Zang

God wil toegezongen worden.

Efeziërs 5:19
en spreekt onder elkander in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zingt en jubelt de Here van harte,
Kolossenzen 3:16
Het woord van Christus wone rijkelijk in u, zodat gij in alle wijsheid elkander leert en terechtwijst en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingende, Gode dank brengt in uw harten.

Het betaamt allen die Gods grootheid ervaren Hem lof te zingen.

Psalmen 47:7-8
Psalmzingt Gode, psalmzingt, psalmzingt onze Koning, psalmzingt! Want God is de Koning der ganse aarde, psalmzingt met een kunstig lied.
Psalmen 65:2
U komt stilheid toe, een lofzang, o God in Sion; U worde gelofte betaald.
Jakobus 5:13z
Is iemand blij te moede? Laat hij lofzingen.
Psalmen 95:1-2
Komt, laat ons jubelen voor de Here, juichen ter ere van de rots onzes heils. Laat ons met lofzang voor zijn aangezicht komen, ter ere van Hem juichen bij snarenspel.
Zie ook
1 Korinthiërs 14:26.

Dat lofzingen gebeurt in steeds nieuwe liederen.

Psalmen 33:1-3
Jubelt, gij rechtvaardigen, in de Here, een lofzang betaamt de oprechten. Looft de Here met de citer, psalmzingt Hem met de tiensnarige harp. Zingt Hem een nieuw lied, speelt schoon op de snaren onder geschal.
Psalmen 40:4a
Hij gaf mij een nieuw lied in de mond, een lofzang aan onze God.
Psalmen 96:1
Zingt de Here een nieuw lied, zingt de Here, gij ganse aarde.
Psalmen 98:1
Een psalm. Zingt de Here een nieuw lied, want Hij heeft wonderen gedaan, zijn rechterhand en zijn heilige arm gaf Hem zege;
Psalmen 144:9
O God, een nieuw lied wil ik U zingen, met de tiensnarige harp wil ik U psalmzingen,
Psalmen 149:1
Halleluja. Zingt de Here een nieuw lied, zijn lof in de gemeente der vromen.
Jesaja 42:10
Zingt de Here een nieuw lied, zijn lof van het einde der aarde, gij die de zee bevaart en haar volheid; gij kustlanden en hun bewoners.

Dat komt omdat die liederen getuigen van de (steeds nieuwe) grote daden van God.

Psalmen 96:2-3
Zingt de Here, prijst zijn naam, boodschapt zijn heil van dag tot dag. Vertelt onder de volken zijn heerlijkheid, onder alle natien zijn wonderen.
Psalmen 105:2
zingt Hem, psalmzingt Hem, gewaagt van al zijn wonderen.

De Bijbel geeft ook liederen.

Handelingen 16:25
Maar omstreeks middernacht baden Paulus en Silas en zongen Gods lof, en de gevangenen luisterden naar hen.
Zie ook
Mattheüs 26:30, Marcus 14:26.