Transcendentie

Het woord „transcendentie” wordt op twee manieren gebruikt binnen het existentialisme. De ene betekenis, die wij hier verder zullen laten rusten, betreft het feit dat wij op ieder moment voorbij datgene gaan wat we zijn, en zo worden wat we nog niet zijn.

Het andere gebruik (bijvoorbeeld bij Karl Jaspers) is nauw verwant met de transcendentie uit het boomargument.

Wij (subject) staan in contact met de wereld (object), dus er moet een „transcendente” eenheid bestaan die subject en object beide omvat. Die eenheid kunnen wij niet objectief kennen, omdat objectiviteit beperkt is tot de wereld, en ook niet subjectief, omdat dat beperkt is tot onszelf — per definitie is die eenheid te groot voor elk van die beide kenwijzen. We kunnen haar slechts kennen inzoverre zij zichzelf aan ons openbaart, op de manier waarop mensen in een verhaal hun gehele wereld kunnen afzoeken in een poging de auteur te vinden, maar die nooit zullen vinden tenzij die auteur zichzelf in het verhaal openbaart.

Tegenwerping (claims omtrent God betekenisloos):
Feitelijk zijn beweringen over God inhoudsloos, want onbewijsbaar en onweerlegbaar. Neem „God is liefde”, of „God heeft de wereld geschapen”. Welk feit zou, indien aangetoond, ertoe leiden dat een gelovige toegeeft dat zo'n bewering onwaar is? Geen enkele. Als de concentratiekampen niet maken dat Christenen toegeven dat God geen liefde is, dan kan niets dat.
Antwoord (even alleen over die liefde):
Dat is niet geheel correct. Sommigen zijn in de concentratiekampen hun geloof verloren, anderen hebben Hem daar juist gevonden.
Liefde valt niet abstract te bewijzen, dat klopt. Wie trouwt gaat een avontuur aan, want men kan niet weten of de ander wel werkelijk liefheeft, vandaar juist het (ver)trouwen! Pas in het huwelijk bewijst die liefde zich. Wie die relatie met God aangaat zal Hem ook zo leren kennen.
Op punten als „Wat zou een weerlegging zijn van de stelling dat God ons liefheeft” zijn we aangewezen op de zelfopenbaring van de Auteur, en daarmee op positieve redenen. Allereerst de hierbovengenoemde persoonlijke ervaring, maar als zou blijken dat de Jezus' dood en opstanding niet plaatsgevonden hadden zou dat de Christelijke leer van Gods liefde ook afdoende weerleggen.