Spreuken
- Spreuken 1:2-3a
- Tucht
- Spreuken 1:5-6
- Beelden
- Stijlstructuren
- Spreuken 1:7-8
- Tucht
- Spreuken 1:8
- Kinderen jegens hun ouders
- Spreuken 1:12
- Sjeool
- Spreuken 1:18
- De ziel
- Spreuken 1:19
- De ziel
- Spreuken 1:20
- Het gevaar van allegorie
- Spreuken 1:29-31
- De mens kan kiezen
- Spreuken 2:7
- Beschermende hulp als schild
- Spreuken 2:10
- Ziel als hart
- Spreuken 2:16-19
- Mannen en vrouwen
- Spreuken 3:5-8
- Het gevaar van systematische theologie
- Spreuken 3:7
- Kennis en strafwaardigheid
- Spreuken 3:8
- Eufemistische codering
- Spreuken 3:9-10
- God schenkt terug
- Spreuken 3:11-12
- Lijden tot groei
- Spreuken 3:12
- Ouders en kinderen
- Spreuken 3:19
- De aanvang der schepping
- Spreuken 3:22
- De ziel
- Spreuken 3:27-28
- Geven uit liefde
- Spreuken 3:31-32
- De mens kan kiezen
- Spreuken 3:34
- Overige aanhalingen
- Spreuken 4:1-4
- Tucht
- Spreuken 4:3
- „Één”
- Spreuken 4:25
- Verzoekingen
- Spreuken 5:3-9
- Mannen en vrouwen
- Spreuken 5:5
- Sjeool
- Spreuken 5:15-20
- Reinheid
- Spreuken 5:15-19
- Eufemistische codering
- Spreuken 5:24
- Rhetorische vragen
- Spreuken 6:6-11
- Vlijt
- Spreuken 6:16
- Getalspreuk
- Gods affectieve ziel
- Spreuken 6:18
- De affectieve ziel
- Spreuken 6:20
- Kinderen jegens hun ouders
- Spreuken 6:23-29
- Mannen en vrouwen
- Spreuken 6:23
- De Leidinggever als licht
- Het anagram
- Spreuken 6:25
- Begeerte
- Spreuken 6:26
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 6:30
- De begerende ziel
- Spreuken 6:32-35
- Mannen en vrouwen
- Spreuken 6:32
- Ziel als hart
- Spreuken 7:4-5
- Mannen en vrouwen
- Spreuken 7:6-20
- Mannen en vrouwen
- Spreuken 7:11
- Voeten voor lendenen
- Spreuken 7:17
- „Zalf”
- Spreuken 7:21-27
- Mannen en vrouwen
- Spreuken 7:23
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 7:27
- Sjeool
- Spreuken 8-9
- Het gevaar van allegorie
- Spreuken 8:12
- Het gevaar van allegorie
- Spreuken 8:22-26
- Het gevaar van allegorie
- Spreuken 8:27-29
- De wateren
- Spreuken 8:36
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 9:13
- Het gevaar van allegorie
- Spreuken 9:18
- Sjeool
- Spreuken 10:1z
- Ouders en kinderen
- Spreuken 10:2
- Bezit: andere passages
- Spreuken 10:3
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 10:4
- De logische drogreden
- Spreuken 10:13
- Gods Woord als zwaard
- Spreuken 10:15
- Bezit: andere passages
- Spreuken 10:22
- Bezit: andere passages
- Spreuken 10:26
- Vlijt
- Spreuken 11:1
- Christelijke goedheid
- Spreuken 11:5
- Ongesorteerd
- Spreuken 11:6
- Begeerte
- Spreuken 11:14
- Bezit: andere passages
- Spreuken 11:16
- Mannen en vrouwen
- Spreuken 11:17
- De aard van de mens
- Overdrijving
- Spreuken 11:22
- Mannen en vrouwen
- Spreuken 11:24-25
- Geven uit liefde
- God schenkt terug
- Spreuken 11:25
- De affectieve ziel
- Spreuken 11:30
- „Ziel” voor „levend wezen”
- Spreuken 11:31
- Introductie ter versterking
- Overige aanhalingen
- Spreuken 12:1
- Negatief parallellisme
- Spreuken 12:4
- Huwelijksregels
- Spreuken 12:10
- De ziel — ongesorteerd
- Het boerenleven
- Spreuken 12:11
- Landbouw
- Spreuken 12:12
- Begeerte
- Spreuken 12:21
- Het anagram
- Spreuken 12:25
- De bekommerde ziel
- Spreuken 13:2
- Begeerte
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 13:3
- De ziel
- Spreuken 13:4
- De begerende ziel
- Vlijt
- Spreuken 13:7
- Bezit: andere passages
- Spreuken 13:8
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 13:12
- Het anagram
- Spreuken 13:19a
- De affectieve ziel
- Spreuken 13:23
- Landbouw
- Spreuken 13:25
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 14:1
- De logische drogreden
- Huwelijksregels
- Spreuken 14:3
- Gods Woord als zwaard
