Mabbul

De Bijbel gebruikt een speciaal woord voor Zondvloed, dat enkel in de hieronder gegeven passages voorkomt. De zondvloed wordt dus gezien als een kwalitatief andere zaak dan een gewone overstroming.

Genesis 6:17
Want zie, Ik ga een watervloed over de aarde brengen om al wat leeft, waarin een levensgeest is, van onder de hemel te verdelgen; alles wat op de aarde is, zal omkomen.
Genesis 7:6-7
En Noach was zeshonderd jaar oud, toen de watervloed over de aarde kwam. En Noach ging met zijn zonen en zijn vrouw en de vrouwen zijner zonen met hem, in de ark vanwege de wateren van de vloed.
Genesis 7:10
Na zeven dagen kwamen de wateren van de vloed over de aarde.
Genesis 7:17
En de vloed was veertig dagen over de aarde en de wateren wiesen en hieven de ark op, zodat zij oprees boven de aarde.
Genesis 9:11
Ik dan richt mijn verbond met u op, dat voortaan niets dat leeft, meer door de wateren van de zondvloed zal worden uitgeroeid, en dat er geen zondvloed meer wezen zal, om de aarde te verderven.
Genesis 9:15
zal Ik mijn verbond gedenken, dat tussen Mij en u en alle levende wezens van alle vlees bestaat, zodat de wateren niet weer tot een vloed zullen worden om al wat leeft te verderven.
Genesis 9:28
En Noach leefde na de vloed driehonderd vijftig jaar;
Genesis 10:1z
hun werden namelijk zonen geboren na de vloed.
Genesis 10:32z
En van dezen verdeelden zich de volken op de aarde na de vloed.
Genesis 11:10z
Toen Sem honderd jaar oud was, verwekte hij Arpaksad, twee jaar na de vloed.
Psalmen 29:10
De Here troonde boven de zondvloed, ja, de Here troont als koning in eeuwigheid.

Ook het Nieuwe Testament reserveert een speciaal woord voor de zondvloed. Het werkwoord κατακλυζω, verzwelgen, komt slechts eenmaal voor.

2 Petrus 3:5-6
Want willens en wetens ontgaat hun, dat door het woord van God de hemelen er sedert lang geweest zijn en de aarde, die uit en door het water bestaat, waardoor de toenmalige wereld is vergaan, verzwolgen door het water.

Het bijbehorende zelfstandig naamwoord κατακλυσμος, ons woord cataclysme, viermaal.

Mattheüs 24:37-39
Want zoals het was in de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals zij in die dagen voor de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de ark ging, en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.
Lukas 17:26-27
En gelijk het geschiedde in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen: zij aten, zij dronken, zij huwden, en zij werden ten huwelijk genomen tot op de dag, waarop Noach in de ark ging en de zondvloed kwam en allen verdelgde.
2 Petrus 2:5
en de wereld van de voortijd niet gespaard heeft, maar Noach, de prediker der gerechtigheid, met zeven anderen bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld der goddelozen bracht;