De noodzaak van een eerste beweger

Alles wat beweegt (het bewogene) is hetzij door iets anders (de beweger) in beweging gezet, hetzij beweegt uit zichzelf. En iedere beweger is hetzij zelf een bewogene, hetzij een onbewogen beweger. Teruglopend komen we dus altijd uit op hetzij iets dat uit zichzelf beweegt, hetzij een onbewogen beweger. Deze noemen we God.

Een moderne toepassing van dit bewijs kijkt naar de oorsprong van het heelal: waar komt de energie vandaan die sindsdien steeds door wordt gegeven van deeltje aan deeltje, en het heelal in beweging houdt? Wie gaf de eerste stoot in dit kosmisch biljart? Volgens een fundamentele wet van de natuurkunde blijft de totale hoeveelheid energie constant, dus het systeem kan zichzelf niet op gang hebben gegooid: energie kan wel van vorm veranderen (massa, beweging, straling, afstand), maar het wordt nooit meer of minder.

Tegenwerping (Onbewogen beweger):
Maar een onbewogen beweger kan een gewone stoffelijke zaak zijn: een stilstaande magneet kan een metalen bal aan het rollen brengen, vanwaaruit alle verdere beweging ontstaat.
Antwoord:
Zeker, als het heelal ontstaan is met potentiële energie kan dat de huidige kinetische energie verklaren. Daarom is de vraag algemener: waar komt al die energie, zij het potentieel, kinematisch of opgeslagen als massa, vandaan?
((Te doen.))
Tegenwerping (Heelal energieloos):
Zwaartekracht telt negatief, dus misschien is de totale energie-inhoud van het heelal wel nul — net zoals een neutron zich kan splitsen in een positief proton en een negatief electron, en daarmee electrische lading laat ontstaan, terwijl toch de totale lading nul blijft.
Antwoord:
Bindingsenergie is inderdaad negatief, en de totale ontsnappingsenergie van een deeltje, de energie nodig om te ontsnappen aan het gehele universum, zou best eens gelijk kunnen zijn aan de massa van dat deeltje. Anderen stellen zelfs dat een begrip als „energie-inhoud van het heelal” betekenisloos is.
Tegenwerping (Energiebehoud niet noodzakelijk):
Op quantumniveau geldt die wet van behoud van energie enkel statistisch, dus als het gehele heelal ooit één deeltje is geweest kon dat wel spontaan op gang komen.
Of wellicht ontstonden er een heelal en een antiheelal die samen precies energie nul hebben.
Antwoord:
((Te doen.))