Het smeekgebed

Smeking.

Wij moeten niet bidden om wereldse goederen voor onszelf — God weet wat wij nodig hebben en zal ons dat geven.

Mattheüs 6:7-8
En gebruikt bij uw bidden geen omhaal van woorden, zoals de heidenen; want zij menen door hun veelheid van woorden verhoord te zullen worden. Wordt hun dan niet gelijk, want God uw Vader weet, wat gij van node hebt, eer gij Hem bidt.
Mattheüs 6:25-30
Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of drinken, of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? Wie van u kan door bezorgd te zijn een el aan zijn lengte toevoegen? En wat zijt gij bezorgd over kleding? Let op de lelien des velds, hoe zij groeien: zij arbeiden niet en spinnen niet; en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze. Indien nu God het gras des velds, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen?
Mattheüs 6:34
Maakt u dan niet bezorgd tegen de dag van morgen, want de dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
Jakobus 4:3-4
[Of,] gij bidt wel, maar gij ontvangt niet, doordat gij verkeerd bidt, om het in uw hartstochten door te brengen. Overspeligen, weet gij niet, dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is? Wie dus een vriend der wereld wil zijn, wordt metterdaad een vijand van God.

We moeten veeleer bidden om twee andere zaken.

Mattheüs 6:33
Maar zoekt eerst (A2) Zijn Koninkrijk en (A1) Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden.

Jezus geeft een voorbeeld-smeekgebed.

Mattheüs 6:9z-13
Onze Vader die in de hemelen zijt,
(A1) uw naam worde geheiligd;
(A2) uw Koninkrijk kome;
(A3) uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.
(B1) Geef ons heden ons dagelijks brood;
(B2) en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
(B3) en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.

Lukas geeft een iets kortere versie.

Lukas 11:2z-4
Vader,
(A1) uw naam worde geheiligd;
(A2) uw Koninkrijk kome;
(B1) geef ons elke dag ons dagelijks brood;
(B2) en vergeef ons onze zonden, want ook wijzelf vergeven een ieder, die ons iets schuldig is;
(B3) en leid ons niet in verzoeking.

Voorkomens.

Δεομαι

Mattheüs 9:38
Bidt daarom de Heer van de oogst, dat Hij arbeiders uitzende in zijn oogst.
Lukas 5:12z
Toen hij Jezus zag, wierp hij zich op zijn aangezicht en smeekte Hem, zeggende: Here, indien Gij wilt, kunt Gij mij reinigen.
Lukas 8:28z
Ik smeek U, dat Gij mij niet pijnigt.
Lukas 8:38a
En de man, van wie de boze geesten uitgevaren waren, verzocht Hem bij Hem te mogen blijven.
Lukas 9:38
En zie, een man uit de schare riep, zeggende: Meester, ik smeek U naar mijn zoon om te zien, want hij is mijn enige,
Lukas 9:40
En ik heb uw discipelen gesmeekt hem uit te drijven en zij hebben het niet gekund.
Lukas 10:2z
Bidt daarom de Heer van de oogst, dat Hij arbeiders uitzende in zijn oogst.
Lukas 21:36
Waakt te allen tijde, biddende, dat gij in staat moogt wezen te ontkomen aan alles wat geschieden zal, en gesteld te worden voor het aangezicht van de Zoon des mensen.
Lukas 22:32a
maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet zou bezwijken.
Handelingen 4:31
En terwijl zij baden, werd de plaats, waar zij vergaderd waren, bewogen; en zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het woord Gods met vrijmoedigheid.
Handelingen 8:22
Bekeer u van deze uw boosheid en bid de Here, of deze toeleg van uw hart u moge vergeven worden;
Handelingen 8:24
Doch Simon antwoordde en zeide: Bidt gij voor mij tot de Here, dat mij niets moge overkomen van hetgeen gij gezegd hebt.
Handelingen 8:34a
En de kamerling antwoordde, en zeide tot Filippus: Ik vraag u, van wie zegt de profeet dit?
Handelingen 10:2
een godvruchtig man, een vereerder van God met zijn gehele huis, die vele aalmoezen aan het volk gaf en geregeld tot God bad.
Handelingen 21:39z
ik vraag u verlof tot het volk te mogen spreken.
Handelingen 26:3z
daarom verzoek ik u mij geduldig te willen aanhoren.
Romeinen 1:10
biddende, of mij eindelijk door de wil van God eens een weg gebaand moge worden om tot u te komen.
2 Korinthiërs 5:20z
in naam van Christus vragen wij u: laat u met God verzoenen.
2 Korinthiërs 8:4
en zij vroegen, met alle aandrang, uit eigen beweging van ons de gunst, deel te mogen nemen aan het dienstbetoon voor de heiligen,
2 Korinthiërs 10:2a
ik zou [u] echter willen vragen, dat ik bij mijn komst geen groot woord zal moeten hebben
Galaten 4:12a
Weest zoals ik, bid ik u, broeders, omdat ook ik ben zoals gij.
1 Thessalonicenzen 3:10
Nacht en dag bidden wij vurig, dat wij uw aangezicht mogen zien en voltooien wat nog aan uw geloof ontbreekt.

