Jezus is mens

Jezus heeft zich van zijn goddelijke volheid ontledigd.

Filippenzen 2:6-7a
die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht,maar Zichzelf ontledigd heeft,

Jezus werd mens

Filippenzen 2:7z-8a
en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. En in zijn uiterlijk als een mens bevonden,
Johannes 1:14
Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid.
Hebreeën 2:14a
Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen,

Afhankelijk van de interpretatie kunnen de volgende verzen betekenen dat Jezus' menszijn voorzegd was — in ieder geval wordt een vers over de mens voluit op Jezus betrokken.

Psalmen 8:5-7
Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet? Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt, en hem met heerlijkheid en luister gekroond. Gij doet hem heersen over de werken uwer handen, alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd:
Hebreeën 2:6z-8a
Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, of des mensen zoon, dat Gij naar hem omziet? Gij hebt hem voor een korte tijd beneden de engelen gesteld, met heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond, alle dingen hebt Gij onder zijn voeten onderworpen.
1 Korinthiërs 15:27a
want alles heeft Hij aan zijn voeten onderworpen.

Hij is uit het (Joodse) vlees.

Romeinen 9:5
Want zelf zou ik wel wensen van Christus verbannen te zijn ten behoeve van mijn broeders, mijn verwanten naar het vlees; immers, zij zijn Israëlieten, hunner is de aanneming tot zonen en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften; hunner zijn de vaderen en uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus, die is boven alles, God, te prijzen tot in eeuwigheid! Amen.
1 Timotheüs 3:16
En buiten twijfel, groot is het geheimenis der godsvrucht: Die Zich geopenbaard heeft in het vlees, is gerechtvaardigd door de Geest, is verschenen aan de engelen, is verkondigd onder de heidenen, geloofd in de wereld, opgenomen in heerlijkheid.

Jezus was net zozeer mens als Adam.

Romeinen 5:15
Maar het is met de genadegave niet zo als met de overtreding; want, indien door de overtreding van die ene zeer velen gestorven zijn, veel meer is de genade Gods en de gave, bestaande in de genade van de ene mens, Jezus Christus, voor zeer velen overvloedig geworden.
(Vergelijk Romeinen 5:12.)
1 Korinthiërs 15:20-22
Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn. Want, dewijl de dood er is door een mens, is ook de opstanding der doden door een mens. Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.

Jezus getuigt van zijn menszijn.

Mattheüs 4:4
Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat.
Lukas 4:4
En Jezus antwoordde hem: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven.
Johannes 8:40
maar nu tracht gij Mij te doden, een mens, die u de waarheid gezegd heeft, welke Ik van God gehoord heb; dit deed Abraham niet.

Wij moeten dit ook belijden.

1 Johannes 4:2-3
Hieraan onderkent gij de Geest Gods: iedere geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en iedere geest, die Jezus niet belijdt, is niet uit God. En dit is de geest van de antichrist, waarvan gij gehoord hebt, dat hij komen zal, en hij is nu reeds in de wereld.
2 Johannes 7
Want er zijn vele misleiders uitgegaan in de wereld, die de komst van Jezus Christus in het vlees niet belijden. Dit is de misleider en de antichrist.

Jezus is mens gebleven.

1 Korinthiërs 15:21
Want, dewijl de dood er is door een mens, is ook de opstanding der doden door een mens.
1 Korinthiërs 15:47-48
De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk, de tweede mens is uit de hemel. Gelijk de stoffelijke is, zijn ook de stoffelijken, en zoals de hemelse is, zijn ook de hemelsen.
1 Timotheüs 2:5-6
Want er is een God en ook een middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die Zich gegeven heeft tot een losprijs voor allen; en daarvan wordt getuigd te juister tijd.

Echter niet in de betekenis van ‚feilbaar wezen’.

Galaten 1:1a
Paulus, een apostel, niet vanwege mensen, noch door een mens, maar door Jezus Christus,
Galaten 1:11-12
Want ik maak u bekend, broeders, dat het evangelie, hetwelk door mij verkondigd is, niet is naar de mens. Want ik heb het ook niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door openbaring van Jezus Christus.

Specifieker, Jezus bleef man.

2 Korinthiërs 11:2
Want met een ijver Gods waak ik over u, want ik heb u verbonden aan een man om u als een reine maagd voor Christus te stellen.

Hij zal als mens weerkeren: Mattheüs 24:27-44 ((parallelplaatsen toevoegen)).