Identificatieꜛ
Een stijlfiguur die vooral Johannes vaak toepast is de identificatie middels referentieꜛ aan een gebeurtenis. Als dit door middel van een parallellie gebeurt is het nauw verwant aan aanhaling.
- Johannes 1:15
- Johannes heeft van Hem getuigd en heeft geroepen, zeggende: Deze was het, van wie ik zeide: Die na mij komt, is voor mij geweest, want Hij was eer dan ik.
- Johannes 1:30
- Deze is het, van wie ik zeide: Na mij komt een man, die voor mij geweest is want Hij was eer dan ik.
- Johannes 7:50
- Nikodemus, die vroeger tot Hem was gekomen, een van hen, zeide tot hen:
- Johannes 19:39a
- En ook kwam Nikodemus, die de eerste maal des nachts tot Hem gekomen was,
- Johannes 3:1-2
- En er was iemand uit de Farizeeën, wiens naam was Nikodemus, een overste der Joden; deze kwam des nachts tot Hem en zeide tot Hem: Rabbi, wij weten, dat Gij van God gekomen zijt als leraar; want niemand kan die tekenen doen, welke Gij doet, tenzij God met Hem is.
- Johannes 11:2a
- Maria was het, die de Here gezalfd had met mirre en zijn voeten met haar haren had afgedroogd.
- Johannes 12:3
- Maria dan nam een pond echte, kostbare nardusmirre, en zij zalfde de voeten van Jezus en droogde zijn voeten af met haar haren; en de geur der mirre verspreidde zich door het gehele huis.
- Johannes 18:14
- en Kajafas was het, die de Joden de raad had gegeven: Het is nuttig, dat één mens sterft ten behoeve van het volk.
- Johannes 11:49-50
- Maar een van hen, Kajafas, de hogepriester van dat jaar, zeide tot hen: Gij weet niets, en gij beseft niet, dat het in uw belang is, dat één mens sterft voor het volk en niet het gehele volk verloren gaat.
- Johannes 21:20
- En Petrus, zich omwendende, zag de discipel volgen, dien Jezus liefhad, die zich bij de maaltijd aan zijn borst geworpen had en gezegd had: Here, wie is het die U verraadt?
- Johannes 13:25
- Deze, aanstonds zich aan de borst van Jezus werpende, zeide tot Hem: Here, wie is het?
Identificatie behelst niet noodzakelijkerwijs een parallellie.
- Johannes 12:1
- Jezus dan kwam zes dagen voor het Pascha te Bethanië, waar Lazarus was, die Jezus uit de doden had opgewekt.
- Johannes 11:43-44
- En na dit gezegd te hebben, riep Hij met luider stem: Lazarus, kom naar buiten! De gestorvene kwam naar buiten, de voeten en de handen gebonden met grafdoeken, en er was een zweetdoek om zijn gelaat gebonden. Jezus zeide tot hen: Maakt hem los en laat hem heengaan.
In sommige gevallen is er zelfs helemaal geen corresponderende passage.
- Genesis 36:24
- En dit waren de zonen van Sibon: zowel Ajja als Ana; dit is de Ana, die de hete bronnen in de woestijn gevonden heeft, toen hij de ezels van zijn vader Sibon hoedde.
Eenzelfde constructie kan voor twee effecten gebruikt worden: om de persoon te identificeren, zoals hierboven, of om van een bekende persoon de daden (1 Koningen 2:8) of situatie (Genesis 42:6) in herinnering te brengen. Dit laatste ook speciaal als het God betreft (Psalmen 135:8-12).