Men erkent dat Jezus mens is

Joden.

Mattheüs 11:19aDe Zoon des mensen is gekomen, wel etende en drinkende, en zij zeggen: Zie, een vraatzuchtig mens en een wijndrinker, een vriend van tollenaars en zondaars.
Lukas 7:34
De Zoon des mensen is gekomen, wel etende en drinkende, en gij zegt: Zie, een vraatzuchtig mens en een wijndrinker, een vriend van tollenaars en zondaars!
Johannes 4:29
Komt mede en ziet een mens, die gezegd heeft alles wat ik gedaan heb: zou deze niet de Christus zijn?
Johannes 7:46
De dienaars nu antwoordden hun: Nooit heeft een mens zo gesproken, als deze mens spreekt!
Johannes 7:51
Veroordeelt onze wet dan een mens, tenzij men zich eerst van hem op de hoogte gesteld heeft en kennis genomen van wat hij doet?
Johannes 9:11a
Hij antwoordde: De mens, die Jezus genoemd wordt, maakte slijk, streek het op mijn ogen en zeide tot mij: Ga heen naar Siloam en was u.
Johannes 9:16a
Sommige dan van de Farizeeën zeiden: Deze mens komt niet van God, want Hij houdt de sabbat niet.
Johannes 9:24
Zij riepen dan ten tweeden male de man, die blind geweest was, en zeiden tot hem: Geef Gode de eer; wij weten, dat deze mens een zondaar is.
Johannes 10:33
De Joden antwoordden Hem: Niet om een goed werk willen wij U stenigen, maar om godslastering en omdat Gij, een mens, Uzelf God maakt.
Johannes 11:47
De overpriesters en de Farizeeën dan riepen de Raad samen en zeiden: Wat doen wij, want deze mens doet vele tekenen?
Johannes 11:50
en gij beseft niet, dat het in uw belang is, dat een mens sterft voor het volk en niet het gehele volk verloren gaat.
Johannes 18:14
en Kajafas was het, die de Joden de raad had gegeven: Het is nuttig, dat een mens sterft ten behoeve van het volk.
Johannes 18:17a
De slavin dan, die portierster was, zeide tot Petrus: Gij behoort toch ook niet tot de discipelen van deze mens?
Zie ook
Mattheüs 26:72, Mattheüs 26:74, Marcus 14:71, Johannes 5:12.

Romeinen.

Marcus 15:39
Toen de hoofdman, die tegenover Hem stond, zag, dat Hij zo de geest gegeven had, zeide hij: Waarlijk, deze mens was een Zoon Gods.
Lukas 23:4
Pilatus zeide tot de overpriesters en de scharen: Ik vind niets strafbaars in deze mens.
Lukas 23:14
Gij hebt deze mens bij mij gebracht als iemand, die het volk afvallig maakt en zie, ik heb Hem in uw tegenwoordigheid verhoord en in deze mens geen enkele grond gevonden voor datgene, waarvan gij Hem beschuldigt.
Lukas 23:47
Toen de hoofdman zag, wat er geschiedde, verheerlijkte hij God, zeggende: Inderdaad, deze mens was rechtvaardig!
Johannes 18:29z
Welke aanklacht brengt gij tegen deze mens in?
Johannes 19:5z
En (Pilatus) zeide tot hen: Zie, de mens!