Bileam

Het verhal van Bileam staat in Numeri 22:2-24:25. Hoewel Bileam er door God van weerhouden wordt Israël te vervloeken, helpt hij toch Balak, met de raad de Israëlieten te verleiden zich af te geven met tempelprostituees.

Numeri 31:16
Zie, dezen waren op raad van Bileam voor de Israëlieten aanleiding om trouwbreuk te plegen tegen de Here ter oorzake van Peor, zodat de plaag kwam onder de vergadering des Heren.
Numeri 25:1-2
Terwijl Israël in Sittim verbleef, begon het volk ontucht te plegen met de dochters van Moab. Dezen nodigden het volk tot de slachtoffers van haar goden en het volk at daarvan en boog zich neer voor haar goden.

Paulus, Petrus en Johannes verwijzen hiernaar.

1 Korinthiërs 10:8
En laten wij geen hoererij plegen, zoals sommigen van hen deden, en er vielen op één dag drieëntwintigduizend.
2 Petrus 2:15
Doordat zij de rechte weg verlaten hebben, zijn zij verdwaald en de weg opgegaan van Bileam, de zoon van Beor, die het loon der ongerechtigheid liefhad,
Openbaring 2:14
Maar Ik heb enkele dingen tegen u: dat gij daar sommigen hebt, die vasthouden aan de leer van Bileam, die Balak leerde de kinderen Israëls een strik te spannen, dat zij afgodenoffers zouden eten en hoereren.

Later doden de Israëlieten Bileam.

Numeri 31:8
Behalve degenen, die onder hen verslagen werden, doodden zij ook de koningen van Midian, Ewi, Rekem, Sur, Chur en Reba, de vijf koningen van Midian; ook Bileam, de zoon van Beor, doodden zij met het zwaard.
Jozua 13:22
Ook Bileam, de zoon van Beor, de waarzegger, hadden de Israëlieten met het zwaard gedood, tegelijk met degenen, die zij versloegen.

God gebied eeuwige vijandschap.

Deuteronomium 23:3-6
Een Ammoniet of Moabiet zal niet in de gemeente des Heren komen; zelfs hun tiende geslacht zal nimmer in de gemeente des Heren komen, omdat zij u bij uw uittocht uit Egypte op de weg niet met brood en water tegemoet gekomen zijn, en omdat zij tegen u Bileam, de zoon van Beor, uit Petor in Mesopotamië, gehuurd hadden om u te vervloeken. Maar de Here, uw God, heeft naar Bileam niet willen luisteren en de Here, uw God, heeft de vloek voor u in een zegen veranderd, omdat de Here, uw God u liefhad. Gij zult zolang gij leeft nimmer de vrede en het goede voor hen zoeken.
Nehemia 13:1-3
Te dien dage werd uit het boek van Mozes voorgelezen ten aanhoren van het volk, en men vond daarin geschreven, dat geen Ammoniet of Moabiet ooit in de gemeente Gods mocht komen, omdat zij de Israëlieten niet met brood en met water waren tegemoet gekomen en tegen hen Bileam gehuurd hadden om hen te vervloeken; maar onze God veranderde de vervloeking in een zegen. Zodra zij dan de wet gehoord hadden, zonderden zij alwie van gemengde afkomst waren, van Israël af.

Verwijzingen naar Bileam.

Jozua 24:9-10
Toen maakte Balak, de zoon van Sippor, de koning van Moab, zich op en streed tegen Israël. Hij ontbood Bileam, de zoon van Beor, om u te vervloeken. Maar Ik wilde naar Bileam niet horen, zodat hij u integendeel gezegend heeft. Zo redde Ik u uit zijn macht.
Micha 6:5
Mijn volk, gedenk toch wat Balak, de koning van Moab, beraamde en wat Bileam, de zoon van Beor, hem antwoordde — van Sittim tot Gilgal, opdat gij het volle recht des Heren moogt erkennen.