- Spreuken 14:4
- Het boerenleven
- Spreuken 14:10
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 14:11
- Lichaam als woning
- Spreuken 14:12
- Bedrieglijke gevoelens
- Spreuken 14:20
- Bezit: andere passages
- Spreuken 14:24
- Bezit: andere passages
- Spreuken 14:25
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 14:31
- Geven uit liefde
- Spreuken 14:32
- Geesten van overledenen
- Spreuken 15:3
- Gods wezen
- Spreuken 15:4
- Het verkondigend spreken
- Spreuken 15:6
- Bezit: andere passages
- Spreuken 15:11
- Gods wezen
- Introductie ter versterking
- Sjeool
- Spreuken 15:16-17
- Bezit: andere passages
- Spreuken 15:16
- Commentaar op Spreuken
- Spreuken 15:19
- Vlijt
- Spreuken 15:20
- Ouders en kinderen
- Spreuken 15:23
- Het verkondigend spreken
- Spreuken 15:24
- Het oordeel
- Sjeool
- Spreuken 15:29
- Zonde scheidt ons van God
- Spreuken 15:31-32
- Lijden tot groei
- Spreuken 15:32
- Ziel als hart
- Spreuken 16:2
- Bedrieglijke gevoelens
- Spreuken 16:6
- Gehoorzaamheid
- Spreuken 16:8
- Bezit: andere passages
- Spreuken 16:11
- Christelijke goedheid
- Spreuken 16:17
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 16:21-24
- Het verkondigend spreken
- Spreuken 16:24
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 16:25
- Bedrieglijke gevoelens
- Spreuken 16:26
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 16:33
- Commentaar op de Geschriften
- Spreuken 17:1
- Commentaar op Spreuken
- Spreuken 17:3
- Bedrieglijke gevoelens
- Spreuken 17:7
- Introductie ter versterking
- Spreuken 17:21
- Ouders en kinderen
- Spreuken 17:25
- Ouders en kinderen
- Spreuken 18:1
- Begeerte
- Spreuken 18:7
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 18:11
- Bezit: andere passages
- Spreuken 18:22
- Huwelijksregels
- Spreuken 18:23
- Bezit: andere passages
- Spreuken 19:2
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 19:4
- Bezit: andere passages
- Spreuken 19:7a
- Introductie ter versterking
- Spreuken 19:8
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 19:10
- Introductie ter versterking
- Spreuken 19:11
- Straf
- Spreuken 19:13
- Het gezin
- Spreuken 19:14
- Huwelijksregels
- Spreuken 19:15
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 19:17
- Gegeven aalmoezen als schat
- Spreuken 19:18
- De ziel — ongesorteerd
- Tucht
- Spreuken 19:24
- Vlijt
- Spreuken 19:26
- Kinderen jegens hun ouders
- Spreuken 19:29
- Kruisstelling
- Spreuken 20:2
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 20:4
- Landbouw
- Spreuken 20:5
- De geest van de mens
- Spreuken 20:9
- Iedereen is zondig
- Spreuken 20:10
- Christelijke goedheid
- Spreuken 20:13
- Vlijt
- Spreuken 20:22
- Houding tegenover vijanden
- Spreuken 20:23
- Christelijke goedheid
- Spreuken 20:27
- De geest van de mens
- Spreuken 21:2
- Bedrieglijke gevoelens
- Spreuken 21:9
- Huwelijksregels
- Spreuken 21:10
- Begeerte
- Ziel als ogen
- Spreuken 21:19
- Huwelijksregels
- Spreuken 21:23
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 21:25
- Begeerte
- Vlijt
- Spreuken 21:26
- Begeerte
- Spreuken 21:27
- Introductie ter versterking
- Spreuken 21:31
- Gods bestuur
- Spreuken 22:5
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 22:6
- Tucht
- Spreuken 22:13
- Het achterwaarts argument
- Vlijt
- Spreuken 22:14
- Mannen en vrouwen
- Spreuken 22:15
- Tucht
- Spreuken 22:17-24:22
- Commentaar op Spreuken
- Spreuken 22:23
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 22:25
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 23:2
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 23:3
- Begeerte
- Spreuken 23:4-5
- De gevaren van rijkdom
- Spreuken 23:6
- Begeerte
- Spreuken 23:7
