Noncognitivisme

Wat is de betekenis van een zedelijke uitspraak? Als ik zeg „Moorden is slecht.” ken ik dan een objectieve eigenschap toe aan de handeling moord? Het zedelijk cognitivisme stelt dat dit het geval is, dat morele eigenschappen theoretisch kenbare zaken zijn.

Daartegenover staat het zedelijk noncognitivisme, de leer dat „een ethische waarde kennen” betekenisloos is wegens een categoriefout. Er zijn verschillende noncognitivistische posities.

Emotivisme
Morele uitspraken zijn enkel emotionele uitingen. Dit is wellicht de belangrijkste noncognitivistische positie.
Prescriptivisme
Morele uitspraken zijn geboden of bevelen zijn (of op zijn minst behoren tot een klasse van prescriptieve uitingen waar ook bevelen en geboden toe behoren.
ExpressivismeDe betekenis van een morele uitspraak (of van enige uitspraak) is gelijk aan de gemoedstoestand waarvan die uitspraak een uiting is.

((Te doen.))

De zedelijke imperatief is niet eenvoudigweg te analyseren door een operator „moeten” in te voeren. Stel dat „Ruim je kamer op!” formaliseert als M(j, k), waar M = moeten, j = jij, en k = kamer opruimen. Uit de logica weten we dat ∀B: A → A∨B. Dus geldt ook: M(j, k) → M(j, k)∨M(j, h), waar h staat voor het huis platbranden. Het lijkt redelijk dat M distribueerbaar is, dus dan krijgen we M(j, k∨h), „Je moet je kamer opruimen of het huis platbranden”. Dit klinkt nog steeds redelijk, want inderdaad moet je één van de twee. Het probleem ontstaat als de imperatief weer geïntroduceerd wordt: „Ruim je kamer op of brand het huis plat!”.(Dit is de Ross' paradox, genoemd naar de bedenker, William David Ross.)