De stijlfiguur van het merisme

Een merisme noemt de extremen om het gehele tussenliggende gebied aan te duiden.

Deuteronomium 28:6
Gezegend zult gij zijn bij uw ingang en gezegend zult gij zijn bij uw uitgang.
Deuteronomium 28:19
Vervloekt zult gij zijn bij uw ingang en vervloekt bij uw uitgang.
2 Koningen 19:27, Jesaja 37:28
Maar Ik ken uw zitten, uw uitgaan en ingaan en uw razen tegen Mij.
Psalmen 121:8
De Here zal uw uitgang en uw ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid.
Psalmen 139:2a
Gij kent mijn zitten en mijn opstaan,
Klaagliederen 3:63
Aanschouw hun zitten en hun opstaan: Ik ben hun spotlied.
Jesaja 43:5
Vrees niet, want Ik ben met u; Ik doe uw nakroost van het oosten komen en vergader u van het westen.
Ezechiël 21:4
Omdat Ik zowel de rechtvaardige als de goddeloze onder u zal uitroeien, daarom zal mijn zwaard de schede verlaten tegen al wat leeft, van zuid tot noord.
Mattheüs 8:11
Ik zeg u, dat er velen zullen komen van oost en west en zullen aanliggen met Abraham en Isaak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen;
Lukas 13:29
En zij zullen komen van oost en west en van noord en zuid en zullen aanliggen in het Koninkrijk Gods.