De stijlfiguur der Kruisstellingꜛ
Een kruisstelling of chiasmeꜛ is een herhaald noemen (van meestal twee zaken), waarbij de volgorde de tweede maal omgekeerd is, en heeft als effect een versterking van de koppeling.
- Jesaja 56:3-7
- (1) Laat dan de vreemdeling die zich bij de Here aansloot, niet zeggen: De Here zal mij zeker afzonderen van zijn volk;
- (2) en laat de ontmande niet zeggen: Zie, ik ben een dorre boom.
- (2) Want zo zegt de Here van de ontmanden, die mijn sabbatten onderhouden en verkiezen wat Mij behaagt en vasthouden aan mijn verbond: Ik geef hun in mijn huis en binnen mijn muren een gedenkteken en een naam, beter dan zonen en dochters; Ik geef hun een eeuwige naam, die niet uitgeroeid zal worden.
- (1) En de vreemdelingen die zich bij de Here aansloten om Hem te dienen, en om de naam des Heren lief te hebben, om Hem tot knechten te zijn, allen die de sabbat onderhouden, zodat zij hem niet ontheiligen, en die vasthouden aan mijn verbond: hen zal Ik brengen naar mijn heilige berg en Ik zal hun vreugde bereiden in mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen welgevallig zijn op mijn altaar, want mijn huis zal een bedehuis heten voor alle volken.
- (2) en laat de ontmande niet zeggen: Zie, ik ben een dorre boom.
Een uitgebreid voorbeeld geeft Paulus.
- Efeziërs 3:14-21
- (1) Om die reden buig ik mijn knieen voor de Vader, naar wie alle geslacht
- (2) in de hemelen
- (3) en op de aarde genoemd wordt,
- (4) opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid,
- (5) met kracht gesterkt te worden door zijn Geest
- (6) in de inwendige mens, opdat Christus door het geloof in uw harten woning make.
- (7) Geworteld en gegrond in de liefde,
- (8) zult gij dan samen met alle heiligen, in staat zijn te vatten, hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is,
- (7) en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat,
- (6) opdat gij vervuld wordt tot alle volheid Gods.
- (5) Hem nu, die blijkens de kracht, welke in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen,
- (4) Hem zij de heerlijkheid
- (3) in de gemeente
- (2) en in Christus Jezus
- (1) tot in alle geslachten, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.
- (2) in de hemelen
Een kruisstelling helpt de hoorder de grenzen van een zelfstandige eenheid binnen een langere tekst te vinden, zoals het terugmoduleren naar een slotakkoord het einde van een deel van een grote muzikale compositie kan aanduiden. In een orale cultuur kan het voltooien van een chiasme net zo dwingend zijn als voor een muziekliefhebber zulk terugmoduleren.
Complexere kruisstellingen ontstaan door omkering van één der delen van een parallellisme. Om zo'n omkering mogelijk te maken moet ieder deel zelf weer uit twee elementen bestaan. Dan zijn er vier elementen, en dat maakt verschillende soorten kruisstelling mogelijk.
De eenvoudigste is A1-A2-B2-B1.
- Psalmen 89:16-19
- (A1) Welzalig het volk dat de jubelroep kent,
- zij wandelen, Here, in het licht van uw aanschijn;
- (A2) in uw naam juichen zij de ganse dag,
- en door uw gerechtigheid worden zij verhoogd.
- zij wandelen, Here, in het licht van uw aanschijn;
- (B2) Want Gij zijt de luister hunner sterkte,
- en door uw welbehagen zult Gij onze hoorn verhogen;
- (B1) want van de Here is ons schild,
- van de Heilige Israëls onze koning.
- en door uw welbehagen zult Gij onze hoorn verhogen;
Het eerste paar verzen, A, gaat over het volk, en het tweede paar, B, over de koning (hoorn staat voor koning of koningschap). Maar het eerste paar begint met de verbondenheid met God, en volgt dan met de effecten (juichen, verhoogd worden), terwijl het tweede paar eerst de effecten (luister, verhoogd worden) noemt, en dan pas de verbondenheid.
- Spreuken 19:29
- (A1) Voor de spotters (A2) zijn straffen gereed
- (B2) en slagen (B1) voor de rug der dwazen.
- Hooglied 2:14z
- (A1) laat mij uw gedaante zien, (A2) laat mij uw stem horen,
- (B2) want zoet is uw stem (B1) en uw gedaante is bekoorlijk.
Een iets complexere vorm is A1-B1-B2-A2, waarbij dus de tweede parallel in zijn geheel in de eerste is geschoven:
- Filippenzen 1:15-17
- (A1) Sommigen prediken de Christus wel uit nijd en twist,
- (B1) maar anderen doen het met goede bedoeling.
- (B2) Dezen verkondigen de Christus uit liefde, daar zij weten, dat ik tot verdediging van het evangelie gesteld ben,
- (A2) maar genen uit eigenbelang, met de onzuivere bedoeling, mij de gevangenschap zwaar te maken.
- (B1) maar anderen doen het met goede bedoeling.
Om de volgende kruisstelling te herkennen moet bekend zijn dat Titus onder de ‚oude mannen’ valt.
- Titus 2:2-8
- (A1) Oude mannen moeten nuchter zijn, waardig, bezadigd, gezond in het geloof, de liefde en de volharding.
- (B1) Oude vrouwen eveneens, priesterlijk in haar optreden, niet kwaadsprekend, niet verslaafd aan veel wijn, in het goede onderrichtende,
- (B2) zodat zij de jonge vrouwen opwekken man en kinderen lief te hebben, bezadigd, kuis, huishoudelijk, goed en aan haar man onderdanig te zijn, opdat het woord Gods niet gelasterd worde.
- (A2) Vermaan evenzo de jonge mannen bezadigd te zijn in alles, houd [hun] in uzelf een voorbeeld voor van goede werken, zuiverheid in de leer, waardigheid, een gezonde prediking, waarop niets valt aan te merken, opdat de tegenstander tot zijn beschaming niets ongunstigs van ons hebbe te zeggen.
- (B1) Oude vrouwen eveneens, priesterlijk in haar optreden, niet kwaadsprekend, niet verslaafd aan veel wijn, in het goede onderrichtende,
(Theoretisch is de combinatie van beide vormen ook mogelijk: A1-B2-B1-A2 „God — slecht is de duivel — is goed”. De constructie A1-B2-A2-B1 is onwaarschijnlijk, want moeilijk te begrijpen en gemakkelijk mis te verstaan: „God — slecht is — is goed — de duivel”.)
((Te doen: de kruisstelling van het zondvloedsverhaal uit Apologetiek hierheen halen; veel meer kruisstellingen toevoegen.))