God der goden, Here der heren, Koning der koningen
Naar hun aard zijn deze titels slechts op God toepasbaar.
- Deuteronomium 10:17a
- Want de Here, uw God, is de God der goden en de Here der heren,
- Jozua 22:22a
- De God der goden, de Here, de God der goden, de Here, Hij weet het,
- Psalmen 50:1z
- De God der goden, de Here, spreekt en roept de aarde vanwaar de zon opgaat tot waar zij ondergaat.
- Psalmen 136:2a
- Looft de God der goden,
- Psalmen 136:3a
- Looft de Heer der heren,
- Daniël 11:36m
- zelfs tegen de God der goden zal hij ongehoorde woorden spreken,
- 1 Timotheüs 6:15z
- de Koning der koningen en de Here der heren,
((Te doen: „vorst der vorsten” in Daniël 8:25.)
En dus op Jezus.
- Openbaring 17:14m
- — want Hij is de Here der heren en de Koning der koningen —
- Openbaring 19:16z
- Koning der koningen en Here der heren.
Sommige apotheotische buitenlandse heersers eisen deze titels voor zichzelf op.
- Ezra 7:12
- Artachsasta, koning der koningen, aan de priester Ezra, de geleerde in de wet van de God des hemels, enzovoort.
Maar God spot daarmee, en wil dat ook Nebukadnezarꜛ Zijn opperkoningschap erkent.
- Ezechiël 26:7
- Want zo zegt de Here Here: Zie, tegen Tyrus breng Ik van uit het noorden Nebukadressar, de koning van Babel, de koning der koningen, met paarden, wagens, ruiters en met een geweldige menigte voetvolk.
- (Hij noemt zich koning der koningen, maar Ik ben het die hem stuurt — wat hij zelf ook moge denken. Zie ook Jesaja 10:5-19, speciaal Jesaja 10:8.)
- Daniël 2:37-38
- Gij, o koning, koning der koningen, aan wie de God des hemels het koningschap, macht, sterkte en eer geschonken heeft, ja, in wiens hand Hij de mensenkinderen, waar zij ook wonen, de dieren des velds en het gevogelte des hemels heeft gegeven, en die Hij tot heerser over die alle heeft gemaakt; gij zijt dat gouden hoofd.
- (Gij noemt u koning der koningen, maar Ik ben het die u dit alles gegeven heb, die de toekomst ken, en die uw eindige rijk door een eeuwig rijk zal vervangen.)
- Daniël 2:47a
- De koning gaf Daniël ten antwoord: In waarheid, uw God is de God der goden en de Heer der koningen, en Hij openbaart verborgenheden: