Danel en Aqhat

Ezechiël 14:14, Ezechiël 14:20
In het Hebreeuws staat hier Danel, niet Daniël. Waarschijnlijk gaat het niet om de (op dat moment nog jonge) man van het gelijknamige boek, maar om een eerdere persoon. Dit kan niet de zoon van David uit 1 Kronieken 3:1 zijn geweest, want die heet wel Daniël, evenals de genoemden in Ezra 8:2 en Nehemia 10:6, die trouwens van later tijd zijn.
Overigens gaat het hier om een contrast met Genesis 18:26-32.
Ezechiël 28:3
Deze bijtende spot is gericht aan de vorst van Tyrus, en dat geeft ons een aanwijzing omtrent de identiteit van Danel. Het is erg onwaarschijnlijk dat de koning van Tyrus van een jongeman in Babel zou weten, dus het gaat blijkbaar om een bij de Phoeniciërs bekende persoon. Welnu, in Oegarit is een epos gevonden over Danel (‚El is rechter’), een zeer rechtvaardig man die door El beloond wordt met een zoon, Aqhat. De tekst is incompleet, maar blijkbaar misdraagt Aqhat zich, en wordt gedood.
In de eerste twee verwijzingen hebben wij dus drie mensen die allen ondanks hun rechtvaardigheid hun kinderen niet hebben kunnen redden: Noach vervloekt Kanaän (Genesis 9:25); Danel verliest zijn zoon, en Job verliest al zijn kinderen (Job 1:19).
Nu is het Danel-epos incompleet, en sommigen, veronderstellend dat Danel uiteindelijk zijn zoon uit de dood terugkrijgt, draaien de redenering om: Noach redde zijn kinderen uit de vloed (Genesis 7:7), Danel krijgt zijn zoon terug, en Job krijgt als het ware zijn zonen terug (Job 42:13). Deze uitleg lijkt minder waarschijnlijk, om verschillende redenen.
  • Allereerst hangt het op een veronderstelling omtrent het ontbrekende deel van het Danel-epos.
  • Dan zou het betekenen dat God erkent dat die Danel inderdaad zijn zoon had teruggekregen uit de dood.
  • Job krijgt andere kinderen, niet zijn eigen kinderen terug.
Psalmen 68:7
Voorspoed (kosjaroth): dit woord, dat nergens anders in de Bijbel voorkomt, is teruggevonden in Oegaritische teksten, onder meer in de tekst van Danel, waar bij de geboorte van diens zoon Aqhat kosjaroth optreden: vreugdezangeressen. De tekst kan dus vertaald worden als: „God ‥ die gevangenen uitleidt onder vreugdegezang”.

In het Oegaritische epos heet Danel: ‚De man uit Refa’. Hij is dus een Refaïet.