Tijdꜛ
Gebruikt worden:
- Χρονοςꜛ
- De meetbare tijdsduurꜛ, met tijdsmeting vast te stellen momentꜛ.
- Καιροςꜛ
- Het juiste moment.
- Etymologie: Oorspronkelijk de juiste plaats om te snijden bij een chirurgische operatie.
- Ὡραꜛ
- Seizoenꜛ, regelmatig terugkerend tijdstipꜛ.
- Etymologie: Verwant met het Nederlands „jaar”ꜛ (en natuurlijk via het Latijn horaꜛ en het Frans heureꜛ met „uur”ꜛ).