Drogredenen van benoeming

Er zijn verschillende drogredenen die gebaseerd zijn op naamgeving. Enige belangrijke zijn:

Verklarende naamgeving
Een naam („etiket”) presenteren als verklaring. Iemand „kleptomane” noemen verklaart haar stelen net zo min als haar „dievegge” noemen. Het Boeddhistische begrip „koe”, iets naast bestaan en niet-bestaan, zou verklaren hoe/waar we zijn tijdens de slaap, of tussen wedergeboorten in. Newton verklaarde (bewust!) de zwaartekracht niet — dat deed pas Einstein met zijn model van ruimtekromming. Deze drogreden komt veel in de (volks)psychiatrie voor: „Hij reageert zo omdat hij autistisch is”.
Betrekkelijke naamgeving, of relatieve benoeming
De drogreden dat als een rol niet bestaat ook de vermeende vervuller ervan niet bestaat. (Men beschouwt Mien als Jans leerlinge. Aantonen dat Jan geen leraar is bewijst niet dat Mien niet bestaat — enkel dat de leerlinge van Jan niet bestaat.) Dit is een vorm van de re versus de dicto.
Aequivocatie, homonymie, of ongedeelde middenterm
Dit is het gebruik van eenzelfde woord of begrip in verschillende betekenissen, en misbruik maken van de zo ontstane (onbewuste) verwarring.
Reïficatie
Deze drogreden bestaat er in een begrip ten onrechte als zaak te beschouwen. „Niemand is groter dan Jan, dus Jan is niet de grootste, dat is Niemand”. Er zijn twee gevallen van kwaadaardige reïficatie die apologetisch van bijzonder belang zijn:
Niets
Door dit te reïficeren kan men de onmogelijkheid van niets tot iets te komen verdoezelen.
Toeval
Door dit te reïficeren kan men wilsvrijheid en verantwoordelijkheid ontkennen.

((Te doen.))

Goedaardige reïficatie en kwaadaardige reïficatie onderscheiden. Goedaardige is zuiver taalkundig: „Niets is lichter dan waterstof” zeggen, en „Er is geen ding lichter dan waterstof” bedoelen; kwaadaardige is conceptvormend: „Niets is lichter dan waterstof” zeggen, en „Er is een ding, ‚niets’ genaamd, en dat is lichter dan waterstof” bedoelen. ((De neministen bespreken.))