Doelen

Wij leven „om te”: wij leren om te weten, wij willen weten om vragen te kunnen beantwoorden, wij willen die vragen kunnen beantwoorden om te slagen — misschien voor een repetitie of examen op school, misschien op ons werk, misschien in ons leven. Steeds ligt er een doel waarnaar wij streven, al is het op het laagste niveau maar het wegwerken van dat hongergevoel in onze maag. Is dat het uiteindelijke doel van al ons werken: het vermijden van onaangename gevoelens en het ervaren van aangename? Is als de alcohol-zonder-kater wordt uitgevonden het uiteindelijke doel van ons bestaan bereikt?

((Nog te doen.))

Zin vooronderstelt „geschapen (of: gekozen, enz.) met een doel”, dus een leven kan slechts zin hebben als wij met een doel geschapen of gekozen zijn. Zonder God betekent dit: de zin van ons leven is het dienen van de ouders (want die hebben ons in naturalistische zin op de wereld gezet.)

Plicht krijgt waarde door zin: in een zinloos heelal is de notie dat het juist is je plicht de doen onbegrijpelijk.