die lijn even vaak stijgend als dalend passeren, en dat geldt voor ieder niveau. Met andere woorden: op ieder entropieniveau is de waarschijnlijkheid dat de entropie aan het afnemen is precies even groot als die dat ze aan het toenemen is. De gestage afname nu zou daarmee een orde-eiland zijn, en voorspelling onmogelijk.