Het versterkend parallellisme

Bij een versterking ligt de boodschap van het eerste lid besloten in die van het tweede.

Job 5:25
Gij zult ervaren, dat uw kroost talrijk is,
uw nakomelingschap als het kruid der aarde.
Psalmen 67:7
De aarde gaf haar gewas,
God, onze God, zegent ons;
Psalmen 99:2
De Here is groot in Sion,
Hij is verheven boven alle volken.
Psalmen 128:2
want gij zult eten de opbrengst van uw handen;
welzalig gij, het zal u welgaan.

Een speciaal geval is de getalspreuk.

Het omgekeerde komt ook voor, dat het tweede lid een concreet voorbeeld van het in het eerste lid genoemde algemenere geval geeft.

Psalmen 64:6a
Zij verstouten zich tot een boos stuk,
zij spreken ervan strikken te verbergen;
Psalmen 128:1z
Welzalig ieder die de Here vreest,
die in zijn wegen wandelt,