De drogreden van het vis­net

Een speciaal speciaal geval van de drogreden der oogkleppen is de drogreden van het vis­net: het besluiten tot niet-bestaan van zaken die door de aard der waarnemingsmethode (door een selectie-­effect) niet waargenomen kunnen worden. De naam verwijst naar een verhaal waarin een onderzoeker meent te ontdekken dat een bepaald meer slechts vissen van 4 centimeter of meer bevat — door in dat meer te vissen met een net waarvan de mazen 4 centimeter groot zijn. Als de waarnemingsgrens arbitrair is (zoals met dat visnet, of als iemand besluit dat er geen electromagnetische straling buiten het zichtbare spectrum bestaat) is de beschuldiging sterk. Als de waarnemingsmethode daarentegen begrensd wordt door op andere gronden verdedigbare limieten is de beschuldiging onterecht — die limieten kunnen aangevallen worden, maar niet de methode op zich. Een methode die alle op koolstof gebaseerd leven ontdekt en ergens niets vindt leidt tot de terechte conclusie dat er daar geen op koolstof gebaseerd leven is. Eventuele andere levensvormen zullen op andere gronden plausibel moeten zijn, en dan gezocht worden. Een methode dient echter terecht te worden aangevallen op het introduceren van theoretisch arbitraire limieten (zoals de maasgrootte of het spectrumbereik der ogen).

Het zwakke anthropische principe beroept zich op een dergelijk selectie-effect.

De menselijke geest kan ook het selectiecriterium zijn — „Ik zie het niet dus het bestaat niet” is enkel valide als het indien het zou bestaan ook waarneembaar zou zijn. Zelfs onzekerheid betreffende dit laatste (laat staan waarschijnlijkheid van onwaarheid) maakt het eerste al tot drogreden

((Toevoegen: ik zie het niet dus het is er niet. Dit wordt vaak gebruikt om God af te serveren m.b.t. het kwaad: „Ik zie geen reden dat God het kwaad toe zou laten, dus er is geen reden, dus God is niet goed”. Gegeven het verschil tussen God en ons zou het verbazingwekkend zijn als wij Gods redenen merendeels wel zouden kennen. Horizon: wat weet een bacterie in een petrischaaltje van de redenen van de onderzoeker? Wat weten wij van wat er bestaat buiten de waarnemingshorizon van het heelal? Eindigheid: hoe zouden wij de redenen van een oneindig wezen kunnen kennen? Groei: kennis neemt toe in de tijd, dus waarschijnlijk kennen we nog niet alle mogelijke redenen die we wel zouden kunnen behappen. Complexiteit: veel vormen van goed zijn complex, en omvatten delen die op zich niet-goed lijken: een onopgelost akkoord, azijn, ‥ In het grotere geheel maken deze deel uit van het goede. Als wij te klein zijn kunnen we dat grotere goed niet onderscheiden, en dus het kwaad-schijnend deel niet positief waarderen.))