Paulus

Saulus is geboren in Tarsus.

Handelingen 21:39
Maar Paulus zeide: Ik ben een Jood uit Tarsus, burger van een welbekende stad in Cilicië; ik vraag u verlof tot het volk te mogen spreken.
Handelingen 22:3
Ik ben een Jood, te Tarsus in Cilicië geboren, doch in deze stad opgevoed, aan de voeten van Gamaliël opgeleid met nauwgezette inachtneming van de wet onzer vaderen, een ijveraar voor God evenals gij allen heden zijt.

Hij verandert zijn naam.

Handelingen 13:9
Mogelijk neemt Saulus een andere naam aan nu hij op reis gaat omdat het Griekse Σαυλος de betekenis ‚verwijfd’, ‚aanstellerig’ heeft, en hij alle hindernissen voor zijn evangelisatieactiviteiten uit de weg wilde ruimen. Παυλος is een vergrieksing van het Latijn paulus, ‚klein’, en wellicht een woordspel met παυλα, ‚rust’.

Een interessante hypothese is dat Paulus een oogkwaal zou hebben gehad.

Dat zou verklaren waarom hij, ondanks zijn fanatisme, niet zelf stenen mikte bij de steniging van Stefanus. (De getuigen moesten de eerste steen werpen, maar daarna mocht iedereen meedoen:Deuteronomium 13:9.)

Handelingen 7:58z-59
En de getuigen legden hun mantels af aan de voeten van een jonge man, Saulus genaamd. En zij stenigden Stefanus, die de Here aanriep, zeggende: Here Jezus, ontvang mijn geest.

Na zijn Damascuservaring is hij enige dagen lang blind, totdat hij de handen opgelegd krijgt.

Handelingen 9:8-9
En Saulus stond op van de grond en hoewel hij zijn ogen open had, kon hij niets zien, en zij leidden hem bij de hand en brachten hem naar Damascus. En hij kon drie dagen lang niet zien, en hij at of dronk niet.
Handelingen 9:17-19a
En Ananias ging heen en kwam in het huis, en hij legde hem de handen op en zeide: Saul, broeder, de Here heeft mij gezonden, Jezus, die u verschenen is op de weg, waarlangs gij gekomen zijt, opdat gij weer zoudt zien en met de Heilige Geest vervuld worden. En terstond vielen hem als schubben van de ogen en hij kon weer zien, en hij stond op en werd gedoopt; en toen hij voedsel genomen had, werd hij versterkt.

Zijn ziekte in Galatië lijkt ook een oogkwaal te zijn geweest, gezien de reactie van de Galaten.

Galaten 4:13-15
Ja, gij weet, dat ik aan u de eerste maal, omdat ik ziek geworden was, het evangelie verkondigd heb, en toch hebt gij de verzoeking, die er voor u in mijn lichamelijke toestand gelegen was, niet als iets verachtelijks beschouwd of ertegen gespuwd, maar gij hebt mij ontvangen als een bode Gods, [ja], als Christus Jezus. Gij hebt u toen gelukkig geprezen; wat is daarvan over? Want ik kan van u getuigen, dat gij, ware het mogelijk geweest, uw ogen uitgerukt en ze mij gegeven zoudt hebben.

Hij laat zijn brieven door anderen schrijven, en als hij zelf iets toevoegt is het in groot schrift. Ondanks de beperkingen van het medium is zijn schift voldoende onderscheidend om als echtheidskenmerk te dienen.

Romeinen 16:22
Ik, Tertius, die de brief op schrift gebracht heb, groet u in de Here.
1 Korinthiërs 16:21
Een eigenhandige groet van mij, Paulus.
Galaten 6:11
Ziet, met hoe grote letters ik u eigenhandig schrijf!
2 Thessalonicenzen 3:17
Een eigenhandige groet van mij, Paulus. Dit is een waarmerk in elke brief: zo schrijf ik.
(Vergelijk 2 Thessalonicenzen 2:2.)

Mogelijk is deze kwaal zijn „doorn in het vlees”: hij moge dan geheimenissen zien, maar het aardse ziet hij niet goed.

2 Korinthiërs 12:7z
Daarom is mij, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen, een doorn in het vlees gegeven, een engel des satans, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen.