Zorg

Βλεπω
Eingenlijk stralen, dan kijken, vandaar soms ook: toezien op, zorgen voor, bijvoorbeeld in Kolossenzen 4:17.
Μεριμνα
De zorgen die men zich maakt, bange zorg, bezorgdheid.
Επμελεια
De zorg die men kan hebben voor, besteden aan iets.
Handelingen 27:3z
en vergunde hem naar zijn vrienden te gaan om zich te laten verzorgen {= επμελεια te bereiken}.
Hiervan afgeleid het werkwoord επμελεομαι, zorgen voor, verzorgen.
Lukas 10:34-35
En hij ging naar hem toe, verbond zijn wonden, goot er olie en wijn op; en hij zette hem op zijn eigen rijdier, bracht hem naar een herberg en verzorgde hem. En de volgende dag stelde hij de waard twee schellingen ter hand en zeide: Verzorg hem en mocht gij meer kosten hebben, dan zal ik ze u vergoeden, op mijn terugreis.
1 Timotheüs 3:5
indien echter iemand zijn eigen huis niet weet te bestieren, hoe zal hij voor de gemeente Gods zorgen?
Προνοεω
Vooruitdenken, vandaar: zorgen voor.
Romeinen 12:17z
hebt het goede voor met alle mensen.
2 Korinthiërs 8:21a
want wij zijn bedacht op hetgeen behoorlijk is,
1 Timotheüs 5:8
Maar indien een vrouw voor de haren, en nog wel voor haar huisgenoten, niet zorgt,
Φροντιζω
Eigenlijk: langdurig denken aan, vandaar denken om, zorgen hebben om.
Titus 3:8m
opdat zij, die hun vertrouwen op God gebouwd hebben, ervoor zorgen vooraan te staan in goede werken.

Allerlei woorden als poieo (4160) kunnen ook „ervoor zorgen dat” betekenen. Te doen: 253 (Filippenzen 2:28z, lupe (3077)

Het volgende hoort niet hier.

Εμπλεκω
Invlechten, vandaar ook: zich telkens bezig houden met.
2 Timotheüs 2:4a
Tijdens de veldtocht wordt geen soldaat gemoeid in de zorg voor zijn onderhoud;
(Letterlijk: ingevlochten in dat van zijn (biologisch) leven.)
2 Petrus 2:20
Want indien zij, aan de bezoedelingen der wereld ontvloden door de erkentenis van de Here en Heiland Jezus Christus, toch weer erin verstrikt raken en erdoor overmeesterd worden, dan is hun laatste toestand erger dan de eerste.

Vandaar Εμπλοκη

1 Petrus 3:3
Uw sieraad zij niet uitwendig: het vlechten van haar, het omhangen van goud of het dragen van gewaden,