Onvoorspelbaarheid

Wat inductie soms doet falen is onvoorspelbaarheid.

Dit onvoorspelbaarheidsbegrip is fundamenteler dan het kansbegrip. Het bestaan van verschillende vormen van onvoorspelbaarheid wordt geclaimd:

Onvoorzienbaarheid (epistemische onvoorspelbaarheid of aselectheid)
Dit is een gebrek aan wetenschap: als we alles wisten zouden we het correcte antwoord in theorie kunnen uitrekenen. Het bestaan van deze vorm van onvoorspelbaarheid wordt algemeen erkend.
Indeterminisme (ontische onvoorspelbaarheid or bruutheid)
Hier bestaat fundamenteel geen reden voor de variatie in resultaten. De standaardinterpretatie der quantentheorie stelt het bestaan van ontische onvoorspelbaarheid. Dit begrip is zeer omstreden, omdat het tegen het principe van toereikende grond ingaat (iets — een uitkomst — komt uit niets voort) en een soort knieval der wetenschap betekent.
Willekeur (theletische onvoorspelbaarheid)
Dit is een uiting van de wilsbeslissingen van wezens met vrije wil, de uiterlijke vorm van agentuur. Daarmee is het een tussenvorm tussen de twee andere vormen: indien we alles wisten zou de onvoorspelbaarheid wegvallen, maar we kunnen principieel niet alles weten, doordat vrijheid zich niet in een formule laat vangen.
Het begrip „wille-keur”, de keuze der wil, wordt correct gebruikt in uitdrukkingen als „bestuurlijke willekeur” (de situatie dat een bestuur zijn beslissingen neemt, niet op basis van regels en principen, maar uit vrije wil), maar wordt vaak ook ten onrechte gebruikt als onvoorspelbaarheid bedoeld wordt, zoals in de uitdrukking „een reeks willekeurige getallen”. Een beter woord daar is „aselect”.