Een aanvaardbare geest

Dit overzichtje laat zien dat een transcendent wereldbeeld, wil het aanvaardbaar zijn, aan stringente eisen moet voldoen. Zo moet de transcendente geest noch duaal, noch unitair zijn, moet hij algoed zijn en almachtig.

Willen wij ontkomen aan het fatale argument van het diallel, dan moet het ook gaan om een geest die ons, zoals hier uitgelegd, buiten de rede om onze kennis a priori, inclusief een terechte overtuiging van de betrouwbaarheid van onze rede, verschaft. Enkel godsdiensten die dit leren zijn aanvaardbaar.

Het lijkt redelijk een dergelijke geest „God” te noemen, en ook de gewoonte Hem te eren met een hoofdletter op het voornaamwoord (zoals mensen al geëerd worden met een hoofdletter op de eigennaam) is in dit licht begrijpelijk.

((Te doen: hij moet ook kenbaar zijn, anders kunnen wij geen terecht vertrouwen in de rede hebben.))

Vanuit dit profiel kunnen wij nu gaan zoeken naar aanvaardbare kandidaten.

((Het volgende hoort elders.))

Daar God onfeilbaar is, is hij algoed als hij meent algoed te zijn. Dit is een niet-constructief bewijs, en daardoor niet erg overtuigend voor wie met het in deze wereld heersende kwaad in aanraking is gekomen, maar wel waar. Ook een constructief bewijs kan de emotionele weerzin niet vanzelfsprekenderwijs opheffen, maar is wel zinvol, en een wereldbeeld dat zo'n bewijs kan leveren heeft de voorkeur.

Als God meent goed te zijn, kan die goedheid een „toegift” zijn, of een coherente eigenschap van de wereld. Een wereldbeeld waarin dat laatste het geval is heeft de voorkeur.

Tegenwerping (Deelgoede God volstaat):
God moet betrouwbaar zijn, en dus waarheidsgetrouw in zijn uitingen aan ons. Dat zegt echter niets over Gods karakter buiten die eis — misschien is hij in andere opzichten wel helemaal niet goed. Als God slechts deels goed is op de juiste manier is hij aanvaardbaar als wetenschapsborger.
Antwoord:
((Te doen: aantonen dat feilen op enig punt zulk borgen fnuikt. God moet economisch goed zijn; ontisch ligt hier geen eis, en hoeft zelfs de gehele notie van goedheid niet te bestaan. Dit vergt op zijn minst een aparte deelpagina.))