- Ziel als hart
- Spreuken 23:8
- Spuwen als woordbeeld
- Spreuken 23:13-14
- Tucht
- Spreuken 23:14
- De ziel — ongesorteerd
- Sjeool
- Spreuken 23:16
- De geest als nieren
- Spreuken 23:21
- Vlijt
- Spreuken 23:22
- Kinderen jegens hun ouders
- Spreuken 23:24-25
- Ouders en kinderen
- Spreuken 23:27-28
- Mannen en vrouwen
- Spreuken 23:31-32
- Verzoekingen
- Spreuken 23:31
- De avondmaalsbeker
- Spreuken 23:32
- Spuwen als woordbeeld
- Spreuken 24:1
- Begeerte
- Spreuken 24:12
- Ziel als hart
- Spreuken 24:14
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 24:16
- Lijden
- Spreuken 24:17-18
- Houding tegenover vijanden
- Spreuken 24:21
- Belastingen
- Sharps regel
- Spreuken 24:23z-26
- Christelijke onpartijdigheid
- Spreuken 24:30-34
- Landbouw
- Spreuken 25:1
- Schrijven en schrift
- Spreuken 25:3
- Gods verstand
- Spreuken 25:6-7
- Aanliggen
- Spreuken 25:8
- Commentaar op Mattheüs
- Spreuken 25:11-12
- Het verkondigend spreken
- Spreuken 25:13
- De affectieve ziel
- Spreuken 25:16
- Spuwen als woordbeeld
- Spreuken 25:21-22
- Houding tegenover vijanden
- Spreuken 25:24
- Huwelijksregels
- Spreuken 25:25
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 25:27
- De introductie
- Spreuken 26:11
- De hond
- Spreuken 26:12
- Het gevaar van systematische theologie
- Kennis en strafwaardigheid
- Spreuken 26:13
- Vlijt
- Spreuken 26:14
- Vlijt
- Spreuken 26:15
- Vlijt
- Spreuken 26:16
- Vlijt
- Spreuken 26:17
- De hond
- Spreuken 27:7
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 27:9
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 27:10
- Sjeool
- Spreuken 27:15-16
- Huwelijksregels
- Spreuken 27:17
- Hadad
- Spreuken 27:19
- De affectieve ziel
- Spreuken 27:23-27
- Het boerenleven
- Spreuken 28:5
- Ons leven in Christus
- Spreuken 28:7
- Ouders en kinderen
- Spreuken 28:8
- Bezit: andere passages
- Spreuken 28:11
- Bezit: andere passages
- Spreuken 28:13
- Gebedsinhoud
- Spreuken 28:14
- Verstokken
- Spreuken 28:17
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 28:19
- Landbouw
- Spreuken 28:20
- De gevaren van rijkdom
- Spreuken 28:21
- Christelijke onpartijdigheid
- Spreuken 28:22
- De gevaren van rijkdom
- Spreuken 28:24
- Kinderen jegens hun ouders
- Spreuken 28:25
- De begerende ziel
- Spreuken 28:26
- Bedrieglijke gevoelens
- Spreuken 28:27
- God schenkt terug
- Spreuken 29:1
- Verstokken
- Spreuken 29:10
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 29:15
- Tucht
- Spreuken 29:17
- De ziel — ongesorteerd
- Tucht
- Spreuken 29:18
- Gezichten
- Spreuken 29:24
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 30:3
- Gods verstand
- Spreuken 30:4
- De Drieëenheid
- De drievoudige schepping
- Spreuken 30:5a
- Commentaar op de Bijbel
- Spreuken 30:5z
- Beschermende hulp als schild
- Spreuken 30:7-9
- Bezit: andere passages
- Spreuken 30:11-14
- Kinderen jegens hun ouders
- Spreuken 30:12
- Symbolische wassingen
- Spreuken 30:15
- Getalspreuk
- Spreuken 30:16
- Sjeool
- Spreuken 30:17
- Kinderen jegens hun ouders
- Spreuken 30:18
- Getalspreuk
- Spreuken 30:19
- Hebreeuwse woorden
- Tsur
- Spreuken 30:20
- Mannen en vrouwen
- Spreuken 30:21
- Getalspreuk
- Spreuken 30:26
- Sela
- Spreuken 30:29
- Getalspreuk
- Spreuken 31:3
- Mannen en vrouwen
- Spreuken 31:6-7
- Het avondmaal
- Spreuken 31:6
- De ziel — ongesorteerd
- Spreuken 31:10-31
- Acrostichon
- Spreuken 31:10-12
- De rol der huisvrouw
- Spreuken 31:13-19
- De rol der huisvrouw
- Spreuken 31:20
- De rol der huisvrouw
- Spreuken 31:21-22
- De rol der huisvrouw
- Spreuken 31:23
- De rol der huisvrouw
- Spreuken 31:24-27
- De rol der huisvrouw
- Spreuken 31:28
- De rol der huisvrouw
- Spreuken 31:31
- De rol der huisvrouw