Δεησις, smeking, smeekgebed, smeekbede.

Lukas 1:13
Maar de engel zeide tot hem: Wees niet bevreesd, Zacharias, want uw gebed is verhoord en uw vrouw Elisabeth zal u een zoon baren en gij zult hem de naam Johannes geven.
Lukas 2:37
en nu was zij weduwe, ongeveer vierentachtig jaar oud, en zij diende God onafgebroken in de tempel, met vasten en bidden, nacht en dag.
Lukas 5:33
Doch zij zeiden tot Hem: De discipelen van Johannes vasten dikwijls en doen hun gebeden, en zo ook die der Farizeeën, maar die van U eten en drinken.
Romeinen 10:1
Broeders, de begeerte mijns harten en mijn gebed over hun behoud gaan tot God uit.
2 Korinthiërs 1:11
terwijl ook gij ons te hulp komt met uw voorbede, opdat uit veler mond voor de genade, ons geschonken, veelvuldig dank gebracht worde voor ons.
2 Korinthiërs 9:14
terwijl zij ook in hun gebed het verlangen naar u uitspreken om de buitengewone genade Gods, die op u rust.
Efeziërs 6:18
En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen;
Filippenzen 1:4
immers, in al mijn gebedenbid ik telkens voor u allen met blijdschap,
(Letterlijk: altijd in alle gebed mijner over al jullie met blijdschap het gebed doende.)
Filippenzen 1:19
Want ik weet, dat dit mij tot behoud zal strekken door uw gebed en de bijstand des Geestes van Jezus Christus,
Filippenzen 4:6
Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God.
1 Timotheüs 2:1
Ik vermaan u dan allereerst smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen te doen voor alle mensen,
1 Timotheüs 5:5
Een ware weduwe dan, die alleen staat, heeft haar hoop op God gevestigd en volhardt in haar smekingen en gebeden dag en nacht;
2 Timotheüs 1:3
Ik breng dank aan God, die ik, evenals mijn voorouders, met een rein geweten dien, dat ik u onophoudelijk mag gedenken in mijn gebeden, nacht en dag;
Hebreeën 5:7
Tijdens zijn dagen in het vlees heeft Hij gebeden en smekingen onder sterk geroep en tranen geofferd aan Hem, die Hem uit de dood kon redden, en Hij is verhoord uit zijn angst,
(Het woord voor ‚smeking’ hier is ἱκετηρια, dat verder in het Nieuwe Testament niet voorkomt.
Jakobus 5:16z
Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt.
1 Petrus 3:12
want de ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen, en zijn oren tot hun smeking, maar het aangezicht des Heren is tegen hen, die het kwade doen.

Zie ook 3870.