De verzoekingen in de woestijn

In de woestijn verzoekt de duivel hem. Deze verzoeking duurde veertig dagen, aan het einde waarvan Hij verlichting (de duivel week) en vertroosting (engelen dienden Hem) kreeg.

Mattheüs 4:1-2
Toen werd Jezus door de Geest naar de woestijn geleid om verzocht te worden door de duivel. En nadat Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, kreeg Hij ten laatste honger.
Mattheüs 4:11
Toen liet de duivel Hem met rust en zie, engelen kwamen en dienden Hem.
Marcus 1:12-13
En terstond dreef de Geest Hem uit naar de woestijn. En Hij werd in de woestijn veertig dagen verzocht door de satan en Hij was bij de wilde dieren, en de engelen dienden Hem.
Lukas 4:1-2
Jezus nu, vol van de Heilige Geest, keerde terug van de Jordaan en werd door de Geest geleid in de woestijn, waar Hij veertig dagen verzocht werd door de duivel. En Hij at niets in die dagen en toen zij voorbij waren, kreeg Hij honger.
Lukas 4:13
En toen de duivel alle verzoeking ten einde had gebracht, week hij van Hem tot een bestemde tijd.

Alleen over de allerlaatste periode hebben we enige details. (De „koninkrijken”-verzoeking houdt in dat Jezus de wereld kan redden en alle lijden beëindigen zonder zelf de kruisdood te hoeven ondergaan.) Jezus weerstaat de verzoekingen met Gods Woord.

Deuteronomium 6:13
De Here, uw God, zult gij vrezen, Hem zult gij dienen en bij zijn naam zweren.
Deuteronomium 10:20
De Here, uw God, zult gij vrezen, Hem zult gij dienen, Hem aanhangen en bij zijn naam zweren.
Deuteronomium 6:16
Gij zult de Here, uw God, niet verzoeken, zoals gij bij Massa gedaan hebt.
Deuteronomium 8:3
Ja, Hij verootmoedigde u, deed u honger lijden en gaf u het manna te eten, dat gij niet kendet en dat ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te doen weten, dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond des Heren uitgaat.
Psalmen 91:11-12
want Hij zal aangaande u zijn engelen gebieden, dat zij u behoeden op al uw wegen; op de handen zullen zij u dragen, opdat gij uw voet niet aan een steen stoot.
Mattheüs 4:3-10
En de verzoeker kwam en zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dan, dat deze stenen broden worden. Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat. Toen nam de duivel Hem mede naar de heilige stad en hij stelde Hem op de rand van het dak des tempels, en zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelf dan naar beneden; er staat immers geschreven: Aan zijn engelen zal Hij opdracht geven aangaande u, en op de handen zullen zij u dragen, opdat gij uw voet niet aan een steen stoot. Jezus zeide tot hem: Er staat ook geschreven: Gij zult de Here, uw God, niet verzoeken. Wederom nam de duivel Hem mede naar een zeer hoge berg en hij toonde Hem al de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid, en zeide tot Hem: Dit alles zal ik U geven, indien Gij U nederwerpt en mij aanbidt. Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan! Er staat immers geschreven: De Here, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen.
Lukas 4:3-12
En de duivel zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dan tot deze steen, dat hij brood worde. En Jezus antwoordde hem: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven. En hij voerde Hem op een hoogte en toonde Hem al de koninkrijken der wereld in een ogenblik tijds. En de duivel zeide tot Hem: U zal ik al deze macht geven en hun heerlijkheid, want zij is mij overgegeven, en ik geef haar wie ik wil. Indien Gij mij dan aanbidt, zal zij geheel van U zijn. En Jezus antwoordde en zeide tot hem: Er staat geschreven: Gij zult de Here uw God, aanbidden en Hem alleen dienen. En hij leidde Hem naar Jeruzalem en stelde Hem op de rand van het dak des tempels en hij zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelf dan vanhier naar beneden; want er staat geschreven: Aan zijn engelen zal Hij opdracht geven aangaande u om u te behoeden, en: Op de handen zullen zij u dragen, opdat gij uw voet niet aan een steen stoot. En Jezus antwoordde en zeide tot hem: Er is gezegd: Gij zult de Here, uw God, niet verzoeken.