Ethiek voortkomend uit de mens zelf.

Ethiek is nauw verbonden met de mens: slechts de mens kan zedelijk verkeerd zijn, want slechts de mens kent zijn eigen zin. Een ding, plant of dier kan praktisch verkeerd zijn (ongeschikt voor ons doel, gevaarlijk voor de mens, natuurlijke selectie niet overlevend), maar niet zedelijk. De voorstellen die ethiek uit de mens zelf afleiden zijn echter niet houdbaar.

Enkele voorbeelden.

Tegenwerping (Conditionering):
Tijdens de opvoeding groeit uit angst voor straf en andere zaken een moreel besef.
Antwoord:
((Nog te doen.))
Het is heel waarschijnlijk dat iemand nooit straffen leidt tot een on(der)ontwikkeld zedelijk besef, maar het is niet evident dat het omgekeerde ook geldt. Opgroeien in het donker leidt tot blindheid, maar dat wil niet zeggen dat ons zichtvermogen enkel ontstaat uit beschenen worden. Arbitrair straffen leidt niet tot ethisch besef, maar wel tot schuldgevoelens; systematisch straffen kan leiden tot de internalisering van de gebruikte regels — maar hoe is het dan mogelijk dat iemand zich op een dag realiseert dat een bepaald ander zedelijk systeem hoogstaander is dan het eigen, en zich met vreugde aan dat nieuwe systeem houdt?