Structuur

De meeste immanentisten erkennen het bestaan van regelmaat: in de rede, en/of in de orde van de wereld. Het bestaan van deze regelmaat vormt een raadsel dat een oplossing behoeft. Elders beschouwen we het probleem van ons vertrouwen in die regelmaat; hier gaat het om het bestaan op zich ervan, los van onze kennis.

Tegenwerping (Onverklaarbaarheid aanvaardbaar):
Waarom? Het leven en de wereld stellen zo veel raadsels, en niemand heeft alle antwoorden. Waarom zou de immanentist nu op eens wel moeten kunnen antwoorden?
Antwoord:
Omdat die regelmaat onervaarbaar is, en de immanentist zich er toch op beroept als hij redeneert of de wereld verklaart. Wie op het bestaan van iets onervaarbaars vertrouwt zal daar goede redenen voor moeten hebben, of aanvaarden dat dat vertrouwen onterecht is. In het geval van de rede leidt dat laatste direct tot een fataal argument.